Meesters in de Psychologie
Volg MidP ook op:
  • Jouw banenjacht
    • Passende functies >
      • Psychologen functies
      • POH GGZ functies
      • Gz-opleidingsplaatsen
      • Werken in het onderzoek
      • Werkervaringsplaatsen
    • Actuele vacatures >
      • Vacatures (basis)psychologen
      • Vacatures BIG-geregistreerde psychologen
    • Solliciteren
    • Blogs
    • Cv uploaden
  • Jouw ontwikkeling
    • Supervisie
    • Intervisie
    • Studieboeken
    • Bij- en nascholing
    • Activiteiten
    • Video's en links
    • Tools
    • Apps
  • Pleidooi voor de basispsycholoog
  • Over ons
    • Missie en visie
    • Organisatie en medewerkers
    • Samenwerking
    • Word vrijwilliger
    • Contact
    • Testimonials
    • FAQ
    • Privacy
  • Voor werkgevers
    • Beschikbare meesters in de psychologie
    • Vacature plaatsen
Foto
MidP's boekenclub
Op ons platform hebben wij al op veel plekken bepleit; ontwikkeling houdt niet op na het behalen van je masterbul. En dat is maar goed ook. Dit betekent wel dat je -op z'n minst af en toe- met je neus in de boeken zult moeten zitten om je kennis op peil te houden. Om je daar een beetje bij te helpen recenseert MidP in samenwerking met de NVGzP periodiek een lijst met (studie)boeken waarvan wij vermoeden dat die bevorderlijk zijn voor jouw deskundigheid (scroll naar beneden voor de recensies). Dit doen wij samen met de uitgevers Boom Psychologie en Psychiatrie, Bohn Stafleu van Loghum en Pelckmans Pro. Daarnaast organiseren wij tweemaandelijks kortingsacties op een selectie van boeken in samenwerking met Boom Psychologie en Psychiatrie. Viermaal per jaar worden er in samenwerking met Pelckmans Pro boeken verloot via onze social media kanalen.
Boekrecensies
Per kwartaal  recenseren wij van MidP zo'n  8 tot 10 boeken. 
Scroll naar beneden voor de boekrecensies.

Zie voor boekrecensies uit eerdere periodes ons archief.

MidP's recensenten
Wil jij weten wie er voor MidP recenseren? Neem dan een kijkje in onze recensenten-poule.  
​Exclusieve kortingsacties
Via MidP kun je bij onze samenwerkingspartner Boom Psychologie & Psychiatrie regelmatig profiteren van een nieuwe selectie boeken tegen een gereduceerd tarief. Op onderstaande boeken geldt vanaf 1 oktober tijdelijk een kortingsactie. 
Foto
​Verslagen door het tuchtrecht: van € 19,50 voor € 15,50​
Suïcidepreventie (e-book): van € 15,00 voor € 12,00​​
Boekrecensies

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Paul Soons.
Foto
De therapeutische relatie in de GGZ
- Tien intieme verhalen uit de spreekkamer van de eerstelijnspsycholoog-
Geschreven door: Anja de Bok
 
Steekwoorden: casusbeschrijvingen uit de praktijk, volwassenen, voor behandelaren en cliënten, gemakkelijk leesbaar.
 

Het boek bevat tien uitvoerig beschreven praktijkcasussen, die zich afgespeeld hebben in de behandelkamer van Anja Blok, eerstelijns psycholoog. De rode draad door het hele boek heen, is dat de therapeutische relatie van groot belang is in de behandeling van onze cliënten. In dat kader komen diverse thema’s aanbod o.a.: is er een klik tussen psycholoog en cliënt, het belang van diagnostiek, met name de therapeutische diagnostiek, bespiegelingen over de identiteit van de psycholoog, gedachten over wat normaal is en de grenzen van de psycholoog. Openhartige beschrijvingen en reflecties uit de alledaagse praktijk. Daarnaast worden ook intervisiegesprekken, tussen psychologen onderling, over de casussen open en ontwapenend eerlijk beschreven. De tekst loopt vlot en nodigt uit tot lezen!

Wat dit boek uniek maakt is dat de casussen beschreven worden niet alleen vanuit het perspectief van de behandelaar, maar ook vanuit de gevoelens en gedachten van de cliënten zelf. Het laat ook in alle openheid zien dat niet alle behandelingen succesvol verlopen. In onze studieboeken worden vaak ideaaltype behandelingen beschreven, hetgeen de indruk wekt, vaak ongewild, dat behandelingen volgens het boekje verlopen. We weten natuurlijk allemaal dat dat niet zo is. Boeiend is dat de psycholoog hier gepresenteerd wordt als een hypothese toetsende, sommigen zeggen twijfelende, professional, die echter alleen vanuit zo’n houding juist goed kan functioneren.

De behandeling van een cliënt door een psycholoog vindt niet op een eiland plaats. Er is bij de behandeling ook aandacht nodig voor de context waarin behandelingen plaatsvinden: de collega’s in de praktijk en andere behandelaren uit de eerste lijn, zoals huisartsen, POH-ggz en fysiotherapeuten. En laten we niet vergeten de zorgverzekeraars, die een nadrukkelijk, niet altijd positief stempel drukken op de bedrijfsvoering, door de door hun opgelegde administratieve verplichtingen en restricties.

Een kritische noot uit mijn kant: de praktijk van een psycholoog dient ook altijd gestuurd en ondersteund te worden door psychologische theorieën en wetenschappelijk onderzoek. Dit komt in dit boek niet aanbod. Het is een pure weergave van beschrijving en reflectie op de praktijk.

​Niettemin is dit een welkom boek, ook omdat er zo weinig expliciet aandacht wordt besteed aan de therapeutische relatie in de opleiding tot psycholoog en ook in de daaropvolgende opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog. Wat mij betreft zou het verplichte leesstof moeten zijn in de opleiding, naast en aanvullend op de meer theoretische literatuur op dit vlak.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Marinka van Wingerden.
Foto
Dubbel leven
Geschreven door: Deborah van der Stoep en Dianne Rebergen

Steekwoorden: gedichtenbundel, verhalen uit de GGZ, schilderijen, persoonlijk

Ken je mij? Wie ken je dan? Ken jij mij beter dan ik?

Dubbel leven is een boek vol met gedichten die de thema’s weerspiegelt van een diversiteit van verhalen van mensen uit de GGZ. Het zijn gedichten die de worsteling van mensen met veel verschillende verhalen vertelt, maar waarbij in al die verschillende verhalen het gaat over veel overeenkomstige thema’s. Thema’s over bestaan, dromen, identiteit, (on)veiligheid, vrijheid en meer. Deze thema’s gaan allemaal over de essentie van het leven. Thema’s die ieder van ons aangaan. Het zijn de verhalen van mensen die Deborah van der Stoep, jarenlang werkzaam als arts in de GGZ in haar gesprekskamer heeft gehoord en heeft gebundeld in gedichten. De gedichten zijn niet te lang en daardoor makkelijk leesbaar. Gedichten zijn erg subjectief qua waardeoordeel, maar ik vond ze zelf erg mooi en herkenbaar. Ook merkte ik bij het lezen van de gedichten dat ik aan verschillende mensen moest denken (zowel persoonlijk als professioneel). Ik denk dat dit voor iedereen geldt die deze gedichtenbundel zal lezen, iedereen zal er andere associaties bij krijgen. De gedichten worden naast met woorden ook verteld door mooie kleurrijke schilderijen van Dianne Rebergen. Dianne Rebergen heeft een uitgebreide collectie werken die zij door de jaren heen geëxposeerd heeft.

Het is geen theoretisch boek maar het boek bestaat volledig uit gedichten en schilderijen over verhalen van mensen die dingen meemaken, hebben meegemaakt, mensen die je als psycholoog iedere dag spreekt in je behandelkamer. Maar ook verhalen die je zelf als persoon kunnen raken of aangaan. Ik vond het al met al een makkelijk leesbare bundel met mooie gedichten en schilderijen die ik zeker nog vaker erbij zal pakken. Ik kan het boek dan ook aanraden aan de mensen die van gedichten houden, of ervan houden om creatief bezig te zijn als behandelaar (waarbij je bijvoorbeeld een keer een gedicht voorleest).

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Moniek  Coorn - Baaij.
Foto
Het social-mediawerkboek voor jongeren
Geschreven door: Goali Saedi Bocci

Steekwoorden: social media, jongeren, werkboek, CGT, mindfulness

Anno 2020 kun je social media niet wegdenken uit het alledaagse leven en zeker niet bij jongeren. Menig ouder ‘klaagt’ over het vele telefoongebruik en het niet zonder telefoon kunnen van hun puber (overigens weet ik niet of wij volwassenen het nu zoveel beter doen). Er is nu een handig werkboek voor jongeren waarin ze hun social mediagedrag kunnen beoordelen en veranderen (als ze dat zouden willen): het social-mediawerkboek voor jongeren.

Allereerst kan gezegd worden dat het werkboek er mooi vormgegeven uitziet en een heldere, overzichtelijke inhoudsopgave heeft. Het werkboek is opgebouwd in drie delen, te weten: je apparaten ontvrienden, aparte overlevingstechnieken en schermvrij worden. Deel 1 brengt eerst in kaart hoe het social media gebruik is en bouwt op richting een veranderplan. Dit is wezenlijk belangrijk, omdat veel jongeren niet gelijk staan te trappelen om hun social mediagedrag te veranderen en er een motiveringsfase nodig is. Door de rustige opbouw met een leuke quiz, interviews en schema’s brengt de jongere steeds meer in kaart welk deel van het gebruik problematisch is, maar ook wel gedeelte kan en mag blijven. Deel twee gaat vervolgens in op onhandige denkpatronen rondom social media gebruik, andere activiteiten die je kan ondernemen en hoe je goed voor jezelf kunt zorgen. Mooi is dat er ook een apart hoofdstukje is over cyberpesten. In deel 3 wordt vervolgens hierop doorgebouwd door aandacht voor schermvrije weekenden, maar ook aandacht voor zelfverwondend gedrag (dat vaak ook lijkt samen te gaan met sociale media gebruik!) en het ontwikkelen van zelfcompassie.

Al met al is het een compleet werkboek, waarin duidelijk elementen vanuit de gedragstherapie aanwezig zijn en er ook aandacht is voor technieken vanuit de Acceptance and Commitment therapie (ACT) en mindfulness. Door de rustige opbouw en de leuke oefeningen is het werkboek heel bruikbaar voor jongeren en hun ouders. Kijkend, echter, naar de jongeren die ik in de dagelijkse praktijk (specialistische GGZ) zie zijn er zeker een groot aantal met disproportioneel social media gebruik en alle gevolgen van dien (terugtrekken, gevoelens van eenzaamheid, automutilatie), maar welke niet eenvoudig na het langslopen van de quiz en schema’s tot een veranderplan komen. Dit vraagt de nodige inspanning en veel motiverende gespreksvoering aanvullend op het werkboek om tot een veranderplan te kunnen komen of een minder vergaand veranderplan zoals bij de jongeren met autismespectrumstoornis die online vaak gemakkelijker tot contact komen dan in het ‘gewone’ leven. Bij deze jongeren vraagt echt ondersteuning van een therapeut en is het werkboek minder bruikbaar om zelf te door lopen daar deze jongeren (nog) geen probleem ervaren of meer sturing nodig hebben.
​
Tot slot, naast dat dit werkboek echt voor jongeren geschreven is, kunnen ook veel volwassenen (of de ouders van de desbetreffende jongeren) dit werkboek ook goed gebruiken om hun eigen social mediagebruik eens onder de loep te nemen. En zeg nou zelf: goed voorbeeld doet goed volgen toch?

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Eva de Haan.
Foto
Ik hou van jou en jou en jou 
Geschreven door: Nathalie Cardinaels

Steekwoorden: relaties, polyamorie, ervaringsverhalen, relatieanarchie, seksuologie, relatietherapie
 
Het gaat niet om de vraag of je nu mono of poly bent, maar eerder om wat de liefde voor je betekent en hoe je je wilt verhouden tegenover de ander. – Jan Drost

De ondertitel van dit boek is ‘Een open kijk op polyamorie’, en dat is precies wat dit toegankelijke en vlot geschreven boek geeft. Klinisch psychologe Nathalie Cardinaels leidt met open blik langs de mooie en moeilijke kanten van leven buiten de norm van monogamie.

Ze introduceert kort de geschiedenis van polyamorie, langs Grieken, Romeinen, de Bijbel en Chinese concubines. Daarna bespreekt ze termen zoals New relationship energy, de polycule en relatieanarchie. Naast het bespreken van definities lees je juist ook een pleidooi voor het loslaten van labels, een denkrichting die de laatste jaren sowieso aan populariteit wint ook bij bijvoorbeeld geaardheid en genderidentiteit.

Lange tijd was monogamie de enige relatievorm die in de maatschappij als normaal werd gezien. Mensen die kiezen voor iets anders dan monogamie voelen dat zij een keuze maken in strijd met de geldende normen. Dit boek brengt op een open en niet-veroordelende manier meer bekendheid over en begrip voor non-monogamie. Het boek is (net als deze review) doorspekt met quotes van ervaringsdeskundigen. In het laatste hoofdstuk staan deze verhalen nog eens volledig uitgeschreven.

Hoewel het boek ook aandacht besteedt aan de seksuele relatie(s), komt er een andere kant van polyamorie aan bod. Een quote van Louise, polyamoreus en in een polycule: ”Je bent niet als enige diep betrokken bij je geliefde en kunt dus de lasten, denk bijvoorbeeld aan ziekte, mentale en praktische hulp, ook verdelen onder elkaar. Je geeft elkaar relatieadvies en bent elkaars praatpaal met betrekking tot de andere relaties.” Er wordt steeds getoond dat non-monogame relaties weliswaar anders zijn, maar in veel opzichten ook dezelfde uitdagingen kennen als monogame relaties.

Ook binnen polyamorie of andere non-monogame relatievormen is de sleutel tot succesvolle relaties: communicatie. Er wordt een hoofdstuk gewijd aan communicatie met je partner(s) over behoeftes, over jaloezie, over liefdesverdriet. De onderwerpen en het type communicatie is niet anders dan bij monogame relatie. Goedele Liekens: “We kunnen als monogamen veel leren van polyamoreuze koppels. Hoe zij praten over gevoelens en angsten, het zou veel monogame relaties allen maar aangenamer, rijker en leuker maken. Daar wil ik een pleidooi voor houden, kunnen we dat please allemaal eens wat meer doen?“

De oproep aan psychologen en andere behandelaren is om niet direct naar de gekozen relatievorm te wijzen als (oorzaak van) de problematiek waarmee men zich bij een psycholoog meldt. Omdat niet iedere therapeut zich heeft verdiept in polyamorie, hebben polyamoreuzen wel eens te maken met de (voor)oordelen van de therapeut. Bo zegt hierover: “Het kan frustrerend zijn om een half uur te moeten uitleggen dat je non-monogamie niet het probleem is. Dan denk ik wel eens: ‘De helft van mijn sessie betaal ik nu om niets.’ Je mag non-monogamie als therapeut in vraag stellen, maar vraag dan bijvoorbeeld iets als: ‘Hoe werkt dat voor je en waarom doe je dat?’.”

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Gerrie Ham-Willemsen.
Foto
Handboek generalistische ggz: werken aan zelfregie: een bijzonder specialisme 
Geschreven door: ​Giel Hutschemaekers, Mirjam Nekkers en Bea Tiemens 

Steekwoorden: GBGGZ, zelfregie, positieve gezondheid.
​

Indigo, een landelijke aanbieder van preventie, POH-ggz en basis ggz, presenteerde in oktober 2019 dit handboek generalistische ggz, dat op hun werkwijze gebaseerd is. De auteurs werken systematisch en consequent de generalistische werkwijze uit voor psychische problemen, waarbij het werken aan zelfregie van de cliënt centraal staat.
Generalistische ggz staat in de traditie van de generalistische geneeskunde, vandaar dat er in dit boek ook gesproken wordt over patiënt in plaats van cliënt. Hoewel de term ‘patiënt’ begrijpelijk is vanuit de geneeskunde, zou de term ‘cliënt’ meer passen bij de inhoud van het generalistisch werken. Voor de auteurs gaat het bij het werken binnen de generalistische ggz om een positieve grondhouding en het bijdragen aan het eigen herstel. Dus niet de klachten en problemen van de patiënt zijn leidend, maar juist de oplossingen ervan en wat de patiënt nodig heeft om die oplossing zelf te realiseren. Als dit dan lukt, dan versterkt de patiënt vervolgens zijn of haar algemene oplossingsvaardigheden en zelfregie. En kan hij of zij eventuele problemen in de toekomst beter het hoofd bieden. 
 
Het boek start met een beschrijving van het onderscheid tussen generalistische en specialistische ggz. Vervolgens werken ze het begrip zelfregie verder uit. Doel van meer zelfregie is dat de patiënt aan de hand van zijn actuele probleem ontdekt hoe oplossingen kunnen worden gerealiseerd en hoe hij die problemen een volgende keer eerder herkent en zelf kan oplossen. De therapeut als regisseur stimuleert de vaardigheden van de patiënt op weg naar zelfregisseur. In verschillende hoofdstukken wordt de gegeneraliseerde aanpak uitgewerkt en toegelicht met voorbeelden. Zo wordt de lezer meegevoerd in de eigen unieke wereld van generalistisch werken. Dat is volgens de auteurs een wereld waarin niet volgens vaststaande recepten wordt gekookt, maar waar wordt gekookt met wat op die dag op de markt te koop is aan liefst regionale producten, met als doel op die manier in korte tijd samen de gezondste maaltijd op tafel te zetten. Een maaltijd die de patiënt ook na de therapie nog vele malen in eigen varianten kan maken. Helaas ervaar ik de praktijk als weerbarstiger, omdat de zorgverzekeraars steeds meer gaan bepalen welke maaltijd we mogen bereiden, hoe we de maaltijd moeten gaan bereiden en hoe lang deze bereiding mag duren. Sinds begin 2020 is er geen ruimte meer voor een tweede gang, tenzij de patiënt onvoorzien opnieuw klachten krijgt en nog een kans krijgt binnen de basis ggz.
 
Het voor velen bekende KOP-model van Paul Rijnders e.a. wordt in dit boek uitgebreid tot een KLOP-model: Klachten, Lijf, Omstandigheden en Persoonlijke stijl. Door de toevoeging van het lijf als factor kan de huisarts ook goed uit de voeten met dit model. In aparte hoofdstukken wordt vervolgens ingegaan op generalistische diagnostiek en indicatiestelling, op de interventies en tenslotte op de evaluatie.
 
Ondanks de theoretische uiteenzetting en introductie van verschillende nieuwe begrippen leest het boek prettig vanwege de praktijkvoorbeelden en metaforen. Het boek is bruikbaar van huisartsenpraktijk tot generalistische basis ggz door onder andere (huis)artsen, POH-GGZ, (GZ-) psychologen, psychiaters en verpleegkundig specialisten.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Sanne van Egmond.
Foto
Te vroeg volwassen
- over parentificatie -
Geschreven door: Marinka Kamphuis
​
Steekwoorden: naslagwerk, wetenschappelijk onderbouwd, verdiepend voor behandelaar, systeem gericht, uitgebreid, geen protocol, zowel K&J als V&O

”Vrijwel altijd is een belangrijk aspect van de parentificatie dat er onevenredig veel van de kinderen wordt gevraagd”

Marinka Kamphuis is een ervaren klinisch psycholoog en psychotherapeut die in haar vrijgevestigde praktijk mensen helpt die onder andere vastgelopen zijn als gevolg van parentificatie. Ook geeft ze les op verschillende hoge scholen. In haar boek geeft ze een compleet overzicht van de verschillende aspecten rondom parentificatie waarmee ze hoopt cliënten erkenning en herkenning te geven. In de verschillende hoofdstukken geeft ze uitleg over wat parentificatie is, over de soorten parentificatie, de oorzaken en welke soort gezinnen meer risico lopen. Tot slot bespreekt ze ook de belangrijkste behandelkaders en wordt er gekeken hoe parentificatie past binnen bekende behandelvormen zoals systeemtherapie en schematherapie.

Het boek spreekt mij aan omdat het boek veel voorbeelden bevat, waardoor het goed als naslagwerk voor psychologen te gebruiken is. Het onderwerp interesseert mij ook enorm omdat ik een achtergrond in de schematherapie heb. Veel handvatten sluiten hier goed bij aan. Er is daarnaast zeer uitgebreide informatie over de verschillende risicogroepen en soorten parentificatie en wat de gevolgen daarvan zijn. Voor elke casus is er dus ‘op maat’ informatie. Er is, zoals ook in het artikel benoemd wordt, nog weinig literatuur beschikbaar over parentificatie. Met dit boek heb je dus een mooie uitgebreide samenvatting van wat er al WEL bekend is. Het geeft daarnaast zowel handvatten voor behandelaren die met jeugd, als met volwassenen werken. Voor cliënten zelf lijkt het een wat minder geschikt boek, omdat het leest als een wetenschappelijk artikel. Dit maakt het vooral een theoretisch boek met veel ‘droge’ stof.

Het boek geeft voor mijn behandelingen hele concrete handvatten om cliënten die geparentificeerd zijn geraakt te helpen. En doordat er ook verwezen wordt naar onder andere schematherapie kan ik in de toekomst makkelijk dingen toevoegen aan mijn al eerder ingezette behandeltechnieken. Ook de inhoud van het boek helpt mij om cliënten nog meer herkenning en erkenning te geven, zodat ze weten dat ze niet de enige zijn. Sterker nog, in het boek komt ook meermaals naar voren dat het problematiek is die helaas nog veelvuldig voorkomt. Als behandelaar kun je cliënten aan de hand van dit boek helpen om zo min mogelijk last als gevolg van parentificatie te ondervinden.
​
Voor de behandelaren die het willen gaan gebruiken heb ik nog een tip. Lees het boek (en dan met name de hoofdstukken over de risicogroepen) niet in een keer. Lees vooral de hoofdstukken die betrekking hebben op jouw eigen casus. Anders word je overspoeld met feiten en informatie, die je misschien op dat moment niet nodig hebt. Het boek heeft duidelijke hoofdstukken dus al scannend vind je snel waar je naar op zoek bent.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Lana Donse.
Foto
Goed Voelen
- emoties voor je laten werken -
Geschreven door: Harry van de Pol & Michelle van Dusseldorp
 
Steekwoorden: emoties, arbeids- & organisatiepsychologie, persoonlijke ontwikkeling, praktische gids, ervaringsgerichte oefeningen
 
Dit is een boek over de rol van emoties in professionele contexten. De auteurs laten zien dat we gewend zijn onze emoties weg te stoppen op ons werk, terwijl het juist zinvol en verrijkend kan zijn om er meer naar te luisteren.
 
Het uitgangspunt van het boek is prikkelend. Bij het lezen van het boek valt echter op dat het geschreven is in spreektaal, wat bij mij als recensent weerstand oproept. Het boek is wel heel mooi vormgegeven en helder gestructureerd, maar vanwege deze schrijfstijl leest het niet prettig door. In de inleiding vertellen de auteurs dat zij ook trainingen geven over dit onderwerp. Het lijkt erop dat het taalgebruik niet is aangepast op het overbrengen van de inhoud in de vorm van een boek. Wellicht komt de informatie beter over in een presentatie of via persoonlijk contact - wat dan wel weer mooi aansluit bij de achterliggende boodschap.
 
Ook de stelling dat het boek gebaseerd is op wetenschappelijke bevindingen levert een milde kritische noot op. Er wordt namelijk beperkt gerefereerd naar de literatuur. Wel worden diverse theorieën aangehaald, die op toegankelijke wijze zijn beschreven. Er staan bovendien veel metaforen, illustraties en ervaringsgerichte oefeningen in. Deze helpen om de vertaalslag te maken van een cognitieve naar een belichaamde benadering.
 
Het boek geeft uitgebreide informatie en praktische oefeningen voor de dagelijkse praktijk. Als lezer word je aangemoedigd om op een rustig tempo te lezen en te oefenen op de werkvloer. Op die manier kan het boek bijdragen aan je persoonlijke ontwikkeling, of je nu werkt als psycholoog of in een ander beroep. Werk je met cliënten, dan kan het boek eveneens inspiratie en praktische handvatten bieden.
 
Kortom, een boek met een ervaringsgerichte invalshoek die relevant kan zijn voor psychologen. Het is een onderwerp waar de auteurs duidelijk gepassioneerd over zijn. De mooie vormgeving, creatieve praktijkvoorbeelden en humoristische illustraties brengen de inhoud tot leven. De schrijfstijl en het taalgebruik suggereren echter dat deze waarschijnlijk nog beter overgebracht kan worden in een persoonlijke presentatie of training. Daar zal het onderwerp van het boek - emoties voelbaar maken - uiteindelijk het beste tot zijn recht komen.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Margit de Jong.
Foto
Behandeling van zelfverwonding
- Een praktische handleiding -
Geschreven door: Barent W. Walsh

Steekwoorden: praktische handleiding, CGT, K&J, volwassenen, CGT, voor de behandelaar

Het boek ‘behandeling van zelfverwonding’ is zoals de naam al weggeeft een praktische handleiding voor behandelaren. De auteur, Barent Walsh, is gespecialiseerd in het gebied van zelfverwonding. Het betreft een studieboek, maar het is niet doordrenkt met gortdroge theorie en juist prettig leesbaar.

In het boek wordt wetenschappelijke onderbouwing vervlochten met casusbeschrijvingen en ook eigen ervaringen van de auteur. Dit voorgaande maakt het boek goed bruikbaar voor in de praktijk. Het is opgedeeld in drie delen. Deel I betreft de uiteenzetting van de definitie van zelfverwonding en de context waarin zelfverwonding voorkomt. Het hoofdstuk waarin het verschil tussen zelfverwonding en suïcidaal gedrag wordt bekeken is mijns inziens leerzaam voor veel therapeuten in de klinische praktijk. In deel II wordt beoordeling en behandeling van zelfverwonding besproken middels een stepped care aanpak. Hierin worden praktisch bruikbare tips over bijvoorbeeld taalgebruik in de behandelkamer opgevolgd door valide meetinstrumenten om het gedrag en de bijbehorende attitudes in kaart te brengen. Het boek bevat in dit deel praktische handvatten voor de behandeling (bijvoorbeeld vervangende vaardigheden en cognitief gedragstherapeutische interventies, maar ook exposure bij PTSS en gerelateerde zelfverwonding). De handvatten zijn uitgeschreven en worden middels voorbeelden (casuïstiek) verhelderd. Er is zodoende geen vertaling van de wetenschap naar de eigen praktijk nodig en beschreven interventies kunnen meteen worden toegepast. Dit maakt het boek in mijn ogen een geschikte aanvulling in de boekenkast van therapeuten die te maken krijgen met zelfverwonding bij cliënten.

Deel III betreft meer specialistische onderwerpen, waaronder een mijns inziens waardevol hoofdstuk over het reguleren van de eigen reacties (bijvoorbeeld tegenoverdracht) van de therapeut op zelfverwonding bij cliënten. Aanvullend worden in dit hoofdstuk ook enkele specifieke subonderwerpen besproken waarvoor naar mijn weten verder nog weinig praktische handleidingen beschikbaar zijn. Gezien het boek uitgebreid is en veel verschillende aspecten bevat, is het zeker een aanrader om aan te schaffen als je meer wil leren over zelfverwonding en de behandeling daarvan.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Moniek Coorn-Baaij.
Foto
​Van kwetsuur naar litteken
Geschreven door: Nicole Vliegen, Eileen Tang en Patrick Meurs

Steekwoorden: complex trauma, hechting, speltherapie, psychotherapie, voor ouders en hulpverleners, trauma-sensitieve aanpak, systemische context, goed leesbaar
 
“First regulate, then relate” (Perry, 2016) loopt als rode draad door dit boek, waarbij zowel de biologische aspecten als de psychologische aspecten van complex trauma belicht worden. Dit boek biedt wetenschappelijk onderbouwde inzichten over hoe moeilijke ervaringen tijdens de eerste levensfase de ontwikkeling van een kind kunnen beïnvloeden en welke ontwikkeling deze kinderen vervolgens kunnen doormaken. Er wordt veel gerefereerd aan het werk van Bessel van der Kolk, Alicia Liebermann en Bruce Perry. Het boek bestaat uit twee heldere, gekaderde onderdelen, te weten ontwikkeling en behandeling. Het eerste gedeelte gaat vooral in op de wetenschappelijke inzichten rondom ontwikkeling van kinderen en het ontstaan van complex trauma (ook vaak ontwikkeling- of gehechtheidstrauma genoemd) waarbij er ook veel aandacht is voor de (adoptie/pleeg)ouders van kinderen met complex trauma. Het gedrag van kinderen met complex trauma is vaak zo ingewikkeld dat dit ook veel vraagt van hun opvoeders en impact heeft op de gezinnen waar deze kinderen opgroeien. Er is dus zowel aandacht voor de individuele aspecten als de systemische context. Het tweede gedeelte van dit boek belicht aspecten in de behandeling van deze kinderen en het werken met kinderen (en hun opvoeders) in de spelkamer.
 
Het boek leest makkelijk weg doordat het zowel voor hulpverleners als ouders geschreven is. Veel begrippen en theorieën worden helder uitgelegd, zonder dat het te simpel wordt gemaakt. Het boek heeft een logische opbouw waarin de hoofdstukken mooi op elkaar aanhaken, maar er ook aan onderdelen van de eerdere hoofdstukken gerefereerd wordt. Door het hele boek staan uitspraken van beroemde personen die bepaalde aspecten van de tekst highlighten, maar deze waren mijn inziens niet nodig omdat de tekst zelf al helder genoeg is. In alle hoofdstukken wordt de theorie ondersteund met veel praktijkvoorbeelden van vijf kinderen die in het eerste hoofdstuk geïntroduceerd worden. Zeker bij de hoofdstukken over behandeling geeft het een mooi inkijkje in de meerwaarde en uitwerking van spelpsychotherapie. Knap hierbij is dat  dit heel begrijpelijk en goed te volgen beschreven is. Dit boek geeft mooi de kracht weer wat het belang van werken met spel en spelbeelden. Hoewel ik mij hier al bewust van ben, hebben de concrete uitwerkingen van de behandeling mij wel weer scherper gemaakt op de waarde van spel, maar ook het steeds herhalende spel zoals verstoppertje en wat dit voor deze kinderen kan betekenen. Hoewel kinderen met complex trauma zeer uiteenlopende problematieken ontwikkelen en er geen pasklare behandeling is, hebben de auteurs toch getracht om een tienpunten-programma voor een trauma-sensitieve samenleving te geven, waarin onder andere aandacht is voor het eerst helpen bij de ontregeling, de impact op de context, het zorgvuldig luisteren naar verhalen over tekortkomingen aan zorg en wantrouwen voor blits-oplossingen. Vooral willen de auteurs de boodschap mee willen geven om elke sprankel van hoop te koesteren: “Met veel zon, water op het goede moment, en wat extra voedingsstof, kan een kwetsbaar plantje immers groeien” sluit het boek af. Een hele mooie, inspirerende afsluiter en take home message van de auteurs!

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Pamela Dakkus.
Foto
​Neuro
- Het zenuwstelsel en de relatie tussen hersenen en gedrag -
Geschreven door Rudi d'Hooge 

Steekwoorden: hersenen, gedrag, neurologie, biologie, informatief, studenten, beknopte introductie
 
“Er zijn weinig mensen niet geïnteresseerd in de werking van de hersenen”, begint d’Hooge zijn boek Neuro. Het brein is, hoewel enorm complex, voor de meeste mensen ook het meest interessante orgaan van het menselijk lichaam. d’Hooge probeert in zijn boek de complexiteit wat te versimpelen. Het boek is vooral bedoeld als inleiding in de neurologische wetenschappen, om studenten en jong professionals te enthousiasmeren. Biologische voorkennis is niet vereist, hoewel in het voorwoord wel gewaarschuwd wordt; indien voorkennis niet aanwezig is, kan het boek lastig te lezen zijn. Alle stof wordt namelijk slechts één keer herhaald. Het boek telt in deze vorm 261 pagina’s. Met herhaling zou het boek dus niet langer beknopt mogen heten.
 
In een elftal hoofdstukken vertelt d’Hooge je alles wat je weten moet over de hersenen; de eerste vier hoofdstukken beschrijven vooral de opbouw en de functie van het zenuwstelsel, het vijfde hoofdstuk vertelt over de chemische processen die zorgen voor communicatie tussen cellen in het zenuwstelsel onderling. Hoofdstuk zes, zeven en acht bespreekt de diverse vormen van prikkels en hoe ons zenuwstelsel deze prikkels verwerkt. In hoofdstuk negen gaat over het slaap- en waakritme en tot slot wordt in hoofdstuk tien en elf de processen die ten grondslag liggen aan de cognitie en de emoties besproken. Achter in het boek staat een literatuurlijst met diepergaande werken. Deze zou men, na het lezen van dit inleidende boek, makkelijker toegankelijk moeten zijn voor de geïnteresseerde lezer.
 
Rudi d’Hooge heeft in zijn voorwoord niet gelogen; informatie dat eerder uitgelegd is, wordt niet nogmaals herhaald. Voor mensen die géén voorkennis hebben en/of de materie aangaande de hersenen lastig vinden, vergt dat soms wat terugbladeren. Voorkennis was niet nodig, maar persoonlijk denk ik dat enige voorkennis (in ieder geval de woorden eens gehoord hebben) kan helpen met het beter begrijpen van de teksten. In het boek is veel gebruik gemaakt van plaatjes en schematische weergaves. Dit werkt erg prettig, omdat zaken op die manier visueel worden gemaakt en makkelijker in verband gebracht kunnen worden met elkaar. De schrijfstijl die d’Hooge hanteert is prettig. Hoewel, zoals eerder gezegd, de termen moeilijk zijn, leest het boek wel fijn en makkelijk.
 
Al met al zou ik zeggen dat Rudi d’Hooge erin geslaagd is om een beknopte inleiding in de neurologische wetenschappen te geven. Ondanks dat enige voorkennis wel goed van pas komt, is het niet nodig. Wanneer iets namelijk wordt uitgelegd, wordt het goed uitgelegd. Wanneer je later in het boek toch nog wilt teruglezen wat een term ook alweer betekent of hoe een verband er uit ziet, kun je makkelijk terugbladeren en vaak ook een schematische weergave in de vorm van een plaatje tegenkomen. Ik zou dit boek vooral aanraden voor studenten, die net iets meer willen lezen over neurologie.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Annelieke Bothof.
Foto
​Systemisch werken. Een relationeel kompas voor hulpverleners.
Geschreven door: Anke Savenije, Justine van Lawick en Ellen Reijmers

Steekwoorden: systemisch werken, gezinnen, leest makkelijk weg, praktijkgericht, verdiepend voor hulpverlener zelf, ondersteunend materiaal en oefeningen voor hulpverlener
 
“Systemische hulpverlening is geen eenvoudig vak. (…) in de systemische hulpverlening kunnen vele wegen worden ingeslagen en kan men uit vele passende technieken kiezen. Daarbij moet de hulpverlener rekening houden met een veelheid aan visies, meningen en gevoelens, zowel van cliënten zelf als van anderen uit de leefwereld van cliënten”.
Het bovenstaande citaat maakt goed duidelijk waar het bij systemisch werken om gaat. In dit op het praktijkgerichte boek wordt onder andere beschreven hoe je met een ‘systemische bril’ kunt kijken en waar je rekening mee moet houden in eigen positionering als hulpverlener wanneer je werkt met meerdere cliënten uit een systeem.

De drie auteurs hebben veel ervaring binnen de praktijk van het systemisch werken vanuit verschillende invalshoeken. Alle drie zijn zij lid van de Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie (NVRG) en hebben diverse publicaties over systemisch werken op hun naam staan.

Het boek start met de introductie van drie generaties van een familie. Een familieportret en een genogram van de familie zijn getekend door Mila van Goethem. Doordat de systeemtheoretische uitgangspunten worden uitgelegd aan de hand van deze familie, gaat de uitleg meer leven. Daarnaast komen sommige leden van de familie in aanraking met de hulpverlening en wordt deze casuïstiek als illustratie gebruikt bij stappen in het systemisch werken.

Het boek is helder geschreven en goed leesbaar, in de opbouw van het boek word je stapje voor stapje meegenomen in toenemende complexiteit in systemisch werk: van het starten van een werkrelatie tot het daadwerkelijk systemisch werken en komen tot verandering. Er is een hoofdstuk dat aandacht besteedt aan meervoudige complexe problematiek en ook het thema ‘veiligheid’ wordt besproken.  Via het boek heb je toegang tot een zeer uitgebreide leeromgeving met onder andere verdiepende informatie per hoofdstuk, verwijzing naar interessante films en literatuur over het thema en vragenlijsten, schema’s en afbeeldingen. Met behulp van de oefeningen kun je jezelf als hulpverlener (verder) ontwikkelen binnen het systemisch werken. Het biedt handvatten voor reflectie aan de hand van casuïstiek, eigen caseload of bijvoorbeeld een film. 

Het boek, in combinatie met de leeromgeving, maakt het systemisch werken met zijn vele facetten op een prettige manier inzichtelijk en biedt hierin handvatten. Het boek is geschikt voor hulpverleners die nog niet veel ervaring hebben met het systemisch werken en die dit meer zouden willen gaan inzetten in de praktijk. Ook voor hulpverleners die al ervaring hebben in het werken met meerdere cliënten uit een systeem wie zoeken naar ondersteuning hierbij kunnen in dit boek veel handige tips en adviezen vinden.

Daarnaast heeft het mij nog meer bewust gemaakt van het belang van systemisch kijken in het werk met kinderen en jeugdigen en hun ‘systeem’. Na het lezen van het boek heb ik mij in ieder geval voorgenomen om in intakegesprekken vooral ook systemische vragen te stellen, om cliënten zo vanaf het begin mee te nemen in deze manier van kijken. Het starten van ouderbegeleiding kan dan bijvoorbeeld een logische vervolgstap zijn, in plaats van iets waartoe ouders zich mogelijk door de hulpverlener ‘verplicht’ voelen.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Patricia Smeets.
Foto
Empathie
 - Het geheime wapen van psychiaters en psychotherapeuten -
 Geschreven door: Greet Vanaerschot, Nelleke Nicolai & Marc Hebbrecht [red.]
 
Steekwoorden: Empathie, veelzijdig, studieboek, theorie en praktijk, informatief, verdiepend, analytisch.

“Zonder empathie geen goede therapeutische relatie”. Met veel ervaring en kennis van zaken hebben de auteurs een studieboek geschreven over empathie. Een boek dat niet makkelijk wegleest, maar wel het thema empathie vanuit verschillende kanten belicht. Over empathie is al veel geschreven. Empathie is ‘hot’. En toch, zo kopt de achterzijde van het boek, ontbreekt in de meeste leerboeken een afzonderlijk hoofdstuk over empathie. Hier hebben de auteurs verandering in willen brengen door er een compleet boek aan te wijden.
 
In het eerste hoofdstuk wordt empathie geïntroduceerd als een basale doch complexe competentie voor hulpverlenende beroepen. In het tweede hoofdstuk krijgt de lezer veel theorie te verstouwen over de ontwikkeling van empathie, de neurobiologische bouwstenen, de verschillende vormen, empathie binnen verschillende settings en therapiestromingen en tot slot empathieverstoringen die zich kunnen voordoen. In het laatste hoofdstuk beschrijven de auteurs een methodiek om empathie en reflectie te verhogen.
 
Door het boek heen worden theorie en praktijkvoorbeelden afgewisseld wat de leesbaarheid en herkenbaarheid ten goede komt. Toch is de schrijfstijl doorgaans te ingewikkeld en doorspekt met vakjargon wat het boek niet geschikt maakt voor cliënten. De keuze voor de ondertitel roept de vraag op naar de achterliggende motivatie hiervoor. Empathie als geheim wapen. Ik vind het persoonlijk geen handige woordkeuze. Het schept afstand en roept de ongewenste associatie op met een trucje dat je toepast. Maar dat kan persoonlijk zijn en ongetwijfeld hebben de auteurs dit niet zo bedoeld.
 
Bij het beschrijven van de theorie worden regelmatig onderzoekende vragen gesteld die de lezer prikkelen om mee te denken. Dat vind ik een meerwaarde van het boek en geeft dit thema ook het podium dat het verdient. Enige kennis van de psychoanalyse is gewenst. Aan de schrijfstijl en beschreven thematiek is af te lezen dat meerdere auteurs een psychoanalytische achtergrond hebben.
 
In de praktijk helpt het boek je het thema empathie vanuit verschillende invalshoeken te bekijken en je (opnieuw) bewust te worden van het belang van een empathische houding. Ook draagt het naar mijn mening bij aan (zelf)inzicht. In tijden van toenemende protocollering en productiedruk binnen de GGZ vind ik dit boek een verademing omdat het de focus legt op het relationele aspect. Tussen therapeut en cliënt, van mens tot mens. 
 
Wat mij bijzonder aansprak is de paragraaf over troost, compassie en zelfcompassie. Nelleke Nicolai, de auteur van deze paragraaf, stelt dat begrippen als troost, compassie en zelfcompassie een belangrijke rol spelen bij de affectregulatie. En dat de meeste troost door patiënten wordt ervaren in het zich geaccepteerd voelen en empathisch begrepen worden.
 
Concluderend denk ik dat het boek zeker een aanrader is voor zowel beginnende als ervaren therapeuten. Al hadden de auteurs er goed aan gedaan te kiezen voor een meer vloeiend en minder complex taalgebruik. Zeker bij zo’n menselijk thema als empathie!


Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Marinka van Wingerden.
Foto
​Beter worden in je vak
- systematische zelfreflectie voor professionals in de GGZ -
Geschreven door: Anton Hafkenscheid

Steekwoorden: zelfreflectie, systematisch, monitorinstrumenten, verdiepend voor elke GGZ-professional

GGZ-professionals hebben nauwelijks meer tijd voor zelfreflectie. Door de schaarste aan tijd voor reflectie wordt de toevlucht bij niet goed lopende behandeling al snel gezocht in standaardverklaring. Hoe kom je toch als GGZ-professional toe aan zelfreflectie in deze tijd? Door systematische zelfreflectie. Daar gaat dit boek van Anton Hafkendscheid over, die aangeeft dat je beter kan worden in je vak door als behandelaar op een systematische manier te reflecteren. Anton Hafkenscheid is klinisch psycholoog/psychotherapeut bij het Sinaï Centrum en docent aan diverse postdoctorale opleidingen. Hij heeft jarenlang geëxperimenteerd met monitorinstrumenten voor systematische zelfreflectied en legt met dit boek a.d.h.v. deze instrumenten de focus op een weloverwogen en bewuste uitoefening van het vak.

In het boek wordt eert het referentiekader-overstijgend hulpverleningsmodel beschreven en de drie pijlers die het hart vormen van elke vorm van ggz-hulpverlening: emotionele band, behandeldoelen en behandeltaken. Deze vormen, samen met relatiedefinitie dan ook de leidraad voor de monitorinstrumenten voor zelfreflectie en worden achtereenvolgens besproken. Met relatiedefinitie omvat wat hulpvrager en hulpverlener ten opzichte van elkaar bvoelen, maar ook hoe zij zich ten opzichte van elkaar gedragen. Omdat hier kennis van de communicatieleer voor nodig is, wordt hier ook een hoofdstuk aan besteed. De hoofdstukken zijn om die reden uitvoerig en lopen logisch op elkaar over. Voorbeelden van een aantal instrumenten, dat beschreven worden zijn bv. Vragenlijst Invulling Therapiecontact, Therapeut Tevredenheidsschaal en het Werkblad Beïnvloedingsboodschappen. Leuk is dat deze door aanschaf van het boek kosteloos te downloaden zijn!
Het boek is uitgebreid en legt veel uit. De monitorinstrumenten worden allemaal beschreven aan de hand van korte gespreksinteracties tussen behandelaar en patiënt waardoor er meer herkenning ontstaat. Wel worden regelmatig abstracte termen gebruikt wat de leesbaarheid iets verminderd. Het goed willen begrijpen zorgt dat je soms dingen opnieuw moet lezen. Dit is het wel waard. Enerzijds kan ik mij voorstellen dat de systematische manier van zelfreflectie zoals beschreven in dit boek meer aansluit bij meer ervaren psychologen die bijvoorbeeld al meer bekend zijn met zelfreflectie binnen bijv. supervisies. Anderzijds als je je inzet om het boek te lezen en te begrijpen kan door het gebruik van de monitorinstrumenten het juist zorgen dat je als startend psycholoog meer zicht hebt in waarom behandelingen soms niet lopen zoals je verwacht waardoor je (sneller) beter in je vak wordt. De beschreven meetinstrumenten in het boek helpen je als behandelaar om de wijze waarop de behandelaar de patiënt en de behandelrelatie beleeft systematisch in kaart te brengen en dat is zeker innovatief, omdat reflecteren op dit moment vooral erg vrij gebeurt. 
​
Kortom een boek wat zeker de moeite waard is om te lezen, maar waar je wel even voor moet gaan zitten. Het is een meerwaarde voor elke GGZ-professional die meer (in)zicht wil krijgen in het behandelproces a.d.h.v. zelf in te vullen monitorinstrumenten. 

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Mariska Schipper.
​Modified Interaction Guidance (MIG): interventie bij gedesorganiseerde gehechtheid en trauma
Geschreven door: Nelleke van der Boon en Hedwig van Bakel

Steekwoorden: Infant Mental Health, gehechtheid, getraumatiseerde ouders, mentaliseren, gedragstherapie, protocol, praktisch en prettig leesbaar
 
Om maar direct met de deur in huis te vallen: wat een overzichtelijk, praktisch en prettig leesbaar boek! Geschreven door twee experts op het gebied van Infant Mental Health (IMH). Het boek bestaat uit twee delen: Deel 1 beslaat in vogelvlucht hechtingstheorieën, van Bowlby, via Ainsworth naar Main en Hesse die bij de onveilige hechting het onderscheid hebben gemaakt tussen een georganiseerde en gedesorganiseerde vorm. Men zou in de veelheid aan literatuur over hechting gemakkelijk de weg kwijt kunnen raken, maar Van der Boon en Van Bakel spitsen hun informatie toe op datgene wat nodig is om de rationale achter de MIG goed te kunnen begrijpen. 

Deel 2 beschrijft het behandelprotocol van de Modified Interaction Guidance per sessie en stap voor stap. Om onveilige, en meer specifiek gedesorganiseerde, hechting bij baby’s en jonge kinderen te behandelen zijn volgens wetenschappelijk onderzoek twee elementen nodig, namelijk sensitiviteit en mentaliserend vermogen bij ouders. MIG is een interventie die aandacht besteed aan beide aspecten. Het is een kortdurende gedragstherapeutische videofeedbackinterventie, waarbij de focus uitsluitend ligt op het gedrag van de ‘risicovolle’ en zelf getraumatiseerde ouder. Ten aanzien van het mentaliseren wordt gericht op het zich leren verplaatsen in de wereld van het kind, onder andere door middel van een uitbreiding op de Watch-Wait-and-Wonder-methode (tijdens een spel-contact moment als ouder zelf geen initiatief nemen, kijken, wachten tot het kind iets aangeeft waar de ouder op kan reageren en tijdens het wachten je als ouder afvragen wat het kind je wilt vertellen met zijn of haar gedrag). De uitbreiding bestaat uit het verwoorden wat er in het hoofd en het hart omgaat van het kind, zodat deze zichzelf beter leert begrijpen en onder woorden brengen. Het bespreken en/of veranderen van de representaties van de ouder over zichzelf en de invloed daarvan op het ouderschap blijven buiten beschouwing. Dat zou op indicatie tijdens of na de MIG in een individuele behandeling kunnen plaatsvinden. Ook wordt in het boek zelf een korte uitleg gegeven over de Trauma-Focused Videofeedback Interventie (TFVI) als eventuele aanvulling op de MIG, waarbij de focus ligt op de innerlijke representaties op zichzelf als ouder en op die van het kind.
​
Naast deze positieve woorden, tot slot een kleine kanttekening. Het boek is zo duidelijk en goed leesbaar geschreven dat men mogelijk minder aandacht heeft voor het feit dat deze interventie is bedoeld voor de SGGZ en gegeven dient te worden door BIG-geregistreerde gedragswetenschappers, met een goede training, supervisie en intervisie. Dit relevante aspect wordt wel genoemd, maar had naar mijn mening meer expliciet en vaker terug mogen keren in het boek, met aanvullend enige vermelding van valkuilen tijdens het volgen van het protocol.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Donja Dirks.
​Alles over pesten 
Geschreven door: Mieke van Stigt 
 
Steekwoorden: kind en jeugd, beschouwend, inzicht gevend, lang van stof, steun voor ouders, uitnodiging voor leerkrachten
 
Citaat uit het boek: ‘Pesten kan daarom alleen begrepen worden vanuit de context van die betreffende groep en kan ook alleen daar worden opgelost en aangepakt. Dat fundamentele inzicht in pesten kan niet vaak genoeg worden herhaald.’
 
Mieke van Stigt (1966) geeft in de inleiding van haar boek aan op vele manieren met het thema pesten verbonden te zijn. Eerst als slachtoffer, later in haar studies sociologie en pedagogiek, maar ook als moeder toen de geschiedenis zich herhaalde bij haar eigen dochter. In alles over pesten neemt ze je mee in haar eigen zoektocht om het fenomeen pesten in brede zin te kunnen bevatten. Ze maakt je deelgenoot van haar eigen ervaringen, vragen en overwegingen en combineert dit met opgedane inzichten vanuit de filosofie, psychologie, biologie en sociologie. Dit alles vult ze nog aan met verhalen van lotgenoten en citaten van beleidsmakers. 
 
De grove opbouw van het boek is vrij logisch: van persoonlijke ervaring en individueel niveau, naar groepsniveau, naar plaatsing in een maatschappelijke context. De schrijfstijl is echter vrij associatief van aard waardoor de lezer binnen de hoofdstukken iedere keer opnieuw moeite moet doen om de essentie eruit te halen. Dat de lezer ook afwisselend aangesproken wordt als (mede)slachtoffer, (mede)ouder en als professional, maakt het er niet eenvoudiger op. En (je voelt hem al aankomen) het blijkt ook dat Mieke van Stigt een aantal dingen niet vaak genoeg kan herhalen..
 
Tussen de regels door valt echter zeker waardevolle informatie te lezen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat in verticale groepen minder gepest wordt dan in horizontale groepen. Sociale vaardigheden en kennis kunnen dan namelijk door de ‘ouderen’ worden overgedragen aan de ‘jongeren’ van de groep. Fijne informatie, want dat soort inzichten geven ook aanknopingspunten voor (mogelijke) oplossingen. Wanneer je op zoek bent naar concrete tips en adviezen om pesten te voorkomen of te stoppen dan is dit niet het aangewezen boek. Zelf geeft de schrijfster aan hier bewust voor te kiezen omdat ieder kind, iedere groep en iedere situatie anders is en er (dus) geen kant en klare oplossingen mogelijk zijn. 
 
Mieke van Stigt streeft er voornamelijk naar met dit boek zoveel mogelijk misverstanden over pesten uit de wereld te helpen. Ik twijfel of de door haar benoemde misverstanden überhaupt (nog) bij pedagogen of psychologen leven. Maar het is zeker goed om er kennis van te nemen en je zo bewust te zijn van welke een rol kunnen spelen bij (het in standhouden van) pestproblematiek en daar binnen de behandeling ook voldoende aandacht voor te hebben. 

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Marlot Burmanje.
Foto
​Acceptance & Commitment Therapy bij kinderen en jongeren
Geschreven door: Monique Samsen & Janneke de Heus
 
Steekwoorden: acceptance & commitment therapy / praktisch toepasbaar / beeldend / toegankelijk / werkbladen en oefeningen / breed inzetbaar / 8-18 jaar
 
“Kinderen groeien op met de overtuiging dat de weg naar een fijn leven alleen toegankelijk is wanneer je vreselijk hard je best doet en veel zelfvertrouwen hebt. Maar leidt deze route echt naar een gelukkig leven?” Vanuit deze visie heeft dit praktisch werkboek als doel kinderen verschillende richtingen te laten zien op de weg naar hun toekomstdromen, zodat ze onbevangen en nieuwsgierig kunnen blijven en niet gevangen raken in hun gedachten en gevoelens. Oftewel: “Feel the fear and do it anyway!” 
 
Het boek start met een korte maar heldere inleiding in het gedachtegoed van Acceptance & Commitment Therapy (ACT) en toepassingen vanuit het ACT4kids model. Daarnaast wordt ingegaan op het bepalen van de richting van het traject met als metafoor een eiland, met daarop bijvoorbeeld ‘de Villa van het Verleden’, ‘het Waardeer-meer’, ‘Tips-voor-mezelf-camping’ en ‘de Brug naar wat komen gaat’. De tweede helft van het boek richt zich op de praktische toepassing. De zes uitgangspunten van ACT, die als doel hebben om psychische flexibiliteit te vergroten, worden weergegeven aan de hand van de volgende figuren: het hart, de boom, de uil, het zelf, de kat en de olifant. Hierbij wordt een prettige vertaalslag gemaakt van de theorie voor volwassenen naar kinderen en jongeren, waarbij gebruik wordt gemaakt van simpele, verhalende uitleg, korte praktische oefeningen en vooral veel heldere en tot de verbeelding sprekende metaforen die de theorie veel kracht bij zetten. De oefeningen zijn speels van opzet en zijn er vooral op gericht de ervaring van het kind aan te spreken. Zo wordt een beroep gedaan op verschillende zintuigen met opdrachten rondom mindfulness, mentaliserend vermogen en creatieve vaardigheden, gecombineerd met verhalen, afbeeldingen en filmtips. Om een indruk te geven van enkele oefeningen en metaforen: het weerbericht, hartenwens, de ballonbuik, de probleemmachine, een huis vol deuren en met je hoofd aan de wandel. 
 
Het boek heeft een prettige opbouw zonder grote lappen tekst of ingewikkelde modellen, en is daardoor laagdrempelig en vlot te lezen. De layout is overzichtelijk, oefeningen zijn gemakkelijk terug te vinden en worden ondersteund met leuke illustraties door Hester de Grift. Tussendoor wordt de lezer gestimuleerd vanuit de rol als begeleider na te gaan wat een opdracht oproept of welke houding een kind daarbij van jou nodig heeft. Voor wie zich verder wil verdiepen in de achterliggende theorie en visie van ACT, worden er uitvoerige leestips gegeven. Volgens het open-source principe van ACT, zijn de werkbladen en illustraties ook digitaal beschikbaar. In de bijlage volgt nog een kort sessie-overzicht van het groepsprotocol ACT4kids. 
 
Concluderend is dit boek zeker aan te raden voor wie direct aan de slag wil met simpele maar doeltreffende oefeningen vanuit de ACT-visie. Aangezien de opdrachten prima los te gebruiken zijn, is de toepassing breed en kan naast de zorg ook gedacht worden aan settings zoals het onderwijs, sport-/hobbyclubs of opvoeding thuis. Vanwege de eenvoud en toegankelijkheid is deze schatkist aan oefeningen zowel voor starters als ervaren therapeuten goed in te zetten. Dus zoals de schrijvers zeggen: Gewoon doen!

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Colette Molin.
Foto
Emotieregulatie – Training voor psychotherapeuten, klinisch psychologen en psychiaters
Geschreven door: Matthias Berking

Steekwoorden: studieboek, theoretisch, duidelijk en concreet stappenplan, (groeps)training, emotieregulatie, praktijkgericht. 

In de eerste hoofdstukken geeft het boek een samenvatting van toonaangevende wetenschappelijke bevindingen op het gebied van emotieregulatie. Zij vatten de bevindingen als volgt samen: “Bij patiënten die aan psychische stoornissen lijden, worden vaak stoornisoverkoepelende emotieregulatieproblemen vastgesteld. Deze problemen spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling en de instandhouding van een groot aantal psychische stoornissen. Interventies die gericht zijn op het verbeteren van de algemene emotieregulatiecompetenties blijken bij een groot aantal psychische stoornissen effectief”.  Vandaar dat meneer Berking een training heeft ontwikkeld gericht op het ontwikkelen van die emotieregulatiecompetenties, namelijk de Training Emotionele Competenties (TEC-training). 

Het boek is praktijkgericht en bevat een duidelijk en concreet stappenplan voor de groepstraining die in drie hele dagen (of in twaalf bijeenkomsten van anderhalf uur) kan worden gegeven aan cliënten. Bovendien kunnen alle, voor de uitvoering van de training noodzakelijke, materialen worden gedownload. Het boek is wetenschappelijk onderbouwd en de vele referenties in de tekst in combinatie met moeilijke woorden en lange zinnen maken het wat moeilijker leesbaar. Daarbij komt dat de beschrijving soms wat langdradig is en er in verschillende bewoordingen eigenlijk hetzelfde wordt gezegd. Echter, wanneer het lukt om je te concentreren en het boek uit te lezen ben je wel veel wijzer geworden. Naast de beschrijving van de training bevat het namelijk ook veel informatie over emoties in het algemeen. Ik vond met name hoofdstuk drie, waarin het gaat over de oorzaken van een disfunctionele omgang met gevoelens heel verhelderend. Ook de schema’s waarin de functie van elke emotie wordt uitgelegd zijn heel informatief; een mooie tool om mee te geven aan je cliënten.

​Concluderend, een boek dat aan te raden is voor elke therapeut, maar waar je wel even de tijd voor moet nemen om te lezen. Emoties en emotieregulatie spelen een rol bij elke psychische stoornis en het belang ervan mag niet onderschat worden.
Hoewel het boek is geschreven voor psychotherapeuten, klinisch psychologen en psychiaters denk ik niet dat het alleen voor die doelgroep bruikbaar is. Naar mijn idee kan het ook voor masterpscyhologen en GZ-psychologen een zeer zinvol boek zijn.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Niels Kroon.
Foto
​De schoonheid van Angst
Geschreven door Saskia Kalb 
 
Steekwoorden: angst, ervaringsdeskundig, inzichtgevend, persoonlijk
 
Het boek van Saskia Kalb gaat over een onderwerp dat even universeel als dat het persoonlijk is: de emotie angst. In het boek onderzoekt Kalb de emotie angst op introspectieve en theoretische wijze (deel 1 en 2), en geeft de lezer richting in hoe om te gaan met angstige gevoelens (deel 3). Kalb valt meteen met de deur in huis: zij kreeg toen ze ongeveer zestien was haar eerste paniekaanval en begint haar boek dan ook met een persoonlijk verhaal.

In het eerste deel van het boek neemt Kalb je mee in de belevingswereld van de angstige Saskia. De hoofdstukken zijn ingedeeld op basis van de decennia van haar leven en zijn vergezeld van persoonlijke foto’s die de geschreven woorden kracht bij zetten. Ze vertelt over haar eerste angstgevoelens en paniekaanvallen, en de impact die deze ervaringen gehad hebben op het verloop van haar leven. Ik citeer: “In deze tijd ontwikkelde zich een sterk schaamtegevoel, want wie is er nou zo nerveus dat hij ervan moet overgeven of dat hij ervan flauwvalt? Niemand, alleen ik”. Hiermee geeft ze inzicht in hoe alleen ze zich gevoeld moet hebben en wat voor schaamte en stigma er toen –en nog steeds- op het onderwerp rust. Ze beschrijft sleutelfiguren, hulpverleners, welke rol deze personen gespeeld hebben en hoe zij haar werksituaties, intieme relaties en haar studietijd ervoer in relatie tot haar angsten. De foto’s in het eerste deel van het boek ondersteunen het verhaal van Saskia op unieke wijze: als je snel door de bladzijdes bladert zie je Saskia letterlijk van een angstig kind en onrustige studente uitgroeien tot een evenwichtige vrouw wie handvatten gevonden heeft om haar leven zinvol, met voldoening en krachtig in te vullen. Een prachtige boodschap!

Het tweede deel van het boek wijdt Kalb aan een analyse van het concept angst vanuit de biologie, psychologie, psychiatrie, filosofie, verschillende religieuze stromingen en meer. Kalb pretendeert geen wetenschappelijk schrijver te zijn en probeert vooral haar eigen lessen en opgedane kennis tot zijn recht te laten komen in deze paragrafen. Dit deel van het boek is informatief en er is duidelijk gedegen onderzoek gedaan. Wat opvalt is dat er relatief veel nadruk op bepaalde onderwerpen ligt. Er wordt bijvoorbeeld relatief veel aandacht besteedt aan de interpretatie en betekenis van angst binnen de psychoanalytische traditie, waar actuele en effectieve theoretische kaders en behandelvormen in het verklaren en het  reduceren van angstklachten wat ondergesneeuwd dreigen te raken. In het laatste deel van het boek wordt duidelijk hoe Kalb adviseert en zelf heeft geleerd om te gaan met angst. Door acceptatie, door het opdoen van kennis, door introspectieve arbeid en ontspanningstechnieken biedt zij de angstige gevoelens het hoofd en gunt ze deze lessen ook aan haar lezers.

Eindoordeel: Er is veel moed nodig van een auteur om zich zo kwetsbaar op te stellen en de lezer tot de eigen angstige belevingswereld toe te laten. Verwacht als lezer geen technisch verhaal met tabellen, normscores en tests, maar vooral een persoonlijk verhaal. De schoonheid van angst is daarom met recht een aanrader voor iedereen die de verbinding wil zoeken met zichzelf en anderen, door meer te leren en zich uit te spreken over de angstige ervaring die ons allemaal in enige vorm bekend is

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Margit de Jong.
Foto
​Compassievol Leven
- Een mindfulness-based verdiepingsprogramma - 
Auteurs: Erik van den Brink en Frits Koster

Steekwoorden: zelfcompassie, mindfulness, imaginaties, geschikt voor cliënten
 
‘Wellicht is alles wat er aan verschrikking leeft in diepste wezen wel niets anders dan iets wat onze liefde nodig heeft’ (Rainer Maria Rilke, 1904). Bovenstaande is één van de vele quotes die de auteurs gebruiken om hoofdstukken in te luiden, die buitengewoon goed aansluiten op de inhoud. Compassievol Leven is een praktische gids die de compassietraining stap voor stap beschrijft. De training kan worden gebruikt als een verdieping op basistrainingen in mindfulness. Voorkennis en ervaring over mindfulness is daarbij wel een vereiste om met de training aan de slag te gaan.

Compassievol Leven is gebaseerd op de Compassion Focussed Therapy waarvan Paul Gilbert de grondlegger is, hij heeft dan ook het voorwoord geschreven voor de Nederlandse training ontwikkeld door Erik van der Brink en Frits Koster. De theorie is gebaseerd op de inmiddels voor therapeuten vaak wel bekende theorie van het geëvolueerde brein, hetgeen drie lagen omvat (het reptielenbrein, het oude zoogdierenbrein en het nieuwe zoogdierenbrein). In de CFT wordt uitgegaan van drie emotieregulatieststemen: het gevaarsysteem, het jaagsysteem en het zorg- en kalmeringssysteem. Deze systemen hebben allen een invloed op onze overleving en dienen over het algeheel in balans te zijn. Mensen zijn in staat om vanuit het nieuwe brein overal gevaren en tekorten te zien, hetgeen het vaak moeilijk maakt om terug te keren in ons zorg- en kalmeringssysteem. Compasssiegerichte therapie is erop gericht dit systeem verder te ontwikkelen en meer ruimte te geven. Zoals in de inleiding beschreven “compassie is het vermogen ons betrokken te voelen bij pijn en lijden, zowel van onszelf als van anderen. Het gaat samen met de wens deze pijn en dit lijden te verlichten en de bereidheid daarin verantwoordelijkheid te nemen”.

Het boek is mede door het eenvoudige taalgebruik voor een ieder met interesse goed leesbaar. De auteurs hebben het eerste hoofdstuk gebruikt voor het uiteenzetten van het theoretisch kader en de wetenschappelijke onderbouwing van de theorie. Hoofdstuk twee, hetgeen het gros van het boek omvat, bevat de oefeningen en theorie voor de praktijk. Ik vond de opbouw per sessie erg duidelijk en prettig om mee te werken. Alle geleide oefeningen en werkbladen zijn online beschikbaar, waardoor ze gemakkelijk in te zetten zijn in de praktijk. Compassiegerichte therapie is transdiagnostisch inzetbaar en naar mijn inziens een erg mooie aanvulling op de derde generatie (cognitieve) gedragstherapieën.

Concluderend zou ik dit boek aanraden aan collega’s om in te zetten in de praktijk van de geestelijke gezondheidszorg. Daarnaast is het ook zeker aan te raden om zelf het boek en de bijbehorende oefeningen te doorlopen om meer (zelf)compassie te ontwikkelen en met mildheid naar onszelf en de wereld te kijken.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Bart van der Meer.
Foto
Emotieregulatie als basis van het menselijk bestaan
- de kunst van het evenwicht -
​Auteur: Nelleke Nicolai

steekwoorden: Studieboek, hechting, emotieregulatie, theoretisch
 
Een prettig leesbaar studieboek schrijven over een ingewikkeld onderwerp als emotieregulatie is niet eenvoudig, zoals Nelleke Nicolai laat zien. Eerder schreef ze over empathie en gender, en nu ligt er een boek over emotieregulatie. Een monster van een onderwerp, dat opvallend genoeg in minder dan 300 pagina’s past. Dit zou iets moeten betekenen voor de informatiedichtheid, en dat doet het helaas dan ook. Naast de psychologische kant van emotieregulatie beschrijft Nicolai ook over de biologische kant, alsmede verschillende hechtingstheorieën. Hierdoor is het een boek geworden met veel informatie per pagina. Dit bevorderd het doorlezen helaas niet, en het is dan ook geen boek om eens rustig te lezen na een lange werkdag vol ingewikkelde behandelingen.

Natuurlijk is het niet alleen maar kommer en kwel, er is genoeg positiefs te melden over het boek. De schrijfster laat zien dat ze veel kennis bezit en die graag deelt met haar lezers, waarmee je als lezer het gevoel krijgt echt iets op te steken over affect, emoties, en gevoel. Dit vertaalt zich in sommige gevallen 1-op-1 naar de behandelkamer, waar verschillende delen van het boek meteen ingezet kunnen worden. Toch is het geen boek dat voor iedereen geschikt is. Daarvoor is het niveau te hoog en de leesbaarheid toch wat te gemankeerd. Waar de kennis van Nicolai niets te wensen overlaat blijf je bij het lezen van het boek wel zitten met de vraag of het hier en daar niet wat soepeler had gekund.

Emotieregulatie is, zoals je op basis van de titel zou verwachten, een specialistisch studieboek. Met de hoge informatiedichtheid en vele casussen is het geschreven voor therapeuten. Het boek is niet geschreven voor masterstudenten, en het lijkt eerder aan te sluiten bij het werkgebied van een GZ- of Klinisch Psycholoog. De vele casussen in het boek helpen om de theorie begrijpelijk en toepasbaar te maken, al meteen nadat je het hebt gelezen. Als je de uitdaging aan wilt gaan dan biedt het boek meer dan voldoende kennis die je toe kunt passen in de behandelkamer.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Lana Donse.
Foto
Recensie: Psychomotor Interventions for Mental Health - Adults
Auteurs: Jan de Lange, Olivier Glas, Jooske van Busschbach, Claudia Emck & Thomas Scheewe.
 
Steekwoorden: psychomotorische therapie, handboek, lichaamsgericht werken, geïntegreerde benadering, multidisciplinair werken
 
“Experiencing the world and connecting to ourselves is grounded in experiencing the body.” Deze beschrijving van embodiment theory uit het boek Psychomotor Interventions for Mental Health benadrukt het belang van lichaamsgericht werken bij psychische klachten. Lichaamsbeleving speelt bij alle psychische problemen een rol, sterker nog, het is essentieel voor het zelfgevoel van de mens. Met deze achterliggende gedachte is het handboek niet alleen geschreven voor PMT-therapeuten, maar juist ook voor andere hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. Als psycholoog kan het zinvol zijn om kennis te hebben van psychomotorische interventies en hoe je deze kunt integreren in een behandelplan, zeker als je werkt in een multidisciplinair team of zelf interesse hebt in lichaamsgericht werken.
 
Het boek is helder geschreven en geeft een gestructureerd overzicht van de theorie, wetenschappelijk onderzoek en klinische toepassingen van psychomotorische therapie. De eerste hoofdstukken geven algemene achtergrondinformatie over psychomotorische therapie. Het is dus een geschikt boek wanneer je hier nog niet bekend mee bent. De volgende hoofdstukken zijn ieder gericht op een specifieke stoornis (volgens de categorieën van de DSM) en gaan meer de diepte in. Per stoornis worden relevante aspecten van de lichaamsbeleving beschreven, alsmede diagnostische instrumenten en psychomotorische interventies die hierbij aansluiten. Voor iedere interventie is er een overzicht van het behandelproces, onderzoeksresultaten en mogelijke werkingsmechanismen. Zo schetst het boek een zeer volledig beeld van het spectrum aan psychomotorische technieken bij psychische klachten en de plek die deze kunnen hebben binnen de gezondheidszorg.
 
Wat het boek extra interessant maakt, is dat de auteurs vragen stellen, waardoor je als lezer aan het denken wordt gezet over de toegevoegde waarde en de ontwikkeling van lichaamsgerichte interventies in het werkveld. Mocht je in de praktijk met psychomotorische therapie aan de slag willen, dan is het lezen van het boek wellicht niet toereikend, maar het kan zeker inspireren. Bovendien kan het je blik op psychische problemen verrijken door aandacht te besteden aan het lichaam, die in de meer cognitief gerichte benadering van veel psychologen toch vaak over het hoofd gezien wordt.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Annemarie Mulder.
Foto
Het Pornobrein
Auteur: Gary Wilson
 
Steekwoorden: verslaving, zelfhulp, praktijkgericht, toegankelijk, hersenonderzoek, jong onderzoeksveld
 
“Hij die zijn verlangens bedwingt acht ik dapperder dan hij die zijn vijanden overwint; want de moeilijkste overwinning is die op jezelf”. Met dit citaat van Aristoteles opent Wilson zijn boek over het fenomeen pornoverslaving. Een inspirerend citaat dat de toon van het boek zet: we hebben hier te maken met een boek dat niet alleen wil informeren, maar de lezer ook wil motiveren. De auteur richt zich dan ook in de eerste plaats op mensen, vooral mannen, die persoonlijk te maken hebben met een pornoverslaving, en het boek zou geschaard kunnen worden onder de categorie zelfhulpboeken. Ondanks deze populairwetenschappelijke insteek, valt op dat Wilson zijn verhaal onderbouwt met vele verwijzingen naar onderzoek en het boek is voorzien van een zeer uitgebreide literatuurlijst. Dit maakt het boek voor de geïnteresseerde professional dan ook meer dan de moeite waard.

Het onderzoek naar pornoverslaving staat nog in de kinderschoenen; we hebben pas sinds zo’n 15 jaar de beschikking over grote, onbegrensde hoeveelheden internetporno. Wilson houdt dan ook wat slagen om de arm, maar betoogt wel dat het kijken van porno minder onschuldig is dan het soms lijkt. Hij zet helder uiteen hoe overconsumptie van porno kan leiden tot desensitisatie voor alledaagse genoegens. Dit leidt er niet alleen toe dat gebruikers de stap zetten naar steeds extremere vormen van pornografie (‘escalatie’), maar ook dat in het dagelijks leven verschillende klachten en problemen kunnen ontstaan; naast allerlei seksuele problemen en intimiteitsproblemen met echte partners, noemt hij bijvoorbeeld ook angst- en stemmingsklachten en concentratieproblemen. Hij legt uit hoe ons natuurlijke beloningssysteem gekaapt wordt door deze overstimulatie, hoe onze verlangens hierdoor kunnen worden ontregeld en onze begeerte op hol kan slaan. Hoewel hij ook aangeeft dat er verschillen zijn tussen middelen- en gedragsverslavingen, is zijn boodschap dat de overeenkomsten tussen deze twee overheersen en trekt hij vele parallellen, bijvoorbeeld aan de hand van hersenonderzoek.

Het laatste hoofdstuk is het meest praktisch en gaat in op wat gebruikers kunnen doen om van hun pornoverslaving af te komen. Net als in de rest van het boek citeert hij hier vele ex-gebruikers, waarbij de auteur put uit herstelverhalen die op zijn website en andere online fora werden gedeeld (in 2010 startte de auteur de website yourbrainonporn.com). Opvallend is dat er op dergelijke fora sprake blijkt van een geheel eigen jargon dat ook terugkomt in het boek, met allerlei woorden waarmee de niet ingevoerde lezer mogelijk voor de eerste keer in aanraking komt. Ook benoemt hij mogelijke obstakels bij wat ‘rebooten’ wordt genoemd, oftewel het geheel staken van alle activiteiten die met porno te maken hebben. Zijn belangrijkste advies: richt je op het echte leven.

Al met al is Het Pornobrein een prettig geschreven boek dat een fenomeen onder de aandacht brengt waar nog weinig psychologen vermoedelijk expliciet naar vragen, maar wat best nog eens veel vaker zou kunnen voorkomen dan we denken.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Gerrie Ham.
Foto
Handleiding kortdurende Schematherapie
- voor groepstherapie en individuele therapie. -
Auteurs: M. van Vreeswijk en J. Broersen

Steekwoorden: schematherapie, handleiding voor therapeuten, protocollen CGT en experiëntiële technieken.

Patiënten hebben behoefte aan en recht op een zo kort en effectief mogelijke behandeling van klachten. Zij willen vaak handvatten voor het kunnen aanpakken van hun klachten. Voor de behandeling van persoonlijkheidsproblematiek waren vrijwel geen kortdurende protocollen voorhanden. Deze herdruk van de in 2006 uitgegeven handleiding kortdurende schematherapie behandelt wel twee kortdurende protocollen: CGT-technieken (SCGT) en Experiëntiële technieken (SEPT). Deze protocollen kunnen los van elkaar of – voor een langere therapie – achtereenvolgend aangeboden worden en zijn zowel bruikbaar voor individuele als groepstherapie. De twee protocollen SCGT en SEPT zijn gestructureerd van aard en bestaan uit achttien sessies en twee follow-up sessies, dus korter dan de meeste reguliere behandelingen van persoonlijkheidsproblematiek en ook korter dan schematherapie zoals door Young (2003) en collega’s is beschreven. Deze protocollen dwingen je als therapeut om met de patiënt bezig te zijn met de zich herhalende gedragspatronen waar de patiënt in zijn leven steeds tegen aanloopt; probleemvermijding en angst voor verandering worden al in een vroeg stadium onderwerp van de behandeling.

​De handleiding behandelt achtereenvolgens een theoretische beschouwing van schematherapie voor persoonlijkheidsproblematiek, de verschillende therapiefasen binnen individuele en groepstherapie, onderzoeksbevindingen, de behandelrationale, (contra-)indicaties en de beschrijving van de twee protocollen, SCGT en SEPT. Het boek wordt afgesloten met de beschrijving van een aantal valkuilen en tips voor therapeuten.  De bijlagen en huiswerkformulieren kunnen ook gedownload worden op extras.springer.com.

​Naast deze handleiding voor de therapeut zijn er ook nog twee werkboeken geschreven als onderdeel van de behandelmethode Kortdurende schematherapie: werkboek CGT-technieken en werkboek Experiëntiële technieken. De werkboeken geven praktische handvatten om de theorie van de handleiding toe te gaan passen. Zeker voor beginnende schematherapeuten of zij die in opleiding zijn tot junior schematherapeut bieden de handleiding en de bijbehorende werkboeken de therapeut een praktische vertaling van de theorie. Van harte aanbevolen!

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Annelieke Fleuren.
Foto
​Mindfulness in superdiversiteit, engagement en verbinding met de ander
Auteur: Reinhilde Pulinx
 
Steekwoorden: Mindfulness, zingeving, verbinding, diversiteit, maatschappijkritisch, goed leesbaar, zet aan tot nadenken
 
Welke rol vervult mindfulness in onze huidige samenleving? Kan mindfulness zorgen voor meer onderlinge verbinding? Kan het vinden van meer evenwicht in jezelf ook daadwerkelijk de wereld beïnvloeden? En kan mindfulness zo ook een impact hebben op maatschappelijke ontwikkelingen?
 
In dit boek staat de auteur stil bij de spanning tussen de toenemende interesse in mindfulness en meditatie enerzijds en de toegenomen individualisering en verharding in de samenleving anderzijds. Zij ziet verbinding maken met de ander als een essentieel onderdeel van de oosterse tradities die aan de oorsprong van mindfulness en meditatie liggen. Ze vraagt zich af of mindfulness niet een grotere rol zou kunnen en moeten spelen in het ervaren van meer zingeving en onderlinge verbinding binnen de huidige maatschappelijke context van secularisatie en individualisering. De auteur heeft zelf jarenlange ervaring met de beoefening van mindfulness en in haar werk als onderzoeker verdiept zij zich onder andere in diversiteit in de samenleving en in mindfulness en haar boeddhistische oorsprong. Dit boek is haar overpeinzing van de rol van mindfulness binnen onze samenleving en haar zoektocht naar antwoorden op eerdergenoemde vragen. Ze reflecteert op haar vragen samen met diverse gesprekspartners die zich allen op een of andere manier bezighouden met mindfulness, boeddhisme, zingeving, religie en verbinding. Uiteindelijk komt ze tot een onderbouwde mening over de rol van mindfulness binnen de context van maatschappelijke ontwikkelingen. Concreet oppert zij ideeën voor een meer engaged mindfulness als verdieping op de reeds bestaande mindfulness trainingen. Hierbij ziet ze mindfulness als een manier om, met aandacht en begrip voor de ander, stil te staan bij onderlinge verschillen om zo in gedeelde ruimte verbinding te ervaren en individualisering en polarisatie te overstijgen. De auteur hoopt dat het boek een dialoog opstart en nodigt de lezer uit om met haar in gesprek te gaan en om de mogelijkheden voor engaged mindfulness verder vorm te geven.

In het boek wordt een mijmerende insteek gehanteerd waarbij de auteur haar gedachtestroom regelmatig de vrije loop laat. Dit gaat wat ten koste van een heldere lijn in het boek en maakt het soms lastig de essentie van het boek te bepalen. De proloog en epiloog waarin de structuur van het boek wordt geëxpliciteerd, biedt hierbij wel houvast. De auteur schrijft vanuit haar persoonlijke perspectief. Hierdoor wordt de lezer gedwongen om ook een mening te vormen en zet daarmee aan tot nadenken. Ik vind het verfrissend hoe de auteur mindfulness niet enkel ziet als een individuele beoefening, maar bekijkt vanuit een sociale dimensie binnen een maatschappelijke context.

Het boek leest gemakkelijk en is daarmee toegankelijk voor een breed publiek. Het is de moeite waard voor ieder die zich interesseert voor mindfulness en met name relevant voor mindfulnesstrainers en -behandelaren die mindfulness in een therapeutische setting gebruiken.  Al met al vind ik dit boek het lezen zeker waard!

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Judith de Ruiter - de Ruijter.
Foto
Boekrecensie ‘Antwoorden op agressie en grensoverschrijdend gedrag’
Auteurs: Veerle Dupont en Geert Taghon


Steekwoorden: praktijkboek, agressie, praktische handvatten, naslagwerk, incidenten, crisis

“Agressie is ‘gedrag waarbij een persoon schade toebrengt aan materiaal of de psychische of fysieke grenzen overschrijdt van zichzelf of een andere persoon’.” Dit is de definitie van agressie in het boek ‘Antwoorden op agressie en grensoverschrijdend gedrag’ door Veerle Dupont en Geert Taghon. De schrijvers hebben beide ruime ervaring in het werken met potentieel agressieve cliënten, maar ook als trainer in de omgang met agressie. Deze ervaring komt duidelijk naar voren in het boek.

Cyclisch verloop van een agressie-incident
Het boek begint met uitleg over de definitie van agressie en de verschillende soorten, geeft cijfers en rekent af met misverstanden die bestaan rondom agressie. Vervolgens worden handvatten geboden hoe om te gaan met agressie. Agressie is grensoverschrijdend gedrag, dus dit deel begint met het leren herkennen van je eigen grens. Vervolgens geeft het boek een uitleg over het cyclische verloop van een agressie-incident. Het geeft dan praktische handvatten wat je kunt doen in de verschillende fases. Ook geeft het boek uitleg over de gevolgen van agressie voor slachtoffers en het hoe en waarom van een agressiebeleid voor een organisatie. Het boek sluit af door aandachtspunten te geven bij het werken rond het thema agressie, werkmateriaal en oefeningen om ermee aan de slag te gaan. Met deze oefeningen kun je zelf een training opzetten over het thema agressie.


Praktisch handboek
Het boek is een praktisch handboek, dat zeker van toegevoegde waarde is voor professionals die werken in een omgeving waar agressie voorkomt. Ook voor een psycholoog die gaat werken in een nieuwe sector, waar mogelijk meer agressie voorkomt, raad ik aan het boek te lezen. Ook is het boek handig om in de kast te hebben staan. Door de duidelijke inhoudsopgave kun je snel een relevante informatie vinden. Alle uitleg wordt verduidelijkt met wetenschappelijke theorieën en met praktijkvoorbeelden onderbouwd.


Nuttig voor elke psycholoog
Het boek is in het Vlaams geschreven. Naarmate je verder in het boek komt, raak je hier wel aan gewend. De vele voorbeelden die gebruikt worden maken dat je de informatie makkelijk onthoudt. Het boek vertelt ook over de prevalentie van geweld, deze cijfers zijn vrij schokkend. Agressie komt erg veel voor, waardoor dit boek eigenlijk voor elke psycholoog nuttig is!


Uit laten razen
Na het lezen van dit boek ben ik beter voorbereid op een eventuele agressieve cliënt. Ik weet dat het normaal is om zenuwen te voelen in zo’n situatie. Gelukkig weet ik nu ook hoe ik moet reageren. Daarnaast kan ik teams nu beter helpen te reageren op agressief gedrag. Een van de belangrijkste lessen: laat iemand eerst uitrazen, laat hem dan met rust en ga pas na een tijdje praten over het gedrag.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Colette Molin.
Foto
De schatkist van de therapeut
- Oefeningen en strategieën voor de praktijk -
Geschreven door Monica Gundrum en Nele Stinckens

Steekwoorden: psychotherapie, naslagwerk, oefeningen, toepasbaar, K&J, V&O, creatief, experiëntieel.

De inleiding opent met “psychotherapeuten krijgen in hun opleiding en vorming theoretische denkkaders aangereikt die hun inzicht verschaffen in de klachten, moeilijkheden en blokkades van hun cliënten. Deze denkkaders verduidelijken ook welke veranderingsprocessen dienen geïnitieerd te worden opdat cliënten beter met hun klachten, moeilijkheden en opgaven van het leven kunnen omgaan. Maar wat therapeuten heel concreet kunnen doen om specifieke veranderingsstappen te faciliteren is in mindere mate beschikbaar.”
Het doen is nu juist waar het in dit boek om gaat. Dat is fijn, want uit onderzoek blijkt steeds meer dat dit belangrijk is in de therapie. Het 353 bladzijdes tellende boek bevat 154 oefeningen geschikt voor diverse doelgroepen en verschillende klachten of problemen. De oefeningen zijn in alfabetische volgorde in het boek opgenomen. Achterin het boek staat een trefwoordenregister, zodat je ook kunt zoeken op bepaalde problematiek (bijvoorbeeld negatief zelfbeeld) of op een bepaald type oefening (bijvoorbeeld ademhalingsoefening). Het boek is dus geen leesboek dat je van voor naar achteren doorneemt, maar meer een naslagwerk dat je openslaat wanneer je wat inspiratie of creativiteit in je therapie kunt gebruiken.

Hoewel ik nog geen mogelijkheid heb gehad om alle oefeningen uit te proberen, zijn er een paar oefeningen die ik regelmatig gebruik. Het werkt heel prettig dat het boek gestructureerd is opgesteld en alle oefeningen in hetzelfde format zijn omschreven. Zo worden achtereenvolgend het doel van de oefening, de doelgroep, indicaties en contra-indicaties, setting, duur en het benodigd materiaal op een rij gezet. Vervolgens wordt een heldere beschrijving van de oefening gegeven, waarna vaak een voorbeeld volgt om het verder te verduidelijken. Hierdoor zijn de oefeningen gemakkelijk inzetbaar voor elke therapeut.
Nieuwsgierig geworden? Ik zal hier drie van mijn favoriete oefeningen kort omschrijven:
  • Dagboek in dialoogvorm (C. van der Veire): een oefening waarbij je de ‘innerlijke therapeut’ van de cliënt versterkt door hem te vragen in dagboekvorm neer te schrijven wat hem bezighoudt en daar vervolgens zelf op te reageren met het antwoord dat hij denkt dat de therapeut daarop zou geven;
  • Emotietheorie voor dummies (M. Gundrum): bij deze oefening wordt psycho-educatie over de zin en het nut van emoties gekoppeld aan het uitpluizen van een situatie in het hier en nu.
  • De landing vanuit Mars (W. Stinckens & L. Rosseel): een oefening voor cliënten die zich verliezen in hun eigen verhaal. De therapeut en de cliënt stellen zich voor dat ze samen van Mars komen en net in de spreekkamer zijn geland. Ze beschrijven samen wat ze zien gebeuren en creëren zo afstand en helikoptervisie.
Kortom, een boek dat onmisbaar is in je spreekkamer en dat kan zorgen voor veel nieuwe ervaringen voor zowel de cliënt als de therapeut. ​

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Pamela Dakkus.
Foto
Handboek Ouderenpsychiatrie - 4e druk
Redactie: Richard Oude Voshaar, Roos van der Mast, Max Stek, Frans Verhey en Mathieu Vandenbulcke
​
Steekwoorden: handboek, ouderenpsychiatrie, psychologen, psychiaters, hulpverlening.


In een samenleving met sterke vergrijzing, die naar verwachting in 2040 zijn piek zal bereiken, is een handboek als deze meer dan welkom. Eigen regie en zelfstandigheid zijn en worden steeds belangrijker, maar daarvoor is het belangrijk dat iemand psychisch in goede gezondheid verkeert.
Het handboek is ingedeeld in vijf delen, welke weer onderverdeeld zijn in diverse hoofdstukken. Elk hoofdstuk is geschreven door een andere auteur, waardoor het boek door medewerking van maar liefst 59 hoogleraren tot stand is gekomen. De domeinen die worden besproken zijn:
  1. Ouderen en veroudering, waarin het verouderingsproces op lichamelijk, psychisch en sociaal vlak wordt besproken.
  2. Algemene diagnostische principes, waarin verschillende somatische en psychiatrische onderzoeken worden toegelicht.
  3. Algemene therapeutische principes, waarin zowel biologische als ook psychiatrische interventies worden besproken
  4. Psychopathologie, waarin de stoornissen volgens de DSM-5 worden bekeken.
  5. Ethiek, waarin wordt ingegaan op ethische en juridische aspecten van het werken met ouderen.
Ten opzichte van de derde druk is de vierde druk sterk uitgebreid, vooral in het deel dat de psychopathologie bespreekt. Waar de derde druk meeliep met de nieuwe opleiding ouderenpsychiatrie, is bij het schrijven van de vierde druk geprobeerd om nieuwe kennis te verwerken.

Het handboek is goed leesbaar, waarbij uitgebreide voorkennis niet nodig is. De teksten zijn begrijpelijk geschreven en geven verdieping en inzicht. De opgenomen casussen zijn goed beschreven en helpen om de informatie meteen toe te passen.  Doordat het handboek echter geschreven is voor een brede doelgroep, zal niet iedereen het gehele boek gebruiken, afhankelijk van de werkplek en de doelgroep waarmee wordt gewerkt. Daarnaast doet het handboek een beroep op de lezer om zich in te lezen in de geldende richtlijnen binnen de ouderenpsychiatrie. In verband met snel opvolgende ontwikkelingen, kan het handboek niet up-to-date blijven. Het blijft dus nodig voor de betreffende hulpverlener om kennis te nemen van de op dat moment geldende richtlijnen van zijn of haar vakgebied.

Al met al kan gezegd worden dat het Handboek Ouderenpsychiatrie een must-have is voor iedereen die werkt in de ouderenpsychiatrie of ouderenzorg. Het boek is prima te gebruiken als naslagwerk voor mensen die een opleiding gevolgd hebben. Het feit dat de vierde druk zo anders opgebouwd is dan de derde druk, laat zien dat er veel ontwikkelingen zijn in de kennis die we inmiddels hebben over ouderen en hun psychische welzijn, wat een professional alleen maar enthousiast kan maken.

Foto

Deze boekrecensie is geschreven door Marlot Burmanje.

Foto

Sociaal Denken
- Tussen de sociale regels leren lezen -
Geschreven door Michelle Garcia Winner, Nederlandse vertaling met medewerking van Autisme Centraal

Steekwoorden: sociale communicatie, sociale vaardigheden, werkbladen, adolescenten, cognitieve benadering, geschikt voor individuele en groepstrainingen.

In de inleiding wordt kort ingegaan op het gedachtegoed Social Thinking, ontwikkeld door de Amerikaanse Michelle Garcia Winner. Hoewel de methodiek op een wat Amerikaanse en commerciële wijze gepresenteerd wordt, spreekt de visie wel aan. Er wordt gepleit behandelingen niet zozeer te richten op het aanleren van sociale vaardigheden en gedragsnormen, maar het bestuderen van sociale informatie expliciet aan te leren wat bij de meeste mensen intuïtief gaat. In plaats van alleen te focussen op de uiteindelijke vaardigheid, leer je iemand dus sociaal te denken (met aan de basis o.a. theory of mind, executief functioneren, joint attention, emotionele wederkerigheid en centrale coherentie). Er wordt in dit boek verder weinig ingegaan op de achterliggende theorie en doordat er veelvuldig wordt verwezen naar andere boeken, modellen en hulpmiddelen lijkt de inleiding meer een etalage voor Social Thinking dan dat de inhoud helder naar voren komt. Gelukkig is er online veel gratis film- en leesmateriaal te vinden, mocht je je laten verleiden je verder in de methodiek te verdiepen.

Het grootste gedeelte van het boek bestaat uit werkbladen die ingedeeld zijn op diverse onderwerpen en situaties, zoals problemen oplossen, lessen over emoties en vriendschap, meedoen, met de groep en sociale trucs. Het boek heeft een overzichtelijke en veelbelovende inhoudsopgave, waardoor een thema snel op te zoeken is. De hoofdstukken zijn goed los van elkaar te gebruiken. Binnen een hoofdstuk sluiten de werkbladen goed op elkaar aan en vormen ze een mooie afwisseling tussen uitleg, voorbeelden, opdrachten, oefeningen, evaluaties of een stappenplan. De vormgeving oogt prettig en is eenvoudig, waarbij met accentkleuren belangrijke delen worden benadrukt. Met name de voorbeeldsituaties en metaforen (werktuigen in je sociale gereedschapskist, een gesprek is als vissen waarbij je met lokaas de ander aan de lijn moet houden) laten de inhoud meer leven. He taalgebruik is simpel en sluit goed aan bij de alledaagse leefwereld van de beoogde doelgroep, met verwijzingen naar videogames, wat is cool op de middelbare school, het onderscheid tussen vrienden, kennissen en vreemden, de angst om er niet bij te horen, het opbouwen van een vriendschap en respectvol omgaan met andere culturen.

Concluderen is dit boek een mooie verzameling van tips rondom sociale situaties waarin jongeren moeilijkheden kunnen ervaren, waarbij specifieke thema's geselecteerd kunnen worden die van toepassing zijn in plaats van het boek als geheel door te werken. Prettig maar niet onmisbaar om in de kast te hebben staan als aanvulling op ander materiaal!


Foto

Deze boekrecensie is geschreven door Yasemin Tanriverdi.

Foto

Handboek Psychopathologie bij vrouwen en mannen
Geschreven door Therese van Amelsvoort, Marrie Bekker, Janneke van Mens-Verhulst & Miranda Olff

Steekwoorden: handboek, onderzoek, psychopathologie, biologie, gender, sekse, man-vrouwverschillen, transdiagnostisch, DSM-5

'Handboek psychopathologie bij mannen en vrouwen is vooral bedoeld om hulpverleners in de GGZ te informeren over sekse- en genderspecifieke aspecten van psychische stoornissen, bewustwording te creëren voor man-vrouwverschillen en waar mogelijk handvatten te geven voor de klinische praktijk'.

De schrijvers en 61(!) co-auteurs stellen dat er tot nu toe relatief weinig aandacht is geweest voor gendersensitiviteit en psychopathologie, in de wetenschap en de klinische praktijk. Zo zijn vrouwen lange tijd ondervertegenwoordigd geweest in onderzoek en is kennis over therapie-effectiviteit, veiligheid en werkzaamheid van bijvoorbeeld geneesmiddelen bij vrouwen, afkomstig van 'sex biased' of 'gender biased' onderzoek. Het boek heeft een heldere opbouw welke begint met een uitleg over de basale sekse- en genderkennis over man-vrouwverschillen. Een op empirisch onderzoek gebaseerde, ingewikkelde samenhang van biologische, psychologische en sociaal-culturele factoren. Daarna wordt per DSM-5 gedefinieerde stoornis de symptomen, epidemiologie, beloop, etiologie, risicofactoren, diagnostiek en behandeling uitgeschreven. In het laatste deel wordt ditzelfde gedaan bij transdiagnostische problematiek.

Het verbaast mij als behandelaar dat er in de praktijk, onder andere bij vragenlijsten, protocollen of het gebruik van de DSM-5, weinig rekening gehouden lijkt te worden met man-vrouwverschillen. Dit leidt tot onderdiagnosticering, maar suggereert ook dat de behandelingen effectiever kunnen worden bij opheldering van deze verschillen. Is het bijvoorbeeld nodig om mannen een andere perceptie van stress of coping aan te leren dan vrouwen? In hoeverre worden afwijkingen van het standaard levenslooptraject (de maatschappelijke norm en/of verwachtingen) of levenslooptransities meegenomen in het behandelplan? En in hoeverre ben jij als behandelaar bewust van je eigen genderstereotypering?

Het boek geeft suggesties en tips, alhoewel ik deze voor de klinische praktijk nog summier vind. Het is prettig om een gebundeld boek te bezitten welke je als naslagwerk kan gebruiken. Alleen verwacht ik niet dat veel basispsychologen dit boek zullen aanschaffen, vanwege de huidige ingerichte GGZ, waar stoornissen veelal per instelling behandeld worden. Voor psychologen die een bredere cliëntenpopulatie behandelen, zoals in de basis GGZ of de praktijkondersteuner, zullen meer baat hebben bij het kopen van dit boek. Elk hoofdstuk in het boek wordt afgelosten met een 'take home message', waar één algemene boodschap overheerst: Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar sekse- en genderspecifieke verschillen. Hopelijk stimuleert dit boek studenten en onderzoekers om daar verandering in te brengen.


Foto

Deze boekrecensie is geschreven door Sanne van Egmond.

Foto

#Imperfectlife
Geschreven door Matthijs Steeneveld

Steekwoorden: verandering, compassie, vriendelijk, houding, positief, toepasbaar.

Het boek '#imperfectlife' gaat over het veranderen van iets waar je ontevreden over bent. Zonder daarbij uit het oog te verliezen wat je al bereikt hebt. In het boek wordt informatie afgewisseld met verschillende oefeningen, waarbij je stap voor stap kan werken aan verandering, dankbaarheid en tevredenheid. Het boek komt vanuit de positieve psychologie, maar mensen met een achtergrond in de cognitieve gedragstherapie, acceptance en commitmenttherapie of schematherapie zullen ook verschillende oefeningen en stijlen herkennen. Het boek zit vol oefeningen die je direct in de praktijk kan brengen en die steeds gebaseerd worden op de eerder vertelde theorie.

De schrijver, Matthijs Steeneveld, is psycholoog, trainer en coach. Beschikbaar voor zowel trainers, particulieren en bedrijven. Zijn missie? Mensen ondersteunene en faciliteren zodat ze zelf kunnen groeien. Het bureau positieve psychologie behoort deels aan hem toe en en hij is lid van de redactie van 'tijdschrift positieve psychologie'. Logisch dus dat hij ook in zijn boek een positieve en compassievolle kant probeert te benadrukken wanneer het gaat om verandering! Naast #Imperfectlife schreef hij eerder 'optimisme - hoop - veerkracht - zelfvertrouwen (2017) en ontwikkelde hij 'het sterke kanten spel' (2019).

Wat ik zelf heel erg goed vond aan het boek zijn de duidelijke oefeningen en de gebruikte voorbeelden en metaforen. Hierdoor gaat de besproken theorie meer leven. Wat voor mij minder prettig was had vooral te maken met de indeling van het boek. De hoofdstukken van het boek gaan afwisselend over een vriendelijke en genietende basishouding (hoofdstuk 2, 4, 6, 8 en 11) en het waarderend onderzoeken van wat er al is (hoofdstuk 3, 5, 7, 9 en 10). Doordat dit steeds afgewisseld werd vond ik het soms lastig te schakelen. Daarnaast kreeg ik ook de indruk dat er veel herhaling zat in het boek, doordat je weer even in het nieuwe onderwerp ingeleid moest worden. Hierdoor had ik aan het einde van het boek moeite om te blijven lezen. Ik kan me voorstellen dat dit ook per persoon verschilt, omdat herhaling soms ook verduidelijkend kan werken. Tot slot, miste ik de link deels tussen de titel en de inhoud van het boek. Waar de titel voor mij de indruk wekte dat het ging om 'imperfect' mogen zijn, gaat de inhoud vooral om verandering en blij zijn met wat er al is. Het goed genoeg zijn zoals je bent zonder te hoeven veranderen, wat voor mij samenhangt met imperfectie, kwam wat minder sterk naar voren. 


Foto

Deze boekrecensie is geschreven door Julia van Alphen.

Foto
Handboek traumatische rouw
Geschreven door Jos de Keijser, Paul Boelen & Geert Smid

Steekwoorden: CGT, V&O, verdiepend voor de behandelaar zelf, praktijkvoorbeelden, diagnostiek & behandeling, rouw, trauma, verlies.

Sinds Persisterende Complexe Rouwstoornis (PCRS) in de DSM-V is opgedoemd (waar die in de DSM-IV nog achterwege bleef), is bij mij en velen met mij de behoefte ontstaan aan meer duidelijkheid. Want wat onderscheidt PCRS van een depressie? Kan het tegelijkertijd bestaan met PTSS? En nog belangrijker: wanneer spreken we nu van ‘normale rouw’? En hoe behandel je zoiets?

Het Handboek traumatische rouw is een boek dat zich richt op diagnostiek, differentiaaldiagnostiek en opties voor behandeling van traumatische rouw. Het boek is geschreven door een indrukwekkende lijst van professionals, onder redactie van Jos de Keijser (o.a. bijzonder hoogleraar psychologie), Paul Boelen (o.a. hoogleraar Klinische Psychologie) en Geert Smid (o.a. psychiater en psychotraumatherapeut).

In dit boek wordt duidelijk dat PCRS wel degelijk te onderscheiden is van andere stoornissen. Het geeft een leidraad, onder andere ondersteund door vragenlijsten, om te komen tot een juiste diagnose en helpt bij differentiaaldiagnostiek. Daarnaast wordt aandacht besteed aan verschillende soorten traumatisch verlies (zoals verlies bij suïcide, vermissing of rampen) en de bijbehorende verschillen in beloop en behandeling. De behandelingen die beschreven worden zijn voornamelijk variaties op het protocol voor PCRS volgens de Cognitieve Gedragstherapie, aangevuld met technieken zoals mindfulness, en het gebruik van lotgenotengroepen.
Wat dit boek makkelijk leesbaar en toepasbaar maakt, is de beschrijving van casussen bij de verschillende vormen van verlies. Het boek is uitstekend onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek en ook waar het onderzoek nog ontoereikend is, wordt dit duidelijk benoemd.
​
Het was de moeite waard geweest om het CGT-protocol voor PCRS in dit boek te verwerken, aangezien vrijwel alle behandeladviezen vanuit die basis opgezet zijn. Op die manier was het gemakkelijker geweest om als lezer te zien waar de verschillende adviezen afwijken van het protocol en hoe je dit concreet kunt uitvoeren.
Als je op zoek bent naar een protocollaire behandeling (stapsgewijs) voor PCRS, is dit niet het boek voor jou. Als je veel werkt met psychotrauma en complexe rouw, of als je meer (differentiaal)diagnostische kennis wil opdoen op het gebied van rouw, is dit echter een prachtige aanvulling voor je boekenkast. Eindelijk duidelijkheid.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Lana Donse.
Foto
De therapeut en Anna
Geschreven door Jaap Wijkstra

Steekwoorden: psychodynamische benadering, persoonlijk verhaal, verdiepend voor behandelaars, zet aan tot denken, inzichtgevende psychotherapie
 
Een kijkje in de keuken van een psychotherapeut. Zo kan dit boek het beste omschreven worden. De auteur, zelf psychiater, heeft een psychodynamische behandeling uit zijn eigen praktijk als voorbeeld genomen en deze in verhaalvorm gegoten, waardoor je het therapeutisch proces van heel dichtbij meemaakt.
 
Dit boek is erg interessant voor behandelaren die meer willen weten over inzichtgevende psychotherapie, maar ook voor ieder ander die de complexe dynamiek van de menselijke geest beter wil begrijpen. Het verhaal begint op het moment dat de cliënte, Anna, wordt aangemeld. Vanaf dat moment volg je de gesprekken tussen haar en de therapeut. Je wordt daarnaast meegenomen in het gedachteproces van de therapeut. Wat merkt hij op in de dynamiek? Welke overwegingen maakt hij, wat zijn twijfels die hij heeft? Waarom kiest hij voor bepaalde uitspraken? Wat hoopt hij te bereiken en wat is het effect?
 
Hoewel de psychodynamische theorie niet expliciet wordt uitgelegd, helpt het boek op een heel andere wijze om deze benadering van psychische problemen te leren kennen. Juist doordat de gebeurtenissen transparant worden beschreven zoals ze plaatsvinden, zet het aan tot denken. Ben je bekend met inzichtgevende therapie, dan zul je thema's als tegenoverdracht en de non-directieve houding waarschijnlijk herkennen; is dit nieuw voor je, dan geeft het boek wellicht een heel andere kijk op je werk als behandelaar. Hoe dan ook, het verhaal bevat een hoop stof tot nadenken.
 
Kortom, 'De therapeut en Anna' is een uniek verhaal waarin je kennismaakt met inzichtgevende psychotherapie vanuit het gezichtspunt van de therapeut. Het is alsof je in de kamer zit en daarbij niet alleen de gesprekken, maar ook het gedachteproces te zien krijgt. Dit boek is sterk aan te raden als je op zoek bent naar (zelf)reflectie en verdieping.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Sanne van Egmond.
Foto
Negatief zelfbeeld behandelen
Geschreven door Manja de Neef

Steekwoorden: zelfbeeld, veranderen, stappenplan, negatief, witboek, praktisch

"Als de cliënt de concurrent een eerlijke kans wil geven, dan moet hij de positieve doos net zo inrichten als de negatieve. Hoe hij tot nu toe om ging met fouten, zo zal hij moeten omgaan met zijn positieve daden."

Het boek 'Negatief Zelfbeeld behandelen' is gericht op het gebruiken en toepassen van behandeltechnieken bij het negatief zelfbeeld. Naast uitleg over wat een negatief zelfbeeld inhoudt staan er ook verschillende tips en tools in die handig zijn voor jou als behandelaar. De stappen die omschreven zijn passen bij de cognitieve gedragstherapie en in de basis wordt er aandacht besteed aan een holistische theorie, de functie analyse en betekenisanalyse rondom het negatief zelfbeeld. De verdere hoofdstukken zijn een mooie combinatie van heldere theorie en beeldende voorbeelden van bestaande casussen. Hierdoor leest het boek makkelijk door en krijg je een duidelijk inzicht in de stappen die belangrijk zijn bij het aanpakken van het negatief zelfbeeld.

De schrijfster van het boek is Manja de Neef. Ze is een psychotherapeut en heeft zich gespecialiseerd in angststoornissen. Met name de behandeling gericht op het repareren van het zelfbeeld en gedragstherapeutische partner-relatie therapie zijn haar expertise. Daarnaast is Manja ook docent bij de RINO en opleider en supervisor voor de VGCT. Het boek ‘Negatief zelfbeeld behandelen’ is het derde boek gericht op zelfbeeld geschreven door Manja de Neef. Zo schreef ze eerder ook “Ik? Ik stel niks voor” (2013) en “Negatief zelfbeeld” (2010).
Wanneer je het eerdere boek van Manja de Neef (Negatief zelfbeeld, 2010) al gelezen hebt zal een klein gedeelte van de informatie in het boek niet nieuw zijn. Ik denk echter niet dat het ene boek het andere kan vervangen. Waar het boek uit 2010 met name geschreven is als zelfhulpboek is dit boek veel meer gericht op jou als behandelaar. Ik vond het dan ook een prettige aanvulling om te lezen hoe je bepaalde zaken in de praktijk toepast. En ook wat de valkuilen zijn bij bijvoorbeeld het bijhouden van een witboek/positief logboek of het motiveren van een cliënt met een negatief zelfbeeld. Het boek is dan in mijn ogen ook een mooie aanvulling op het eerdere boek. Een sterk pluspunt van dit boek vind ik ook dat je achterin het boek een protocol/stappenplan vindt voor het geven van groepsbehandeling bij negatief zelfbeeld. Als behandelaar kun je dus ook snel zelfstandig aan de slag met het negatief zelfbeeld van cliënten.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Colette Molin.
Foto
Mama gaat logeren   
Geschreven door Erwin de Ruiter

Steekwoorden: kinderboek, voorleesboek, zelfhulp, gezinspsychologie, systeemtherapie, gemakkelijk leesbaar, opname
​

Erwin de Ruiter schreef dit boek samen met zijn gezin, nadat zij zelf te maken kregen met een opname in hun gezin. Het boek is bedoeld als leesboek voor gezinnen waarin een van de ouders zal worden opgenomen, maar is daarnaast ook bedoeld voor het vergroten van begrip en het geven van handvatten, aldus de schrijver. 

Het boek begint met een inleiding en een voorwoord voor ouders. De warme en openhartige woorden die daar zijn geschreven kunnen op zichzelf al een bron van steun zijn voor gezinnen die kampen met een opname van één van beide ouders. Een mooie toevoeging is de website www.mamagaatlogeren.nl waar thema's die in het boek worden besproken verder zijn uitgewerkt. 

De rest van het boek is een (voor)leesboek dat op een luchtige en soms humoristische manier is geschreven, waardoor het onderwerp niet te zwaar wordt gemaakt. Toch snijden de zo goed voorstelbare, maar intens trieste woorden soms als een scherp mes door me heen. 'Wil je dan niet meer bij ons wonen mama? We zullen lief zijn en heel zachtjes doen.' Woorden die kracht bij worden gezet door de sprekende illustraties van Mendel de Kok.

Concluderend een mooi, openhartig en steunend boek dat precies doet waar het voor bedoeld is: een moeilijk onderwerp bespreekbaar maken. Op mijn werk zal het boek een goede aanvulling zijn voor de bibliotheek.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Eva de Haan.
Foto
De schaduw van de zwarte hond  
- depressie als symptoom van onze tijd -
Geschreven door Bert van den Bergh

Steekwoorden: filosofie, depressie, paradigma, DSM, afstemmingsstoornis, neurobiologie, eenzaamheid
​

Het boek ‘De schaduw van de zwarte hond’ is een bewerking van een proefschrift van Bert van den Bergh. Zo leest het boek veelal ook; als een academisch stuk. 
​
Het boek is een zeer theoretisch kritiek op het huidige denken over depressie. Tegenwoordig gebruiken bijna alle (GZ-)psychologen de DSM als handboek voor het stellen van diagnoses. Door het wijdverbreide gebruik van de DSM als uitgangspunt lijkt het soms alsof het (neuro-)biologische model van depressie ook de waarheid over depressie omvat. Er wordt vaak gepraat over depressie als hersenziekte of neurobiologische aandoening. Bert van den Bergh keert zich fel tegen het typeren van depressie als hersenziekte, en kiest voor een filosofische aanpak in zijn poging depressie te duiden. Gaat het om een epidemie? Hoe kan er sprake zijn van een depressie-epidemie in een land als Nederland, dat tegelijk een van de gelukkigste landen ter wereld is? Wat is depressie ten diepste voor ‘stoornis’?  

Bert van den Bergh is voorstander van het definiëren van depressie als afstemmingsstoornis. Het boek beschrijft eenzaamheid, een existentieel isolement, als belangrijkste reden voor depressie. Van den Bergh ziet de depressie dan ook vooral als een maatschappelijk probleem, in plaats van een individueel probleem. Er wordt in het boek gerefereerd naar eerdere modellen van het fenomeen depressie, bijvoorbeeld via het begrip ‘melancholie’, dat later weer in onbruik is geraakt. Door de historie achter wat we nu depressie noemen te laten zien, wordt je als lezer uitgenodigd om kritischer te kijken naar hoe we op dit moment in de tijd omgaan met een begrip als depressie. 

Het boek is heel interessant voor psychologen en filosofen die geïnteresseerd zijn in het denken over depressie die niet terugschrikken voor het lezen van theoretisch werk. De zienswijze van dit boek is verfrissend in een tijd waarin veel (populair)-psychologische boeken vooral gaan over neurobiologie en (toepassingen van) cognitieve gedragstherapie. Het is hard nodig dat ons vakgebied, de psychologie, zichzelf kritisch bevraagt en haar eigen paradigma’s blijft onderzoeken. Dit boek draagt daar een belangrijke bijdrage aan bij die niet altijd even leesbaar is. 


Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Sam Rauch.
Foto
Een spiegel voor narcisten
Geschreven door Martin Appelo
 
Steekwoorden: aan te raden aan clienten, zelfhulpboek, verdiepend voor de behandelaar
 
Heb je je ooit afgevraagd of je narcistische trekken hebt? Of heb je iemand in je omgeving die zichzelf opblaast, niet wederkerig is en je afstoot? Dan is Een spiegel voor narcisten wellicht een handig boek!
 
Zoals de titel al doet vermoeden is Een spiegel voor narcisten een zelfhulpboek voor mensen met narcistische trekken. Het boek bevat veel theoretische informatie over het ontstaan van de stoornis en biedt tevens praktische handvatten om hiermee om te gaan. Er wordt onder andere onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten narcisme en uitgelegd hoe deze stoornis verschilt van andere cluster B-persoonlijkheidsstoornissen. Niet alleen interessant voor narcisten, de handvatten zijn ook toepasbaar voor hulpverleners en anderen met narcisten in hun omgeving. Echter, zoals Appelo hard maar vermoedelijk realistisch benoemt in de epiloog, zonder garantie dat het allemaal goed komt aangezien narcisme niet te genezen is.
 
Een spiegel voor narcisten is om meerdere redenen een aanrader. Om te beginnen onthult de auteur zelf narcistisch te zijn. Wellicht is dat de reden dat de narcist op een niet-veroordelende manier wordt aangesproken, zonder dat deze wordt vrijgepleit van grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast is het boek theoretisch en leerzaam, terwijl het door het gebruik van toegankelijke taal en casussen over beroemde mensen geen droge stof is.
 
Voor de mensen met oog voor detail zal opvallen dat het boek wat interpunctiefoutjes bevat. Tevens is de formule die Appelo gebruikt om uit te leggen wat er nodig is voor duurzame verandering naar mijn idee onnodig ingewikkeld.
 
Samenvattend doet Een spiegel voor narcisten wat het belooft: het helpt mensen met narcistische trekken op een positieve, accepterende manier naar hun gedrag te kijken en dit eventueel aan te passen. En dat in een prettig leesbaar boek.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Judith de Ruiter.
Foto
Geweld door vrouwen
Geschreven door Vivienne de Vogel
 
Steekwoorden: Forensische psychologie, casestudy, korte hoofdstukken, in delen te lezen, makkelijk leesbaar
 
“Mensen die zich schuldig maken aan crimineel gedrag kunnen op weinig begrip van de buitenwereld rekenen. Heeft iemand een moord gepleegd? Levenslang opsluiten op water en brood, of ophangen aan de hoogste boom. Dat zal ze leren.”
 
Het voorwoord beschrijft dat weinig mensen zich verdiepen in de achtergronden van crimineel gedrag, ze veroordelen liever. ‘Geweld door vrouwen’ zoekt deze verdieping wel, door tien verhalen van vrouwen die opgenomen zijn (geweest) in de forensische psychiatrie te vertellen.
 
‘Geweld door vrouwen’ is een boek dat is voortgekomen uit onderzoek naar vrouwen die in de forensische zorg verblijven of hebben verbleven. De schrijfster, een psychologe die zelf al lange tijd in de forensische zorg werkt, beschrijft hoe deze groep altijd haar speciale belangstelling trof. “De levensverhalen zijn vaak triest met een opeenstapeling van trauma’s, hun daden heftig en soms moeilijk te begrijpen”. In het boek staan deze verhalen, daarnaast is er een inleidend hoofdstuk over vrouwelijke geweldplegers en tbs, en een hoofdstuk met onderzoeksresultaten. De schrijfster hoopt met dit boek op meer begrip en inzicht, zodat er mogelijk al eerder hulp kan komen om schade te beperken of zelfs te voorkomen.
 
Bij veel van de vrouwen die in het boek beschreven staan gaat het al op jonge leeftijd mis, soms al tijdens de zwangerschap. Echter zijn er ook verhalen van vrouwen met wie het lange tijd wel goed ging. In alle gevallen pleegden zij een delict waarvoor tbs werd opgelegd. De verhalen geven inzicht in de factoren die tot het delict hebben geleid. Er wordt vervolgens duidelijk beschreven hoe de behandeling wordt vormgegeven en welke moeilijkheden zich daarbij voordoen. De verhalen zijn kort maar krachtig beschreven en zijn soms adembenemend. Elk hoofdstuk eindigt met een stuk verdieping over de diagnose of het gepleegde delict.
 
Sterke kanten aan het boek zijn de goede leesbaarheid, de eerlijke verhalen die inzicht geven in de forensische zorg en de duidelijke informatie. Voor basispsychologen met veel forensische kennis is het boek wellicht niet verdiepend genoeg. Het boek is daarmee vooral een aanrader voor basispsychologen die de forensische zorg overwegen. Basispsychologen die al in de forensische zorg werken zullen de verhalen interessant vinden. Zij kunnen het boek daarna uitlenen aan hun naasten, om hen meer inzicht te kunnen geven in het werk dat zij doen.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Suzan van der Aa.
Foto
Omarm je emoties
Geschreven door Ronald J. Frederick

Steekwoorden: Zelfhulpboek, mindfulness, psychotherapie, aan te raden voor cliënten en verdiepend voor therapeuten.

De twijfelende reactie van de omgeving op een nieuwe baan. Een vervelende ontmoeting die je cliënt heeft met zijn/haar ouders. Die vriendin die volgens de client haar maar moet terugbellen. We bespreken vaker van dit soort situaties met onze cliënten, met vaak de volgende conclusie: ‘Ik weet het heel goed, maar toch vóelt het niet zo.’ En juist dat voelen is blijkbaar erg lastig. In ‘Omarm je emoties’ wordt voelen beschouwd als iets wat mensen in het algemeen eng vinden. Het boek biedt mooie handleiding in het leren voelen en het omarmen van je emoties, waardoor bovengenoemde angst verleden tijd kan worden.

‘Omarm je emoties’ is een zelfhulpboek, die je dus mooi aan je cliënten kan aanraden. Echter is het meer dan dat, het biedt ons basispsychologen een mooi inkijkje en handleiding in het proces wat cliënten ondergaan om meer in contact te komen met hun gevoel. De schrijver, Ronald J. Frederick, is klinisch psycholoog en medeoprichter van het Center for Courageous Living in Beverly Hills. Hij heeft meerdere boeken geschreven, echter is ‘Omarm je emoties’ als enige in het Nederlands vertaald. Vanuit het boek komt naar voren dat hij mindfulness als stroming aanhoudt, maar vooral psychotherapeutisch werkt.

Het boek bevat meerdere casussen, die afgewisseld worden met psycho-educatie over emoties. Door het gebruik van deze casussen wordt helder hoe het proces van leren voelen eruitziet. In het eerste deel wordt stilgestaan bij gevoelens in het algemeen (Wat zijn emoties? Wat is het nut van emoties? Wat vertellen emoties ons?), waarbij ook gesproken wordt over de afweermechanismen die mensen hebben om gevoelens te vermijden. Vervolgens komt er in deel twee een actieplan om je gevoelens achtereenvolgens te gaan herkennen, te voelen en te delen.

​Er zijn veel sterke kanten aan het boek; het leest makkelijk, is goed toe te passen in de praktijk en er wordt voldoende gebruik gemaakt van theoretische onderbouwing. Enkele nadelen zijn dat de schrijver af en toe in herhaling kan vallen en dat de informatie aan het begin van het boek voor basispsychologen weinig vernieuwend is. Mijn algemene oordeel van het boek is echter zeer goed, ik zou het zeker aanraden!

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Marlot Burmanje.
Foto
Positieve Psychiatrie
Geschreven door Frederike Bannink en Frenk Peeters
 
Steekwoorden: positieve psychologie, oplossingsgericht, herstelbenadering, veerkracht, empowerment, visie op de huidige GGZ, gericht op professionals.

In dit boek wordt een vernieuwende visie op de huidige GGZ toegelicht, waarbij als aanvulling op de positieve psychologie ook binnen de psychiatrie een positieve, oplossingsgerichte benadering wordt geïntroduceerd. De auteurs stellen een cultuurverandering voor, waarna ze ingaan op de modellen die aan de basis liggen voor deze visie. Daarnaast worden er toepassingen beschreven en komen vormen van reflectie aan bod.
 
Na een inleiding van Jim van Os, die aangeeft dat dit boek het antwoord is op de spanningen binnen de huidige GGZ, lichten de auteurs toe waarom zij denken dat met behulp van de positieve psychiatrie de kwaliteit en effectiviteit van de behandeling bevorderd kan worden. Ze noemen twee belangrijke paradigmaverschuivingen: het centraal stellen van de mens in plaats van de ziekte en een oplossingsgerichte benadering vanuit synthese (opbouwen naar iets nieuws) naast analyse (onderzoeken van het probleem).
 
De positieve psychiatrie is oplossingsgericht en gaat uit van de herstelbenadering. Wat is de gewenste toekomst en hoe kun je daar naartoe werken? Er ligt minder focus op pathologie en de cliënt wordt uitgenodigd mee te denken en zelf in actie te komen. Bovendien is dit volgens de schrijvers een diagnose-overstijgende behandelvorm doordat er krachtgericht in plaats van klachtgericht wordt gewerkt. Er wordt jammer genoeg dan ook niet ingegaan op toepassingen bij specifieke doelgroepen, hoewel het boek wel is uitgerust met talloze (soms ietwat simplistische) casusvoorbeelden.
 
Het eerste deel geeft een fijne uitleg over de achtergrond van de positieve psychiatrie. Het hoofdstuk met toepassingen is praktisch opgezet met korte, positief gerichte oefeningen die goed los van de literatuur te gebruiken zijn. Het hoofdstuk met reflecties beschrijft hoe de behandelaar aan zelfreflectie kan doen maar ook kan reflecteren op de behandeling samen met de cliënt. Voor de sceptische professional die zich afvraagt hoe deze positieve houding vastgehouden kan worden in de complexiteit van de dagelijkse praktijk, eindigt het boek met antwoorden op eenendertig veelgestelde vragen.
 
Met veel optimistische en inspirerende woorden kondigen de auteurs aan dat een nieuwe toekomst is begonnen. De tekst leest prettig weg en zet aan tot denken over de manier waarop we psychische stoornissen benaderen, zonder met dwingende adviezen te komen. Het geeft een mooie basisvisie vanuit waar iedere behandelaar zijn eigen therapie vorm kan geven. Anderzijds lijkt de positieve psychiatrie nog in de kinderschoenen te staan en ligt er nog een toekomst open voor de precieze invulling en toepassing ervan in de dagelijkse beroepspraktijk.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Divina van der Weijden.
Foto
Knijpen in de ziel
Geschreven door Frans Zitman

Steekwoorden: Deskundig, omvangrijk, literatuuronderzoek, kloof hersenen-geest, crisis in psychiatrie.

"Want uiteindelijk is het slechts de bedoeling van dit boek om enig nieuw licht te werpen op de vreemde, intrigerende, paradoxale en voor de psychiatrische ziektebeelden zo belangrijke relatie tussen hersenen en geest."

Auteur Prof. Dr. Frans Zitman is van origine psychiater en heeft een indrukwekkende loopbaan achter de rug. Sinds 2011 is hij met emeritaat. Dat de psychiatrie zich in een crisis bevindt, heeft er volgens de auteur alles mee te maken dat onvoldoende wordt erkend dat het vakgebied opereert op het snijvlak van lichaam en geest, terwijl onduidelijk is hoe beide op elkaar inwerken ("explanatory gap"). Hij maakt in dit boek gebruik van opvattingen vanuit het wetenschappelijk onderzoek, psychiaters, psychologen en filosofen om de verhouding tussen hersenen en geest te kunnen belichten. Een grote hoeveelheid aan onderwerpen en benaderingen worden op een kritische wijze in korte hoofdstukken van +- 15 bladzijden behandeld. Aan het einde van elk hoofdstuk komt hij terug op de vraag of de desbetreffende behandelde benadering een antwoord geeft op de "explanatory gap".

Na een lange zoektocht is er volgens de auteur voor deze kloof geen verklaring, maar dat vindt hij niet het echte probleem. De verschillende benaderingen ontkennen dat de kloof überhaupt bestaat en onoverbrugbaar is, waarbij ze vooral overtuigd blijven van hun eigen theorieën en invalshoeken. Ze zetten zich tegen elkaar af en er ontstaan onderlinge conflicten, wat de echte crisis is binnen de psychiatrie.
​
Het boek is geen lichte kost en vergt mijns inziens ook enige voorkennis van de psychologie en filosofie. Het staat bol van citaten, referenties, (soms complexe) modellen en theorieën die elkaar in rap tempo afwisselen. Hierdoor lees het boek soms stroef en wat moeilijk verteerbaar. Je moet er echt even goed voor gaan zitten en wennen aan de schrijfstijl van de auteur. Desondanks is het boek intelligent geschreven, aangezien de auteur op basis van een centrale vraag een grote hoeveelheid aan onderwerpen weet te behandelen. Het staat vol met kennis en wetenswaardigheden, zeker als de lezer interesse heeft in de ontwikkeling van de psychiatrie, psychologie en filosofie. 

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Lisanne van der Blom.
Foto
Hete thee en drie klontjes suiker
Verhalen en gedichten over autisme, depressie, burn-out, het leven en de liefde
Geschreven door Netty Dijkstra-Geuze

Steekwoorden: ervaringsverhaal, autisme, opname in de GGZ.

"Maar goed, ik zit er wel mooi mee. Beter gezegd: Ik zit erin. Want je zit in een psychose. En je omgeving zit er mee! Mijn lichaam is mijn gevangenis."

Dit betreft een fragment uit het boek waarin de auteur haar ervaringen deelt over het leven als moeder van twee kinderen met autismespectrumstoornis (ASS), een persoonlijke worsteling met burn-out/depressie en haar weg naar herstel.
 
Het boek bestaat uit drie delen. Deel 1 beschrijft het gezinsleven. Deel 2 beschrijft een deel van de worsteling met burn-out/depressie van de auteur, waarin vooral de opnames in de GGZ worden besproken. Deel 3 bestaat uit gedichten. Het boek is geschreven door Netty Dijkstra-Geuze, in het dagelijks leven welzijnscoach in een verpleeghuis.
 
Het boek biedt een persoonlijke inkijk in het leven van de auteur en haar gezin. In korte, duidelijk beschreven hoofdstukken deelt zij haar ervaringen over toen en nu. Je mag meekijken in het huidige leven, en ook in de geleverde strijd om dit huidige leven weer terug te krijgen.
 
De focus van het boek ligt vooral het gezinsleven en de rol die autisme daarin speelt. Het stuk over het leven in de GGZ is meer op de achtergrond. Hierin beschrijft zij vooral de processen die zich afspeelden tijdens haar opname. Als lezer wens je soms wat verder te mogen ‘kijken’ dan de oppervlakte, omdat je de emoties kunt voelen maar dit niet altijd zo terugleest. Je blijft altijd op een afstand kijken naar het leven: echte emoties worden niet benoemd, gebeurtenissen meer beschreven zoals het gekozen fragment illustreert. Voor de schrijver speelt het geloof een belangrijke rol in haar leven en dit is ook duidelijke rode draad in het boek.
 
Het boek geeft een inkijkje in het proces van iemand die het leven na de GGZ weer heeft opgepakt. Vanuit de blik van een ervaringsdeskundige lees je hoe het zo heeft kunnen komen en hoe de auteur het leven weer heeft opgepakt. Het boek geeft daarmee een inkijkje in de belevingswereld van een (ex-)patiënt en kan daarmee een beeld schetsen voor mensen in het werkveld.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Pamela Dakkus.
Foto
ACT your way
Doen wat werkt voor jou
Geschreven door Denise Mathijssen, Els de Rooij en Denise Bodden
 
Steekwoorden: ACT, zelfhulpboek, werkboek, jongeren, leest makkelijk weg, website.
 
“Dus als je nog niet altijd helder hebt wat jouw koers is: welkom bij de club. Heel veel mensen weten dat niet. En ga vooral verder want door dit werkboek te doorlopen, ga je verder met het leren jouw koers te volgen”.
 
ACT your way is een zelfhulpboek, geschreven voor jongeren van 15 tot 25 jaar. Het is bedoeld voor jongeren die vastzitten in gedachten, zelf opgestelde regels en daarbij komende emoties/reacties die op de een of andere manier zorgen voor problemen. Dit boek moet hen helpen om een nieuwe koers in te slaan, gebaseerd op de eigen waarden. Dit alles gebeurt volgens de theorieën vanuit ACT: Acceptance and Commitment Therapy. Het boek kan door de jongere zelf worden gebruikt, maar kan ook als hulpmiddel in een behandeling worden toegepast. Bij het boek hoort een code, welke op de website toegang geeft tot filmpjes en oefeningen.
 
Het boek is ingedeeld in vier blokken met elk wat filmpjes, oefeningen en opdrachten. Elk blok bespreekt een deel van de ACT-vaardigheden die nodig zijn om een nieuwe koers eigen te kunnen varen. Deze vaardigheden worden, na het theoretische deel, geïllustreerd met een filmpje en vervolgens worden er opdrachten gekoppeld aan dat wat zojuist geleerd is.
 
De auteurs raden aan om minimaal een week uit te trekken voor elk blok. Niet omdat het lezen daarvan zo lang duurt - want het boek leest ontzettend makkelijk weg door het vlotte taalgebruik en de herkenbare voorbeelden - maar omdat je dan zo optimaal mogelijk kunt oefenen met wat je gelezen hebt. Zo kun je als lezer gemakkelijk actief bezig gaan met dat wat je leest; je gaat op pad om foto’s te maken, je doet aandachtsoefeningen, je bekijkt filmpjes en je maakt opdrachten. Zodra je klaar bent, maak je nogmaals een samenvatting van wat er tot dan toe in het boek besproken is.
 
Wat jammer is, is dat sommige filmpjes in het Engels zijn. Daarbij vergt het voor de jongeren veel discipline om het boek (actief!) te doorlopen, zoals het bedoeld is. De combinatie van het boek doorlopen en therapie, zal daarom waarschijnlijk beter aan slaan.
 
Al met al zijn de schrijfsters er goed in geslaagd om een waardevol boek op de markt te brengen voor jongeren om te oefenen met het omgaan met emoties, gedachten en obstakels in het leven en daarbij ook voor basispsychologen om kennis te maken met ACT.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Niels Kroon.
Foto
Psychische klachten bij ouderen
Diagnose & behandeling
Geschreven door Sophia Wang en Abraham M. Nussbaum
 
Steekwoorden: Ouderenpsychologie, diagnostiek, behandeling, praktisch, casuïstiek, actueel.
 
Het veld van de ouderenpsychologie in Nederland is zich stevig aan het ontwikkelen. Zeker in combinatie met de aankomende vergrijzingsgolf lijkt het belang groot van een praktisch bruikbaar en prettig leesbaar boek inzake de behandeling en diagnostiek van ouderen met psychische klachten. Dit boek, geschreven door Wang en Nussbaum, met een voorwoord van en de Nederlandstalige redactie door dr. Arjan Videler, lijkt daarom precies op het juiste moment op de Nederlandse markt te verschijnen.

Het boek is ingedeeld aan de hand van drie hoofdstukken: behandeling en diagnostiek bij ouderen met psychische klachten, het gebruik van de DSM-5 en aanvullende instrumenten en behandelingen. Eén van de sterke punten van dit boek is de uitvoerige casuïstiek, welke aansluit bij een van de centrale concepten binnen de ouderenzorg: het belang van het persoonlijk narratief. Aan de hand van vele voorbeelden illustreren de auteurs het nut, de noodzaak en de wijze van interveniëren in diverse situaties. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillende rollen binnen het netwerk waar men mee te maken krijgt (zorgprofessionals uit verschillende disciplines, mantelzorgers, familielieden) en wordt het belang van samenwerking tussen deze partijen benadrukt. Een ander zeer sterk punt is de hoge mate van praktische bruikbaarheid van het boek. De volgorde waarin de hoofdstukken zijn opgebouwd (van het eerste contact tot behandeling) is parallel aan de daadwerkelijke hulpverleningssituatie, waardoor de context en de timing tevens begrijpelijk en direct toepasbaar is voor de hulpverlenend lezer. Naast concrete handvatten in het eerste contact en de screeningsgesprekken, worden (differentiaal-)diagnostische overwegingen belicht en onderbouwd. Vervolgens worden er psychosociale en psychofamarcologische interventies en behandelingen middels hersenstimulatie behandeld. Er wordt afgesloten met een hartverwarmende conclusie over het feit dat ouder worden niets anders is dan een natuurlijk proces, en dat zowel de hulpverlener als de patiënt zich mogen beseffen dat ook het hulpverleningsproces voornamelijk betekenisvol mag zijn in beide narratieven.
 
Door bovenstaande kwaliteiten kan het boek goed zijn plaats vinden als naslagwerk in de boekenkast van de hulpverlener wie ouderenzorg bedrijft, maar is het ook een informatief boek om de geest van de gemiddelde hulpverlener te scholen en te verbreden, aangezien veel hulpverleners in aanraking komen of zullen komen met ouderen met psychische problemen. Het boek is wel duidelijk gericht op de hulpverlener: met lijsten over (persoonlijkheids-)stoornissen, neurodegeneratieve aandoeningen, cut-off scores voor diagnostiek en aanbevolen doses medicatie lijkt het geen toegankelijk werk voor de gemiddelde lezer. Mocht je als mantelzorger of andere geïnteresseerde je willen verdiepen in dit onderwerp is dit niet het boek bij uitstek.

Eindoordeel: Waardevol, praktisch bruikbaar en een bron van inspiratie voor de gemiddelde hulpverlener, waarbij de nadruk ligt op de hulpverlener wie werkzaam is in de ouderenzorg. Een aanrader als naslagwerk maar ook als algemene verbreding van de kennis over (differentiaal-)diagnostiek en behandeling bij ouderen.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Sanne van Egmond.
Foto
Onvolmaakt tevreden
Omgaan met je innerlijke criticus
Geschreven door Frans Schalkwijk
 
Steekwoorden: schuld, schaamte, kritiek, vermijden, doorbreken, tevreden.
 
“We streven allemaal naar een optimale, positieve zelfwaardering, en dus hebben we een psychische functie nodig die de schommelingen in zelfwaardering in de gaten houdt. Dat is de innerlijke criticus.” 

“Onvolmaakt tevreden” is een boek dat zich richt op het herkennen en erkennen van je innerlijke criticus en geeft uitleg over de emoties schuld en schaamte. Vanaf jonge leeftijd spelen deze emoties een verschillende rol in het aanwezig laten zijn en versterken van de innerlijke criticus. Het boek neemt je door alle leeftijdsfasen heen en laat zien hoe schuld en schaamte een voedingsbodem vormen voor zelfkritiek. Daarnaast laat het zien wat het effect kan zijn als je die schuld en schaamte omarmt in plaats van tegenwerkt.

De schrijver van het boek is Frans Schalkwijk. Een psychotherapeut en psychoanalyticus die al verschillende boeken en artikelen op zijn naam heeft staan. Hierin zijn emoties vaak het onderwerp en is hij in het bijzonder geïnteresseerd in de gewetensontwikkeling. Naast het schrijven van artikelen en boeken werk hij in zijn eigen praktijk als psychotherapeut en is hij Pro Justitia rapporteur. 

Het boek zelf bestaat uit overzichtelijke hoofdstukken met een opbouw op basis van leeftijd en bijpassende emotionele ontwikkeling. Aan het eind van elk hoofdstuk vind je een korte samenvatting en verdiepende vragen om diepgang te ontdekken in je eigen gevoelens van schuld en schaamte. Ook zijn er korte vragenlijsten waarmee je kan ontdekken tot welke vorm van schuld of schaamte je geneigd bent. Om de informatie te onderbouwen wordt gebruik gemaakt van praktijkvoorbeelden. Dit maakt het boek interessant om te lezen. Ondanks dat het boek inhoudelijk goed is, vond ik de manier waarop het geschreven is persoonlijk niet fijn. De psychoanalytische achtergrond is merkbaar waardoor ik het boek moeilijk vond om doorheen te komen. De schrijfstijl is bedoeld als verhalend, maar bestaat daardoor ook uit lange zinnen met voorbeelden of ‘kreten’ die niet altijd lekker lezen. Het doel om een zelfhulpboek te zijn is daarbij in mijn ogen niet behaald.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Marinka van Wingerden.
Foto
Compassion Focused Therapy
De toepassing binnen CGT
Geschreven door Paul Gilbert

​Steekwoorden: CGT, behandeling, verdiepend, compassie, praktisch toepasbaar.
 
“Compassie transformeert de geest.”
 
Dit boek over Compassion Focused Therapie (CFT), biedt een aanvullend en vernieuwend perspectief op de al bestaande behandelmethodes waaronder CGT. De auteur, Paul Gilbert, is klinisch psycholoog en grondlegger van CFT. Deel I van het boek gaat over de theoretische achtergrond van CFT met uitleg van belangrijke begrippen zoals hechting, affectregulatie en mentaliserend vermogen. Aangevuld met onderzoeksbevindingen vanuit verschillende hoeken zoals vanuit de evolutionaire psychologie en de neuropsychologie. In deel II van het boek gaat het over de toepassing van CFT, met allerlei praktische oefeningen om compassie toe te passen in de behandeling en compassie bij je cliënt naar zichzelf en de ander toe te versterken. 
 
Sterk aan het boek vond ik het onderwerp. Ik vind CFT een vernieuwend perspectief binnen de behandelmethodes met name rondom zelfkritiek en schuld- en schaamtegevoelens. Deze emoties zorgen indien te veel aanwezig voor psychisch disfunctioneren en kom je als hulpverlener veel tegen in behandeling. Deel II biedt een uiteenzetting van verschillende oefeningen zoals mindfulness en imaginatieoefeningen om na het lezen van het boek direct mee aan de slag te kunnen in de behandelkamer. Met deze oefeningen leer je je cliënt om liefdevolle zorgzaamheid te ontwikkelen in aandacht, gedachten, gedrag en verbeelding richting zichzelf en anderen. Het helpt je ook om als therapeut compassievoller te zijn.  Deel I van het boek vond ik soms wel wat lastig leesbaar vanwege de soms wat abstracte theoretische uitleg, vandaar dat ik denk dat enige basiskennis rondom CGT wel helpt bij het lezen van het boek en het kunnen integreren van de kennis. 
 
Samenvattend een zeer vernieuwend en interessant boek om als hulpverlener te lezen en daarmee je behandelinterventie mogelijkheden te verdiepen en te vergroten. Daarnaast geeft het handvatten om met specifieke emoties in de behandeling om te gaan zoals schuld, schaamte en zelfkritiek. 

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Janne Mannens.
Foto
N=1 Gevalsstudies kinderen en jongeren
Geschreven door Joop Bosch en Pier Prins
 
Steekwoorden: onderzoek, psychologie, cognitieve gedragstherapie, praktische adviezen.
 
Dit boek illustreert de praktijk van cognitieve gedragstherapie aan de hand van een bloemlezing van N=1 studies. Bij N=1 studies in psychotherapieonderzoek worden bij een en dezelfde patiënt de klachten op een aantal momenten gemeten voorafgaand aan de behandeling, tijdens de behandeling en bij afronding ervan. Op die manier kunnen het verloop van de frequentie en ernst van de klachten voor, tijdens en na de behandeling worden vergeleken. Het fenomeen N=1 studies krijgt door dit boek een podium aangereikt, welke het volgens de auteurs verdient naast de bekendere randomized controlled trial (RCT). RCT’s zijn gericht op groepsstudies en vooral bedoeld om de effectiviteit van interventies voor grote groepen te bestuderen. De resultaten van deze groepsstudies zijn vaak niet van toepassing op de individuele patiënt voor wie de interventie bedoeld is.
 
Een sterk punt van dit boek is dat er per probleemgebied een casus wordt uitgewerkt. Hierbij valt te denken aan angst en somberheid, autistiform gedrag, agressief gedrag en opvoedproblemen, ADHD, dwang, tics en trauma. Relevante onderdelen van het behandelproces (probleeminventarisatie, meten, probleemanalyse maken, formuleren van een holistische theorie of casusconceptualisatie, uitwerken van analyses in een behandelplan, etc.) worden per probleemgebied naar voren gebracht. Dit helpt de lezer om een beeld te  vormen van het klinische werkveld, met een specifieke aandacht voor de structuur en opbouw van een cognitieve gedragstherapie.  Hiermee kan het boek dienen als een belangrijk naslagwerk voor collega-therapeuten. Zij kunnen hun eigen praktijk en handelen afwegen met de voorbeelden uit het boek. Daarmee tracht dit boek dan ook om collega-therapeuten te inspireren en stimuleren tot verbetering van hun therapeutisch handelen.
 
Hierop aansluitend kan gesteld worden dat dit boek bedoeld is voor cognitief gedragstherapeuten (i.o.), supervisors, maar ook voor behandelaars (i.o.) van andere therapeutische richtingen en uit andere disciplines (orthopedagogen, psychiaters). Alsook voor patiënten. Samengevat, voor iedereen die een indruk wil krijgen van de cognitieve gedragstherapie in uitvoering.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Heena Tahir-Nazir.
Foto
N=1 Gevalsstudies volwassenen
Geschreven door Arnold van Emmerik en Paul Rijnders

Steekwoorden: cognitieve gedragstherapie, N=1, verdiepend voor behandelaren.

“Het is beter om 1 rat 1000 uur te observeren dan 1000 ratten een uur."

​N=1 Gevalsstudies volwassen beschrijft een aantal N=1 studies, waarbij er wordt gekeken naar de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie. Er wordt per casus goed ingegaan op de details die van belang zijn. Per casus wordt uitgebreid besproken wat de achtergrond is van een cliënt, verloop van hulpverlening en de knelpunten. Vervolgens wordt er een plan van aanpak opgesteld, van waaruit er wordt gekeken naar de ontwikkelingen bij de cliënt. Er zijn meerdere meetmomenten afhankelijk van de problematiek van de cliënt.  De ontwikkelingen worden weergegeven in grafieken en tabellen.

De casussen die worden besproken zijn erg divers, van verslaving tot psychotrauma. Zo kan men ook zien dat de vooruitgang bij N=1 studies niet alleen beperkt is tot een specifiek psychisch probleem, maar een positief effect heeft bij diverse psychologische problemen.

Een minpunt van dit boek is dat het niet snel wegleest. Je merkt tijdens het lezen echt dat het een studieboek/handleiding is voor behandelaren en er zit geen echte verhaallijn in.

Wat ik sterk vond aan dit boek was de uitgebreide beschrijving van casuïstiek, diversiteit van probleemgebieden en nuttige aanbevelingen voor de toekomst. De theoretische onderbouwing was ook sterk en duidelijk. Het is ook handig dat casuïstiek-gerelateerde tekst een andere kleur achtergrond heeft. Dit leest wat makkelijker. Nog een sterk punt van dit boek is de heldere uitleg, door middel van duidelijke tabellen en figuren over o.a. probleemsamenhang en analyses.

Kort samengevat heeft dit boek overwegend sterke punten en is het een handig boek voor behandelaren. 

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Lana Donse.
Foto
Röstirondjes en rollade
(over)leven in de eetstoorniskliniek
Geschreven door Imke van Wettum
 
Steekwoorden: eetstoornis, waargebeurd, persoonlijk verhaal.
 
In dit boek vertelt de schrijfster over haar persoonlijke ervaringen met de behandeling van haar eetstoornis tijdens verschillende klinische opnames. Zo krijg je als lezer een uniek kijkje in haar wereld, die in de kliniek erg klein en afgesloten kan zijn.
 
Zonder omwegen vertelt ze waar ze tegenaan loopt, zowel in haar strijd tegen de eetstoornis als met de hulpverlening. Op die manier voert ze de lezer mee in de dilemma’s die je tegenkomt, zowel uit het perspectief van iemand met een eetstoornis als dat van de behandelaar.
 
Het boek begint bij de eerste ziekenhuisopname en sluit af op het moment dat de schrijfster weer naar buiten stapt na haar laatste periode in de kliniek. Daartussenin beschrijft zij de ontwikkelingen in grote lijnen, vol anekdotes over de eetmomenten, de beslissingen die zij moet nemen of die voor haar gemaakt worden en de interactie met lotgenoten en therapeuten. De veelal ingrijpende en frustrerende ervaringen worden op luchtige wijze met hier en daar een snufje humor beschreven. Het is een ontroerend en confronterend, maar tegelijkertijd prettig leesbaar verhaal.
 
Sterk in het boek zijn de eerlijkheid en de heldere schrijfwijze. Nuchter en ongecensureerd zijn de persoonlijke ervaringen op papier gezet. Zeker omdat een eetstoornis niet altijd even goed begrepen wordt, kan dit verhaal inzicht geven in wat er omgaat in iemand met anorexia nervosa. Wel gaat het met name over de muren waar de schrijfster tegenaan is gelopen tijdens de klinische opname; zij gaat niet zozeer diep in op onderliggende gedachten en gevoelens. Voor de ervaren psycholoog kan dat wellicht vragen oproepen. Desondanks stelt ze zich zeer kwetsbaar op, waardoor ze een waarheidsgetrouw beeld schetst van hoe het is om met een ernstige eetstoornis te leven.
 
Zowel voor psychologen die eetstoornissen beter willen begrijpen als voor mensen die zelf met een eetstoornis kampen is dit boek een aanrader. Het is een persoonlijk verhaal dat aan het denken zet over de huidige benadering in de ggz, motiveert om met eetproblemen aan de slag te gaan en te zoeken naar een behandelvorm die recht doet aan de behoeften van het individu.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Colette Molin.
Foto
Differentiële diagnostiek DSM-5
Geschreven door Michael B. First

Steekwoorden: Differentieel diagnostiek, DSM-5, theorie, praktisch toepasbaar, naslagwerk, wetenschappelijk onderbouwd.

Het boek opent als volgt: “Differentiële diagnostiek hoort voor ons clinici tot de dagelijkse routine. De meeste patiënten komen onze spreekkamer niet binnen met de woorden: ‘Ik heb een depressieve stoornis, schrijf me maar een antidepressivum voor’ (hoewel er wel patiënten zijn die dit wel doen!)”. Dat is ook precies waarom het boek, volgens mij, zo bruikbaar is voor vrijwel alle psychologen.

Het boek is geen boek dat gemakkelijk wegleest of dat je van voor naar achter zal lezen. Vandaar dat ik het recenseren deze keer anders heb aangepakt door het boek voor algemeen gebruik neer te leggen in de praktijk waar ik werk. Natuurlijk met de vraag aan mijn collega’s om mij te voorzien van feedback, welke ik zou kunnen gebruiken voor deze recensie.

Het boek is door mij en mijn collega’s zeer goed ontvangen. Het is een studieboek dat zich tot doel stelt om de lezer vaardiger te maken in het formuleren van de differentiële diagnostiek op basis van de DSM-5 criteria. Aan het begin van het boek wordt aandacht besteed aan de algemene stappen van differentiële diagnostiek. Vervolgens zijn er beslisbomen opgesteld welke gerangschikt zijn volgens de DSM-5 categorieën. Elke beslisboom begint met een symptoom en biedt daarna beslispunten om te bepalen welke classificatie dit symptoom het beste zou kunnen verklaren. Het laatste deel van het boek bestaat uit tabellen waarbij de stoornissen zelf het uitgangspunt zijn. Je kunt daarin een stoornis opzoeken en ziet dan vervolgens in de tabel welke DSM-5 stoornissen belangrijke kenmerken gemeen hebben met jouw voorlopige classificatie.

Doordat het boek zo overzichtelijk is ingedeeld, is het gemakkelijk om snel iets op te zoeken, bijvoorbeeld als je bezig bent met het opstellen van een (beschrijvende) diagnose of als je bezig bent met diagnostiek en wil kijken welke stoornissen je nog wilt uitsluiten. Mijn collega’s en ik hebben het boek er de afgelopen maanden dan ook regelmatig bij gepakt en het heeft ons elke keer weer nieuwe overwegingen gegeven en een stap verder geholpen.
​
Wat mij betreft heeft het boek geen minpunten en is het een onmisbare aanvulling op het handboek en het beknopte overzicht van de DSM-5 voor elke psychologiepraktijk. 

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Eva de Haan.
Foto
Extase
Over de Godhelm en andere religieuze experimenten
Geschreven door Michiel van Elk

Steekwoorden: wetenschap, religie, spiritualiteit, filosofisch en laagdrempelig.

Religieuze en spirituele ervaringen zijn belangrijk en geven zin en betekenis aan ons leven, zo begint Michiel van Elk het boek Extase. Aan de Universiteit van Amsterdam is hij als onderzoeker verbonden aan het Religion, Cognition & Behavior Lab, waar hij met anderen onderzoek doet naar deze ervaringen. Zo stonden ze in 2016 op Lowlands met de ‘Godhelm’: een inmiddels beroemd experiment waarbij (ongeveer de helft van de) deelnemers bijzondere spirituele ervaringen rapporteren door het opzetten van een helm waaraan bijzondere krachten werden toebedeeld. In werkelijkheid is de helm niet zo bijzonder; het gaat om een placebo-Godhelm.

Extase leidt de lezer langs verschillende visies op religie en spiritualiteit, zonder zelf een duidelijk standpunt in te nemen of (ver-)oordelend te zijn. Michiel van Elk is zelf van Christen naar atheïst naar agnost ontwikkeld, en zijn genuanceerde en neutrale positie klinkt door in het boek. Heel knap voor een boek binnen dit genre, boeken die toch regelmatig met een duidelijk gekleurde insteek zijn geschreven. Dat is bij Extase niet het geval. Het boek is op een academische en genuanceerde manier geschreven zonder ingewikkeld of langdradig te worden. Het boek is hiermee laagdrempelig en leest gemakkelijk weg.

Vanuit professioneel oogpunt is dit boek interessant voor cognitief psychologen, vooral wanneer ze zich met onderwerpen als religie en spiritualiteit bezighouden. Door het boek heen zijn verwijzingen naar (cognitief) psychologische onderzoeken verweven. Een enkele keer wordt ook een uitstapje gemaakt naar de klinische psychologie, wanneer het bijvoorbeeld gaat om de relatie tussen hallucinaties, schizofrenie en religieuze ervaringen. Het onderwerp van het boek bevindt zich op het snijvlak van psychologie en filosofie, en is daarom ook voor filosofen interessant. Extase is een absolute aanrader voor alle geïnteresseerden in religie en spiritualiteit.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Ingur Zimmermann.
Foto
Suïcidepreventie. Bouwen aan hoop
Geschreven door René den Haan en Fredrike Bannink

Steekwoorden: Suïcide, suïcidale ideatie, suïcidaal gedrag, oplossingsgericht, pragmatisch, positieve psychologie en praktisch.

Niks voert de druk in een behandelrelatie zo op als suïcidale uitingen van de patiënt. Niet zelden slaat de paniek bij behandelaars toe. En daarmee vermijdingsdrang. Niet doen, adviseren de auteurs van dit boek: beide clinici met ruime oplossingsgerichte ervaring. Ze bieden behandelaars een pragmatische, oplossingsgerichte en positieve aanpak die steunt op drie pilaren: contact maken, veiligheidsafspraken maken en naasten betrekken. Het zet de patiënt in zijn of haar kracht.

Deze aanpak past goed in de 'Multidisciplinaire Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag' waarop dit boek dan ook is gebaseerd. Bovendien leent het veel van de beproefde Signs of Safety aanpak. Het schurkt hierdoor misschien nog wel het meest tegen dialectische gedragstherapie aan.
De auteurs larderen de essentie van deze twee benaderingen met beknopte achtergrondinformatie, maar vooral ook veel voorbeelddialogen en praktijkervaringen van behandelaars en patiënten. In dat laatste ligt de meerwaarde van dit boek. Voor wie dat minder interesseert, volstaat het om de multidisciplinaire richtlijn gratis te downloaden en lezen.

Ontluisterend van dit boek vind ik dat de auteurs zich genoodzaakt zien behandelaars uit te leggen dat een menselijke en authentieke benadering van de patiënt noodzakelijk is. Dit zou gemeengoed moeten zijn, maar de auteurs constateren anderszins, in ieder geval bij dit onderwerp.

Het boek zal vooral nuttig zijn voor wie zich overvallen voelt door suïcidale uitingen en behoefte heeft aan grip. Beter is om dit boek als voorbereiding mee te geven aan behandelaars die hiermee te maken zullen krijgen - of zij nu dezelfde oplossingsgerichte methoden ambiëren of niet. Tot slot is het een prettig leesbare aanvulling op de multidisciplinaire richtlijn. Een die het wellicht, om de lezer meer focus te bieden, met iets minder voorbeelden en tips en wat meer synthese had kunnen doen.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Lisanne van der Blom.
Foto
Kompas ICD-10-CM
Een gids voor diagnostiek en classificatie van psychische en gedragsstoornissen
Geschreven door Jack Shaffer en Emil Rodolfa

Steekwoorden: diagnostiek, ICD-10, casuïstiek en achtergrondinformatie.

"Hij antwoordde dat hij het moeilijk vond om te begrijpen wat de ervaring van die persoon was en hij kon niet tegelijkertijd proberen die ervaring te begrijpen en na te denken over het beeld dat hij had over deze casus" (blz. 127)

Het boek legt de focus op het uitleggen en verdiepen van het psychodiagnostische proces. De ICD-10 wordt hierbij als classificatiesysteem besproken. Opgesplitst over 10 hoofdstukken wordt de lezer meegenomen door de achtergronden van psychodiagnostiek en het toepassen van de ICD-10, geïllustreerd aan de hand van drie casussen. Het boek is geschreven door Jack Shaffer, PhD (psychotherapeut en klinisch & neuropsychologisch onderzoeker) en Emil Rodolfa, PhD (hoogleraar psychologie aan de Alliant International University in Sacramento).

De sterke punten van het boek zijn ten eerste dat het boek een gestructureerde opzet heeft waarin alle processen rondom psychodiagnostiek worden beschreven: van de achtergrond van diagnostiek en het daadwerkelijke diagnostische proces tot aan handige hulpmiddelen. Ten tweede verduidelijkt casuïstiek de aangeboden theorie en werkt deze in een praktijkvoorbeeld uit. Tot slot is de schrijfstijl kort en bondig.

Een van de minder sterke kanten van het boek is de gebruikte taal, die soms belerend over kan komen: "u weet toch wel dat", "laten we aannemen dat u competent bent". Ook gaat hoofdstuk 1 over de kern van het werken met de ICD-10. Vervolgens gaat het boek in op de achtergronden van diagnostiek om dan pas terug te keren naar het diagnostische proces. Hierdoor is de opgedane kennis in hoofdstuk 1 al meer naar de achtergrond verdwenen, terwijl dit pas vanaf hoofdstuk 4 wordt toegepast.

Samengevat biedt het boek de basisprincipes en verdieping over de achtergrond van diagnostiek. De geboden casuïstiek verheldert de theoretische achtergrond. Het taalgebruik komt soms belerend over en kan sturend zijn naar een bepaalde interpretatie. Als je daar doorheen kunt lezen biedt dit boek een goede introductie voor beginners in de psychodiagnostiek en is daarnaast een goede opfrisser of goed naslagwerk voor de meer ervaren psychologen onder ons.

Foto
Deze recensie is geschreven door Ive Reijnders.
Foto
Casusboek DSM-5
Geschreven door John W. Barnhill
 
Steekwoorden: Casuïstiek, naslagwerk, up-to-date, en DSM-5.

‘’Sam Klapperveld, een 52-jarige conciërge die nooit gehuwd is geweest, meldt zich voor behandeling van zijn depressiviteit. Hij worstelt al jaren met depressieve symptomen en heeft fluoxetine, citalopram en ondersteunende psychotherapie gehad, die tot lichte verbetering hebben geleid. Op de vraag of er nog andere zaken zijn waar hij zich zorgen over maakt, antwoordt de patiënt dat hij zich opdringende beelden heeft over dat hij iemand slaat, dat hij vreest dat hij dingen zal zeggen die beledigend zijn of niet kloppen, en dat hij bezorgd is dat hij zijn buren stoort.’’
 
Een voorbeeld van een passage uit het casusboek, waarin volgens dezelfde indeling als de DSM-5 stoornissen worden uitgelegd en geclassificeerd. Het classificeren a.d.h.v. de DSM-5 kan nog wel eens lastig zijn. Echter biedt dit werk, middels casuïstiek en een prettige en overzichtelijke structuur, wellicht de oplossing. Elk hoofdstuk begint namelijk met een inleidend, informatief stuk over een bepaalde stoornis, bijvoorbeeld obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen, geschreven door John. W. Barnhill en onderbouwd met wetenschappelijke literatuur. Vervolgens wordt een praktijkvoorbeeld geschetst waarbij alle benodigde informatie om tot een classificatie te komen gegeven wordt. Dit praktijkvoorbeeld wordt daarna ook besproken aan de hand van de DSM-5.
 
John W. Barnhill is een Amerikaanse klinisch-psycholoog die al jaren werkzaam is in dit vakgebied en daarnaast ook leraar is aan Columbia University. Het goede aan dit boek vind ik dat er zoveel recente wetenschappelijke literatuur in te vinden is en dat mensen uit de praktijk, zowel (ervaren) psychiaters als sociaal-maatschappelijk werkers en psychiatrisch verpleegkundigen, een bijdrage hebben kunnen leveren en baat hebben bij dit boek. Doordat het boek gestaafd is op meer dan honderd casussen, zorgt dit ervoor dat het lezen hiervan herkenning kan oproepen bij professionals, waardoor het een waardevol naslagwerk kan worden in de Nederlandse ggz.
 
De vakterminologie maakt enerzijds dat het boek niet is weggelegd voor een ‘leek’, maar anderzijds dat het des te meer een echte must is voor de regelmatige gebruikers van de DSM-5, de ervaren clinici of juist voor de mensen nog in ggz-opleiding.

Foto
Deze recensie is geschreven door Dorian Comperen.
Handboek en Casusboek LVB en verslaving
Geschreven door Joanneke van der Nagel, Marion Kiewik en Robert Didden
 
Steekwoorden: LVB, verslaving, wetenschappelijk onderbouwd en praktisch toepasbaar.
 
“Iedereen gebruikt toch?!” wordt vaak gedacht wanneer het gaat om middelengebruik. Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) vormen echter een extra kwetsbare doelgroep in de maatschappij. Daarom gaan deze boeken specifiek in op de risico’s van mensen met LVB in relatie tot middelengebruik. Het gebruik van tabak, alcohol en drugs brengt risico’s met zich mee die veelal worden onderschat. Overmatig gebruik veroorzaakt juist bij deze doelgroep meer problemen. 
 
Het handboek bevat de theoretisch achtergronden en beschrijft de laatste inzichten rondom middelengebruik bij mensen met LVB. Er wordt hierbij aandacht besteed aan de behandeling, wet- en regelgeving, het huidige beleid in de zorg en manieren om problematisch gebruik te voorkomen. Bestaande protocollen sluiten vaak onvoldoende aan op de doelgroep met deze dubbeldiagnose. Behandelaars komen dan ook voor een uitdaging te staan wanneer ze met deze doelgroep te maken krijgen. Dit boek beschrijft specifieke en bruikbare kennis voor mensen met deze dubbeldiagnose.
 
Het casusboek illustreert hoe de kennis en inzichten, zoals beschreven in het handboek, gebruikt kunnen worden in de praktijk. Het casusboek gaat in op het signaleren en analyseren van gebruik, behandeling én beleid en preventie bij LVB en verslaving. Per casus wordt het probleem geanalyseerd, de behandeling geformuleerd en valkuilen en tips beschreven.
 
Deze boeken vormen een brug tussen theoretische kennis en het praktische werkveld. De hiaten in bestaande protocollen worden blootgelegd. Deze boeken leveren dan ook geen standaard protocol of richtlijnen die een-op-een toepasbaar zijn in de praktijk. Dit geeft ruimte, maar ook verantwoordelijkheid voor de professional om kritische afwegingen te maken en goed te signaleren. Vooral de combinatie van het handboek en casusboek geeft goede handvatten in deze overwegingen en in het gehele proces van de hulpverlening van mensen met LVB en een verslaving. De boeken zijn zeer geschikt voor professionals die werkzaam zijn in de gehandicaptenzorg, verslavingszorg, jeugdzorg, forensische zorg en ggz.

Foto
Deze recensie is geschreven door Anne Heesakkers.
Foto
Echo’s van trauma
slachtoffers als daders, daders als slachtoffers
Geschreven door Marijke Baljon en Renate Geuzinge
 
Steekwoorden: prikkelend, verdiepend, leest makkelijk weg, neuropsychologisch ontwikkelingsperspectief, hechting, trauma en handelingsadviezen.
 
“Leren vergroot in ons vak niet alleen onze kennis, maar verkleint ook onze blinde vlekken.”
 
Het boek neemt je mee in het hoofd van iemand met een vroegkinderlijk trauma of een onveilige gehechtheidsontwikkeling. Vanuit een neuropsychologisch ontwikkelingsperspectief laten de auteurs de lezer deze wereld ervaren en leggen de in theorie ingewikkelde materie vergemakkelijkt uit. Het boek heeft een gestructureerde opbouw waarbij verband wordt gelegd tussen theorie en praktijk. Er wordt gebruik gemaakt van heldere metaforen, wat het boek goed leesbaar maakt.
 
Een nieuw licht wordt geschenen op het verklaren van huidig gedrag, wat helpend is in het begrip voor de behandelaar en verontschuldigend is tegenover de cliënt. De noodzakelijkheid van interdisciplinaire samenwerking voor juiste integratie en ontwikkeling komt uitgebreid aan bod en biedt de lezer inzicht buiten de eigen denkkaders. Waar reguliere (studie)boeken zich vaak focussen op één zienswijze van waaruit problematiek beredeneerd wordt, helpt dit boek om vanuit een allesomvattend kader naar gedrag en behandeling te kijken. Er wordt gesteld dat voor een gezonde ontwikkeling voldoende differentiatie en verbinding tussen verschillende delen van groot belang is. De auteurs weten hiervan mooi gebruik te maken, waardoor visies elkaar juist weten aan te vullen en minder als los zand worden. Deze ophelderende informatie zal, mijns inziens, de startende psycholoog richting geven in juiste aansluiting en benaderingswijze, van waaruit diagnostiek en behandeling vorm kan krijgen.
 
Ook wordt er voorzien in bruikbare tips en handvatten. “Wat niet in een woord geuit kan worden, blijft knagen in de binnenwereld en bestaat niet in de buitenwereld.” Door ondersteuning met casuïstiek worden er woorden gegeven aan gedrag dat vaak leidt tot misinterpretaties. Dit maakt het boek levendig en kan tot herkenning leiden bij de lezer. De duidelijke uitleg over de werking achter vaak bekende technieken, maakt dat deze weloverwogen in het stapsgewijze proces ingezet kunnen worden. Een keerzijde is echter dat de interventies enkel kort worden aangestipt, wat soms de vraag oproept hoe deze vertaald kunnen worden naar de praktijk. Daarnaast zijn een aantal hoofdstukken, door ingewikkelde psychologische processen, lastiger te lezen. Het lukt de auteurs om ondanks dit telkens weer terug te pakken, samenhang te creëren en hierop voort te bouwen, waarmee vele vragen beantwoord worden. Tevens schenken de auteurs aandacht aan zelfzorg, waarmee ze zorg dragen voor ‘ons’ als therapeuten.
 
Het boek geeft me zin om deze prikkelende kennis over te brengen en te gebruiken in mijn dagelijkse werk. Al met al een toegankelijk boek en een must read voor hulpverleners.

Foto
Deze recensie is geschreven door Sanne van Egmond.
Foto
Uit je burn-out
Geschreven door Carien Karsten

Steekwoorden: burn-out, herstel, falen, energie, vermoeidheid, werk en grenzen.
 
“Burn-out is dé beroepsziekte van deze tijd. Eén op de zeven werkende heeft er last van. Het heeft een lange termijn oorzaak, alsof je getraumatiseerd bent door je werk.”

Uit je burn-out is een boek dat gericht is op het overwinnen van je burn-out. Er komen allerlei onderwerpen aan bod die van invloed zouden kunnen zijn op je burn-out en het herstel daarvan. Zo komen er energiegevers en energievreters voorbij, wordt er aandacht besteed aan lichamelijk aspecten, maar ook aan de werkomgeving en het werkklimaat.

De schrijfster van het boek is Carien Karsten, die zich gespecialiseerd heeft in het schrijven en vertellen over burn-out en stresspreventie. Ze heeft verschillende boeken geschreven, waarvan een aantal ook vertaald zijn in andere talen. Daarnaast heeft ze ook haar eigen praktijk waarin ze cliënten behandeld voor burn-out en stressklachten. Ze houdt zich ook bezig met allerlei leuke nevenactiviteiten. Zo schrijft ze  columns voor intermediair.nl, is ze redacteur van het EMDR magazine en schrijft zelf ook boekrecensies voor Psychologie Magazine.

Uit je burn-out bestaat uit twee boeken, waarbij op het eerste blik duidelijk wordt dat de delen zowel los als samen gebruikt kunnen worden. Het leesboek bestaat uit 30 hoofdstukken, die kort van opzet zijn. Er lijkt onderscheid gemaakt te zijn tussen de opstartfase, een (her)beoordelingsfase en terugkeer in het werk. Om de informatie in het boek te onderbouwen wordt er gebruik gemaakt van concrete voorbeelden en zitten tips of uitgeschreven oefeningen bij. Het werkboek bestaat ook uit 30 hoofdstukken. Hier wordt onderscheid gemaakt in thema’s gericht op de voorbereiding, het lichaam, emoties, de geest en zingeving. De hoofdstukken lopen daarmee niet helemaal gelijk met die van het leesboek. Het krachtige van het werkboek is dat er gebruik wordt gemaakt van duidelijke heldere taal en dat er afbeeldingen en diagrammen in staan die de informatie verduidelijken.

​Beide boeken hebben de opbouw van een zelfhulpboek. Het leesboek lijkt daarmee meer uit te gaan van een wat vrije invulling en open voor interpretatie. Het werkboek neemt je meer aan de hand mee en geeft een duidelijke rode draad. Voor basispsychologen zijn beide boeken goed te gebruiken in de praktijk en bieden ze veel informatie voor psycho-educatie maar ook concreet oefenmateriaal om met cliënten te doen. Tot slot, beide boeken geven een brede blik op de problematiek; burn-out is een probleem van de werknemer én werkgever. 

Foto
Deze recensie is geschreven door Michelle  Janssens. 
Foto
Verlamd van Angst
Geschreven door Agnes van Minnen
 
Steekwoorden: psycho-educatie, verwerkingsgericht, confronterend, taboedoorbrekend en ontzettend waardevol.
 
Verlamd van Angst is een ontzettend waardevol boek voor cliënten, maar biedt ook goede inzichten voor psychologen als het gaat om het behandelen van seksueel trauma. Er wordt in eenvoudige taal uitleg gegeven over overlevingsreacties die optreden bij seksueel misbruik, wat cliënten helpt om te begrijpen waarom ze bijvoorbeeld niet hebben kunnen terugvechten, of waarom ze niets verteld hebben en het misbruik langer is doorgegaan. Wat een belangrijke rol speelt bij het beantwoorden van deze vragen zijn onbewuste, automatische overlevingsreacties die evolutionair ontstaan zijn, en de lichamelijke processen die hierbij betrokken zijn. Agnes van Minnen vult deze uitleg aan met het ontkrachten van mythen die er zijn omtrent seksueel misbruik, en bespreekt kort belangrijke wetenschappelijke inzichten.
 
Ik denk dat deze informatie bij cliënten (en hun omgeving) leidt tot meer acceptatie, omdat ze leren de schuld voor het misbruik niet meer bij zichzelf te leggen. Wat voor therapeuten belangrijk is om te weten, is dat veel slachtoffers van seksueel misbruik dit namelijk wel doen. Een belangrijk onderdeel van de behandeling is daarom antwoorden te geven op de vragen van cliënten: ‘waarom heb ik niet teruggevochten?’, ‘waarom heb ik het zo lang verzwegen?’, ‘waarom heb ik eraan meegewerkt?’. Agnes gebruikt verhalen die geïnspireerd zijn op de verhalen van haar cliënten, om de overlevingsreacties te illustreren. De reacties op zo’n manier in een context plaatsten maakt dat ze nog beter te begrijpen zijn, maar maakt het aan de andere kant ook confronterend. Verlamd van Angst vond ik dan ook wel een boek wat je gedoseerd moet lezen. Als je het boek in de behandeling wil gebruiken is het belangrijk om samen met je cliënt stil te staan bij wat zij hierin prettig vinden.
 
Naast uitleg over overlevingsreacties tijdens het trauma besteedt Agnes ook aandacht aan het herstellen van seksueel misbruik, en welke processen het herstel van het misbruik kunnen belemmeren. Zo bespreekt ze o.a. vermijding, verhoogde waakzaamheid, victim-blaming en verbittering die het proces van verwerking kunnen belemmeren. Een sterk punt van het boek is dat het zowel mannen als vrouwen includeert. Als er gesproken wordt over seksueel misbruik wordt er vaak gedacht aan vrouwelijke slachtoffers, terwijl dit mannen ook kan overkomen. Verlamd van Angst is dus een behulpzaam boek voor zowel mannen als vrouwen die seksueel misbruik hebben meegemaakt, kan de drempel tot het zoeken van behandeling verlagen maar ook ondersteunend gebruikt worden als behandeling al van start is gegaan.

Foto
Deze recensie is geschreven door Niels Kroon.
Foto
Optimisme, Hoop, Veerkracht, Zelfvertrouwen
Geschreven door Matthijs Steeneveld
 
Steekwoorden: positieve psychologie, persoonlijk, zelfontwikkeling en psychologisch kapitaal.
 
Als er nog geen kookboek voor het brouwen van een draagkrachtelixer bestond, is daar nu verandering in gekomen. Ietwat gechargeerd, maar de relatief jonge stroming van de positieve psychologie kan met “Optimisme, Hoop, Veerkracht, Zelfvertrouwen” van Matthijs Steeneveld een pareltje aan het arsenaal toevoegen.
 
Matthijs Steeneveld (1985) noemt zich trainer, coach en psycholoog. Met brede ervaring in het werkveld van de psychologie is Matthijs te bestempelen als een veelzijdig en gepassioneerd professional met een overduidelijke voorkeur voor halfvolle glazen. Met zijn boek beoogd hij psychologisch kapitaal over te dragen aan het grote publiek.  
 
Bij het openslaan van het boek wordt het al snel duidelijk: het is niet de bedoeling dat Matthijs de boodschap van psychologisch kapitaal enkel eenzijdig predikt. In Hoofdstuk 1 maakt hij de lezer wegwijs in het concept van psychologisch kapitaal en raakt de lezer gemotiveerd om het eigen psychologisch kapitaal in kaart te brengen. Daarbij wordt advies op maat gegeven over welke hoofdstukken voor de lezer extra interessant kunnen zijn, wat het boek engagerend maakt. Door persoonlijke anekdotes wordt de afstand tussen lezer en auteur kleiner, waardoor een heus samenwerkingsverband ontstaat. Het boek staat bol van praktische opdrachten, verspreid over de verschillende hoofdstukken, zodat de lezer zijn of haar mate van optimisme (Hoofdstuk 2), hoop (Hoofdstuk 3), veerkracht (Hoofdstuk 4) en zelfvertrouwen (Hoofdstuk 5) beter kan begrijpen en verder ontwikkelen. Adempauze van deze persoonlijke groei krijgt de lezer met drie intermezzo’s over de groeimindset, positieve emoties en mindfulness. De laatste hoofdstukken, waaronder “hoog psychologisch kapitaal maar nog steeds stress” en “psychologisch kapitaal met je collega’s”, ronden het boek sierlijk af en vergroten de toepasbaarheid van hetgeen de lezer geleerd heeft. Opvallend aan het boek is dat het gaat om veelal stevig onderbouwde wetenschappelijke concepten, terwijl het boek zich toegankelijk laat lezen. Als je het boek dichtslaat heb je veel kunnen leren én deed je dit hoogstwaarschijnlijk vaker lachend dan huilend.

Eindoordeel: “Optimisme, Hoop, Veerkracht, Zelfvertrouwen” is een pareltje binnen de moderne positieve psychologie, informatief en leerzaam, een tip voor iedereen die zijn psychologisch kapitaal wil vergroten op een wetenschappelijk verantwoordelijke doch toegankelijke wijze. 

Foto
Deze recensie is geschreven door Divina van der Weijden.
Foto
Hoe krijg je altijd gelijk?
49 psychologische inzichten (die je misschien maar niet moet gebruiken…)
Geschreven door Leo Pot

Steekwoorden: sociaal psychologisch onderzoek, onbewuste beïnvloeding, theoretisch onderbouwt, vermakelijk, leest gemakkelijk weg en breed publiek.

​"De technieken in dit boek zijn allemaal wetenschappelijke onderbouwd en dus bewezen effectief. Als je ze allemaal toepast, ben je ongetwijfeld binnen de kortste keren iedereen de baas. Maar de vraag is of je dat op deze manier wel wilt. De grens tussen maatschappelijk geaccepteerde beïnvloeding en manipulatie is namelijk dun.”

​Auteur Leo Pot is voor dit boek naar eigen zeggen in de stoel van de manipulator gaan zitten. Dit deed hij ook al in een voorgaand boek genaamd "Hoe pak je een oen zijn poen", waar hij verleidingstechnieken beschreef in reclames en verkoop. Het huidige boek richt zich in het bijzonder op beïnvloeding in het dagelijks sociaal contact, zoals op de werkvloer of in de politiek. Hij beschrijft in 49 korte hoofdstukken verleidingstechnieken die gebruik maken van de weeffouten in het brein van de mens. Deze technieken worden onderbouwd doormiddel van een veelheid aan wetenschappelijke onderzoeken binnen de (sociale) psychologie, bestaande uit de soms wat gedateerde studies uit de jaren 70/80 tot meer hedendaagse studies. Deze onderzoeken worden op een begrijpelijke wijze beschreven doormiddel van voorbeelden uit het dagelijks leven.

De auteur lijkt met dit boek niet te willen bereiken dat de lezer zich gaat ontwikkelen tot meester-manipulator, aangezien hij de lezer aan lijkt te spreken op zijn of haar (hopelijk) voldoende ontwikkelde gewetensontwikkeling. Echter hoopt hij te bereiken dat men na het lezen dat dit boek, kennis heeft van enkele manipulatietechnieken en deze in het dagelijks leven kan herkennen. Jezelf totaal beschermen tegen manipulatie lijkt volgens de auteur daarentegen niet mogelijk te zijn, aangezien het voor een groot deel onbewust gebeurd.

Het boek lijkt meer binnen de hoek van de "populaire psychologie" te vallen. Er is sprake van een professionele verwerking van een grote hoeveelheid psychologische kennis, zodat het toegankelijk wordt gemaakt voor het algemene publiek. Het is zorgvuldig gedaan, interessant en beschreven op een humoristische wijze leidend tot een lach op het gezicht van de lezer. Maar ik twijfel of wij als beroepspsychologen dit boek kunnen integreren in ons dagelijks werk, maar dat lijkt ook niet het doel te zijn van de schrijver. Desondanks blijft het een leuke aanvulling voor in je boekenkast, met de garantie van vragende blikken van vrienden en familie.

Foto
Deze recensie is geschreven door Janne Mannens.
Foto
Kinderen met dyslexie
Geschreven door Tom Braams
 
Steekwoorden: onderwijs, psychologie, praktische adviezen, leest makkelijk weg, aan te raden aan ouders, docenten en hulpverleners die meer willen weten over dyslexie.

Dyslexie is een complex probleem. Dyslexie wordt als leerstoornis geclassificeerd, waarbij problemen bij lezen en spellen nader gespecificeerd worden. Daarnaast kan dyslexie ook tot sociaal-emotionele en maatschappelijke problematiek leiden. Hierbij valt te denken aan gedragsproblemen en faalangst. Met goed onderwijs, goede extra begeleiding en zo nodig ook specialistische behandeling kunnen de leerproblemen en bijkomende problemen in de meeste gevallen verminderen.
 
In ‘Kinderen met dyslexie’ wordt beschreven wat dyslexie is, welke problemen een kind kan hebben, wat men van school kan verwachten, hoe ouders hun kind thuis kunnen helpen, wanneer en hoe hulpmiddelen ingezet kunnen worden en welk type voortgezet onderwijs geschikt is voor het kind.
 
In alle hoofdstukken vertellen ouders van dyslectische kinderen over hun eigen ervaringen. Dit maakt het boek goed en gemakkelijk leesbaar. Door de toevoegingen en verwijzingen naar rapporten en boeken met betrekking tot praktische hulp kan de theorie op een laagdrempelige wijze toegepast worden. De praktische adviezen die overal in het boek te vinden zijn, kunnen voor ouders en docenten een steun in de rug zijn.
 
Er is in dit boek beperkt gebruik gemaakt van wetenschappelijke onderbouwingen en onderzoek. Wie dieper op het onderwerp ‘dyslexie’ wil ingaan en geïnteresseerd is in wetenschappelijke onderbouwing wordt verwezen naar het in 2010 bij uitgeverij Boom te verschenen boek ‘Dyslexie, theorie en praktijk’ van Tom Braams en Anna Bosman.

Foto
Deze recensie is geschreven door Heena Tahir-Nazir.
Foto
Verbonden
Hechting & liefde
Geschreven door Amir Levine & Rachel Keller

Steekwoorden: hechting, relaties, liefde en hulpboek.

Waarom val je steeds op hetzelfde type? Waarom lopen je relaties steeds stuk? Waarom is er een overduidelijk patroon hierin terug te zien? Op al deze vragen krijg je als lezer antwoord tijdens het lezen van dit boek.

De auteurs van het boek leren je, om je eigen hechtingsstijl te bepalen en te begrijpen waarom je voor een bepaalde type man/vrouw kiest. Er wordt bijvoorbeeld uitgelegd waarom twee personen, die een onveilige hechtingsstijl (angstig/vermijdend of gecombineerd) hebben, vaak uit elkaar gaan. Een persoon met een angstige hechtingsstijl heeft vaak behoefte aan veel nabijheid en voelt zich snel afgewezen, terwijl een persoon met een vermijdende hechtingsstijl graag ruimte voor zichzelf wil en liever niet veel nabijheid van een ander heeft.

In het boek wordt ook uitgelegd waarom je met een onveilige hechtingsstijl een verkeerde partnerkeuze maakt en hoe dit verholpen kan worden. Het deactivatiesysteem (storende gedachten die gekoppeld zijn aan de hechtingsstijl) wordt geactiveerd, doordat een partner niet op de gewenste manier ergens op reageert. Het negatieve effect dat dit heeft op de relatie zal steeds meer toenemen en zal uiteindelijk kunnen resulteren in een relatiebreuk.

Een persoon met een veilige hechting reageert daarentegen vaak wel adequaat op een ruzie of discussie. Dit zorgt ervoor dat de kans groter is dat een relatie van iemand met een onveilige hechtingsstijl succesvol is met iemand die een veilige hechtingsstijl heeft. Het deactivatiesysteem wordt immers niet geactiveerd, doordat de partner op de juiste manier reageert op een bepaalde moeilijke situatie.

Het is een boek dat makkelijk leest en er staan duidelijke en uitgebreide voorbeelden in. In het boek staan helder
uitgelegde oefeningen ter verduidelijking van de hechtingsstijlen en relaties. In het boek staan ook schema’s die ingevuld kunnen worden om jezelf te helpen als je ergens tegenaan loopt.

​De belangrijkste conclusie die getrokken kan worden, is dat een persoon met een onveilige hechtingsstijl de meeste kans heeft op een succesvolle relatie met iemand die een veilig hechtingsstijl heeft. Het boek geeft verhelderende inzichten en is ook goed te gebruiken voor een zelfanalyse.


Foto
Deze recensie is geschreven door Niels Kroon.
Foto
Aan de slag als psycholoog
Geschreven door Björn van Vlokhoven en Dominique van Vlokhoven
 
Steekwoorden: Praktisch, leest makkelijk weg, persoonlijk, informatief, tips voor toekomstige en startende psychologen.
 
Aan het begin van jouw loopbaan binnen de psychologie stel je jezelf veel vragen. Hoe ga ik een baan vinden? Wat moet ik over een werkervaringsplaats denken? Hoe leer ik vakgenoten kennen? Moet ik tijdens of na mijn studie vrijwilligerswerk doen? Aan de slag als psycholoog is hét antwoord op vragen die elke aanstaande of startende basispsycholoog zichzelf stelt over zijn of haar loopbaan.

Björn en Dominique van Vlokhoven hebben met hun debuut een goed leesbaar, praktisch leerzaam en vooral ook persoonlijk oriëntatiepunt voor starters geschreven. De auteurs leiden het boek in met hun eigen inspirerende verhalen en anekdotes. Van speelsheid, mislukte opleidingen en het peentjes zweten voor een wiskundecursus tot het starten van de masteropleiding psychologie en het vinden van een geschikte baan. Naast het verhaal van de auteurs hebben 25 psychologen hun zoektocht verwoord, waarbij ze aan het eind van het hoofdstuk de lezer van unieke do’s voorzien. In deze persoonlijke en unieke verhalen zal menig lezer (h)erkenning vinden voor zijn of haar zoektocht. Naast deze verhalen worden onderwerpen besproken zoals het nut van netwerken, de discussie omtrent werkervaringsplekken, bekende psychologische platformen en vrijwilligerswerk, waarmee de lezer een meer geïnformeerd perspectief kan ontwikkelen op deze onderwerpen.

Het boek leest gemakkelijk weg en staat boordevol praktische tips. Het draagt daarnaast bij aan de transparantie en toegankelijkheid van het werkveld in Nederland. Ondanks de grote diversiteit aan verhalen van de verschillende collegae kunnen de losse hoofdstukken een ietwat repetitief karakter hebben wat de leesbaarheid van het boek wat kan verminderen. Desalniettemin is er hier sprake van een bijzonder waardevol boek dat zonder twijfel kan bijdragen aan de zoektocht van veel jonge psychologen naar hun droombaan!

Eindoordeel: een absolute must voor toekomstige en startende psychologen die meer bekend willen raken met het werkveld van de psychologie, hun (toekomstige) collega’s en een verzameling bij de hand willen hebben van de belangrijkste websites, organisaties, tips en actuele thema’s. 

Foto
Deze recensie is geschreven door Micky van Kempen.
Foto
Mindful communiceren voor hulpverleners
Geschreven door Pieternel Dijkstra
 
Steekwoorden: sociale psychologie, mindfulness, communicatie, Acceptance and Commitment Therapy en gedachteloze communicatie.
 
“Compared to what we ought to be, we are only half awake” (William James, 1842-1910).
 
Pieternel Dijkstra, schrijfster van het boek ‘Mindful communiceren voor hulpverleners’, gaat er net als William James vanuit dat mensen maar een deel van hun mentale capaciteiten gebruiken en dat dit leidt tot gedachteloze communicatie. Dit kan volgens haar vervolgens een negatief effect hebben op de relatie tussen hulpverlener en cliënt. Als sociaal psychologe houdt zij zich voornamelijk bezig met onderlinge relaties tussen mensen. Ze doet dit dus als schrijfster, maar ook als lector, wetenschappelijk onderzoeker en trainer. Met dit boek wil zij een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van de communicatieve vaardigheden van de lezer.
 
Het boek is helder opgedeeld in drie delen. In het eerste deel wordt er uitleg gegeven over mindful communiceren en de voordelen ervan. In het tweede deel worden er een aantal psychologische processen en invloeden beschreven die zich in de communicatie kunnen voordoen en deze kunnen vertroebelen. Zij richt zich vooral op de psychologische processen die onbewust plaatsvinden. Per ‘stoorzender’ wordt uitgelegd wat er speelt en hoe je hier, met technieken uit de mindfulness, sturing aan kan geven. Het laatste deel gaat over het communiceren vanuit waarden en sluit af met een korte terugblik op het boek.
 
Vooral het eerste en tweede deel van het boek zijn erg informatief en worden wetenschappelijke onderzoeken afgewisseld met praktische adviezen en casuïstiek. Iedere basispsycholoog is bekend met begrippen als conformation bias en actor-observer effect, maar dit boek maakt je ervan bewust dat deze processen in de hulpverlening voorkomen en je relatie met cliënt (negatief) kunnen beïnvloeden.
 
Een minpunt van het boek vond ik echter dat het deel over waarden van cliënten en hulpverleners niet bij het geheel paste. Daarnaast worden in de casussen alleen situaties aangehaald waarin ‘stoorzenders’ een negatieve invloed hadden op de relatie tussen hulpverlener en cliënt. Er wordt nauwelijks omschreven hoe de hulpverlener hier mindful mee om ging en welk effect dit eventueel had. Het geeft daarmee weinig concrete handvaten om mindfulness  in te zetten in de hulpverlening.
 
Concluderend zou ik het boek zeker aanraden. Het maakt je als hulpverlener bewust van het feit dat onbewuste processen de communicatie kunnen beïnvloeden.  Doordat je bewust wordt, kan je al het ware kijken naar de communicatie en hierop reflecteren. Reflectie kan weer leiden tot zelfontwikkeling. Het doel van het boek lijkt daarmee bereikt!


Foto
Deze recensie is geschreven door Anneke Witte - van den Broek.
Foto
Hersenwerk
Neurowetenschappen in de 21ste eeuw
Geschreven door Max van der Linden
 
Steekwoorden: neurowetenschappen, historisch perspectief; hoe inspiratie lijdt tot
inspiratie, populariserende boeken en wetenschappelijke waarde.
 
In de introductie maakt Max van der Linden, psycholoog, wetenschapssocioloog en docent aan de Universiteit van Amsterdam, duidelijk dat het boek neurowetenschappen beschrijft. Hij wil hiermee aan de lezer basiskennis verschaffen om populariserende “breinboeken” te kunnen beoordelen op hun (wetenschappelijke) waarde.
 
Na je met een flinke dosis doorzettingsvermogen (en opluchting vanwege je vooropleiding) door hoofdstuk 1 geworsteld te hebben, weet hoofdstuk 2 je direct hernieuwd te inspireren tot verder lezen. Na dit taaie hoofdstuk word je beloond voor je volharding. Ingewikkelde materie wordt op begrijpelijke wijze aan de lezer gepresenteerd en herkenbaar gemaakt met alle daagse voorbeelden. Het boek zet op heldere wijze de ontwikkelingen van een aantal gebieden binnen de neurowetenschappen neer en geeft je een heerlijk gevoel van overzicht op het historisch beloop en hierdoor op de huidige situatie en context.
 
Introductie-teksten zijn creatief gekozen en passen bij wat komen gaat. De teksten lezen prettig weg. De opbouw vormt een logisch geheel. Er zijn hiermee geen storende elementen in tekst en opbouw waardoor de inhoud alle ruimte krijgt.
 
Het is naar mijn idee gelukt op zeer beknopte wijze de lezer een overzichtelijke, educatieve tijdreis te laten maken door de geschiedenis van de neurowetenschappen. De onschatbare waarde van de wetenschappelijke ontwikkelingen en de beperkingen ervan worden gelijkelijk belicht. Het helpt je relativeren en nuanceren. Knap staaltje vakmanschap!

Foto
Deze recensie is geschreven door Lana Donse.
Foto
Innerlijke kritiek bij eetproblemen
Geschreven door Greta Noordenbos en Marieke ten Napel

Steekwoorden: zelfhulpboek, eetproblemen en cognitieve therapie.

‘Het doel van dit boek is jou helpen je zelfvertrouwen te verbeteren en weerbaarder te worden tegen innerlijke kritische gedachten.’

Deze zin uit de inleiding geeft goed weer waar het boek ‘Innerlijke kritiek bij eetproblemen’ op gericht is: mensen die een eetstoornis hebben ontwikkeld helpen om hun kritische gedachten te leren herkennen, onderzoeken en ombuigen naar meer helpende, positieve gedachten. Het is een zelfhulpboek dat ondersteuning kan bieden bij verschillende soorten eetproblemen.

Het boek is ingedeeld in 10 hoofdstukken, waarin stapsgewijs wordt gewerkt aan het omgaan met kritische gedachten over het eten, het gewicht en het zelfbeeld. Ieder hoofdstuk begint met achtergrondinformatie, zoals uitleg over automatische gedachten en leefregels, waarna voorbeelden van situaties gegeven worden die herkenbaar kunnen zijn voor de lezer. Aan de hand van concrete opdrachten kan de lezer vervolgens oefenen met de stap die in het betreffende hoofdstuk aan bod komt.

De opdrachten zijn gebaseerd op evidence-based methoden zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), schematherapie, acceptance and commitment therapy (ACT), psychomotorische therapie en mindfulness. De lezer wordt bovendien gemotiveerd om actief aan de slag te gaan – na ieder hoofdstuk is het de bedoeling dat er een week geoefend wordt met de opdrachten.

Daarnaast heeft het boek een geleidelijke opbouw in het herkennen en onderzoeken van gedachten. Zo wordt langzaam toegewerkt naar het formuleren van meer positieve gedachten. Later worden ook strategieën aangeleerd om de gedachten te negeren of afleiding te zoeken wanneer ze toch terugkomen, en uiteindelijk wordt er een terugvalpreventieplan opgesteld. Het boek wordt afgesloten met een evaluatie over het leerproces. Op die manier wordt inzichtelijk gemaakt welke veranderingen de lezer behaald heeft met behulp van het boek en waar nog aan gewerkt moet worden.

Dankzij de heldere uitleg en voorbeelden over diverse eetstoornissen – bijvoorbeeld welke kritische gedachten iemand met anorexia nervosa aansturen tot meer afvallen, of hoe de vicieuze cirkel waarin een persoon met boulimia nervosa beland is werkt – is het boek goed te volgen. Het is toegankelijk geschreven en vormgegeven, met korte stukken tekst, een duidelijke structuur en af en toe vrolijke illustraties. Bovendien is er voldoende ruimte om de opdrachten in het boek zelf in te vullen. Daardoor is het een gebruiksvriendelijk boek dat uitnodigt tot het uitvoeren van de opdrachten. Mogelijk verlaagt dit de drempel voor mensen die kampen met eetproblemen, maar de stap naar hulp vragen lastig vinden. Een ander voordeel hiervan kan zijn dat iemand zelfstandig en op het eigen tempo aan de slag kan, waardoor het proces haalbaar blijft en aansluit bij het individu.

Een nadeel is echter dat er bij het analyseren van de gedachten geen begeleiding is en er worden geen criteria vermeld waar de gedachten aan moeten voldoen om effectief uitgedaagd te kunnen worden, zoals bij CGT doorgaans gedaan wordt. Wel wordt aangeraden om de opdrachten samen met iemand anders uit te voeren, of het boek te gebruiken tijdens behandeling met begeleiding van een therapeut. Als therapeut zou je het boek dus ook kunnen inzetten tijdens een behandeling.

Kortom, het is een goed doordacht boek dat toepasbaar is voor diverse eetproblemen. Het is laagdrempelig en motiverend geschreven, gebruik makend van technieken waarvan bewezen is dat ze effectief zijn in de behandeling van psychische klachten. Het boek is aan te raden voor mensen die aan hun eetproblemen willen werken, ofwel zelfstandig ofwel als aanvulling op hun behandeling.

Foto
Foto
Deze recensie is geschreven door Marlot Burmanje.
Cognitieve Neuropsychiatrie
Een procesbenadering van symptomen
Geschreven door Paul Eling, André Aleman en Lydia Krabbendam.

Steekwoorden: neuropsychiatrie, theoretisch, studieboek, procesbenadering, wetenschappelijk onderbouwd en biopsychosociaal model.

"Dit boek wil vooral het denken over psychiatrische ziektebeelden bevorderen en op die manier het inzicht vergroten in wat er nu eigenlijk misgaat in de hoofden van psychiatrische patiënten. Het is dus niet gericht op de praktijk van de diagnostiek of behandeling."

Zoals de inleiding aangeeft, is dit boek vooral een theoretisch overzicht van de belangrijkste neurocognitieve processen en bijkomende afwijkingen, geschreven door verschillende auteurs met expertise over het betreffende gebied. Deze tweede druk verschilt van de eerste druk, waarbij is uitgegaan van specifieke processen in de hersenen, in plaats van psychische syndromen. Bij een syndroombenadering zijn beelden vaak te heterogeen om goede verbanden te leggen tussen biologische afwijkingen en pathologisch gedrag. Daarnaast kunnen symptomen bij verschillende ziektebeelden optreden, dus is deze benadering losgelaten. Zo kan men hallucinaties en wanen opvatten als specifieke afwijkingen in het normale waarnemingsproces. Hoewel de indeling is veranderd, is de inhoud ten opzichte van de vorige druk grotendeels hetzelfde gebleven, aangevuld met nieuwe onderzoeksbevindingen.

Allereerst wordt een kort historisch overzicht gegeven. De rest van het boek is opgedeeld in neuropsychologische processen waarin stoornissen kunnen ontstaan, zoals waarneming (hallucinaties/wanen), emotionele informatieverwerking (depressie/angst), geheugen (confabulaties) of metacognitie (ziekte-inzicht). In elk hoofdstuk wordt eerst besproken hoe het proces verloopt en welke  symptomen er kunnen zijn, waarna wordt ingegaan op verklaringsmodellen en specifieke hersenstructuren voortkomend uit neuroimaging studies. Af en toe worden implicaties voor de behandelpraktijk besproken aan de hand van voorbeelden of vragenlijsten. Verder is het boek vrij theoretisch en abstract, en daardoor minder geschikt om 'zomaar' ter ontspanning te lezen.

Dit boek is goed geschikt voor studenten, maar minder direct toepasbaar in de klinische beroepspraktijk. Er is vaak te weinig onderzoek gedaan om harde conclusies te trekken. Het boek leest gemakkelijk en de hoofdstukken zijn ook goed afzonderlijk te lezen. Voor leken op dit gebied is enige voorkennis over hersenstructuren vereist. Anderzijds worden theorieën en onderzoeksmethoden uitgelegd die voor afgestudeerden/professionals alom bekend zullen zijn. Ook is er soms overlap vanwege meerdere auteurs of terugkerende verklaringsmodellen. Als laatste wordt helaas nog gerefereerd aan de DSM-IV in plaats van de nieuwe DSM-5.

Kortom: een theoretisch basisoverzicht van cognitieve processen en bijbehorende pathologie, met interessante wetenschappelijke achtergronden, met name gericht op het vergroten van basiskennis en minder op toepassing in de praktijk.

Foto
Deze recensie is geschreven door Colette Molin.
Foto
Breken met je ouders
Geschreven door Marloes Hospes

Steekwoorden: ervaringsverhalen, familie, zelfhulpboek en laagdrempelig

“Toen ik net met mijn ouders gebroken had, inmiddels meer dan tien jaar geleden, was ik op zoek naar literatuur om meer te weten te komen over het onderwerp, in de hoop dat ik door het lezen van verhalen van lotgenoten me niet zo alleen zou voelen staan.”

Met deze woorden opent het boek van Marloes Hospes en vanuit deze visie wordt het boek ook opgebouwd. Het is een zelfhulpboek geschreven voor mensen die overwegen te breken met hun ouders of dat al hebben gedaan. In het eerste deel van het boek worden ervaringsverhalen beschreven vanuit verschillende problematiek, bijvoorbeeld kinderen van verslaafde ouders, gescheiden ouders of ouders met een verstandelijke beperking. In deel twee wordt breder gekeken naar verschillende thema’s rondom het verbreken van het contact met je ouders, zoals wat de omgeving er van vindt en schuldgevoelens die er kunnen spelen. Deel drie omvat adviezen voor het omgaan met het verbreken van contact met je ouders.

Schrijver Marloes Hospes is ervaringsdeskundige, heeft een praktijk in alternatieve geneeswijzen en geeft cursussen in persoonlijke ontwikkeling . Aangezien zij schrijft onder een pseudoniem is er naast wat ik zojuist noemde weinig over haar bekend.

Zoals hierboven genoemd staat ervaring in het boek voorop. Als gevolg hiervan zou het naar mijn idee een goed boek kunnen zijn voor cliënten die dezelfde vraag hebben als de schrijfster destijds had. Ik kan me voorstellen dat zij zich, als ze het lezen, begrepen en minder alleen voelen. Echter, door een gebrek aan theoretische onderbouwing en als gevolg van de vrij eenzijdige benadering (er wordt slechts een kort hoofdstuk besteedt aan de vraag of breken de oplossing is) zou ik persoonlijk voorzichtig zijn met het aanraden van het boek aan mijn cliënten. Zeker, omdat cliënten in de psychische gezondheidszorg zich vaak aanmelden met emotionele problemen en als gevolg daarvan instabiel en beïnvloedbaar kunnen zijn.

Hoewel ik het met de schrijfster eens ben dat het belangrijk is dat dit onderwerp bespreekbaar wordt gemaakt, zou mijn voorkeur er naar uit gaan om het onderwerp breder te belichten en op die manier bij te dragen aan het maken van een weloverwogen beslissing. 

Foto
Deze recensie is geschreven door ​Suzan Bruns.
Foto
Behandelprotocol - Emotionele ontregeling en stress
Geschreven door Colin van der Heiden en Marc Verbraak

Steekwoorden: V&O, zelfhulpboek, geschikt voor bibliotherapie, geschikt voor behandelaar en cliënt, CGT, behandelprotocol, handboek en werkboek

“Of iemand in staat is zich aan te passen (ofwel een tegenslag succesvol kan verwerken) is afhankelijk van de ernst van het probleem en het vermogen van een persoon om met stress om te gaan. We kunnen er niet voor zorgen dat de gebeurtenis zelf verdwijnt. In de behandeling zal dan ook vooral geprobeerd worden uw vaardigheden en capaciteiten om met stressvolle gebeurtenissen om te gaan te vergroten. U leert op een andere manier omgaan met wat er gebeurd is. Hierdoor zullen de stressvolle gebeurtenissen uw functioneren minder negatief beïnvloeden.
Tevens kunt u in de toekomst dergelijke gebeurtenissen met behulp van de geleerde vaardigheden beter hanteren.”

In dit behandelprotocol staat de behandeling van emotionele ontregeling centraal. Cliënten die last hebben van psychische klachten die niet direct vallen onder DSM criteria zijn bij dit protocol gebaat. Dit betekent dat het boek zich richt op breed spectrum van psychische klachten zoals angst, stemmingsproblematiek en lichamelijke klachten. Het behandelprotocol bestaat uit een therapeutenboek en een werkboek voor de cliënt.

De auteurs zijn psychologen met een behoorlijke staat van dienst en een voorkeur voor cognitieve gedragstherapie. hebben. Deze voorkeur vindt je ook terug in het protocol, onder andere door het gebruik van gedachteschema’s en gedragsexperimenten.

Een groot pluspunt van het boek is de bruikbaarheid voor de therapeut. Het boek richt zich op verschillende psychische klachten waardoor het geschikt voor een groot deel van de patiëntenpopulatie. De bruikbaarheid is ook groter omdat angst, stemmingsproblematiek en lichamelijke klachten de top 3 van meest voorkomende klachten zijn. Ondanks dat het een aspecifiek protocol is blijft het wel concreet en toepasbaar omdat algemeen werkzame principes in het protocol beschreven staan. Principes zoals klachtenregistratie, het vinden van balans tussen werkactiviteiten en privé-activiteiten, een terugvalpreventieplan en CGT invloeden. Het toevoegen van een volledig uitgewerkte casus is een verbeterpunt. Een dergelijke casus zou bijvoorbeeld als bijlage toegevoegd kunnen worden zodat de toepasbaarheid van het protocol verhoogd wordt.

​Dit behandelprotocol is een uitstekende toevoeging voor praktijkondersteuners GGZ. Binnen deze context kan er direct gewerkt worden met het boek omdat het aansluit bij de patiëntenpopulatie. Het protocol geeft praktische handvatten en is gebaseerd op werkzame principes.

Foto
Deze recensie is geschreven door Sanne van Egmond.
Foto
Laat ze maar denken - Tem je sociale angst
Geschreven door Rob Faltin

Steekwoorden: denken voor een ander, cognitieve gedragstherapie, exposure, praktisch, zelfhulpboek, zelfvertrouwen, zelfredzaam.

​“Met vermijding ontneem je jezelf gelegenheden om dingen te leren en om je denken voor een ander te temmen en nieuwe dingen bij te leren”.

Laat ze maar denken is geschreven voor iedereen die beperkt wordt als gevolg van onnodig denken aan wat de mening van een ander zou kunnen zijn. Voor degene die hierdoor minder in staat zijn om hun doelen te behalen. En voor degene waarvan hun zelfvertrouwen aangetast wordt en het denken voor een ander bepalend wordt voor keuzes in het leven.

De schrijver van het boek, Rob Faltin, is cognitief gedragstherapeut en psychotherapeut. Hij heeft het boek voorzien van de nodige voorbeelden uit eigen praktijk. Naast zijn beroep heeft hij ook interessante hobby’s die raakvlakken lijken te hebben met het onderwerp van het boek. Hij is namelijk altviolist geweest bij het Koninklijk Concertgebouw. Daarnaast heeft hij de publieksprijs gewonnen bij het Fries Songfestival. Podiumangst als gevolg van de mogelijke meningen van anderen zal dus bij hem niet (meer?) van toepassing zijn.

Het boek zelf bestaat uit een makkelijk leesbaar verhaal waarin de theorie achter het denken voor een ander uitgelegd wordt. Daarnaast biedt het boek verschillende handvatten zodat je ‘denken voor een ander’ kan herkennen, ombuigen en uiteindelijk los weet te laten. De basis hiervan ligt volgens de auteur in het stoppen met het vermijden van activiteiten. Het vermijden gebeurt vaak als het gevolg van de angst dat een ander negatief over je kan denken. In het boek worden verschillende en breed toepasbare exposure oefeningen beschreven en wordt er aandacht besteed aan het piekeren over gedachtes van een ander en word je gemotiveerd tot actie. Aan het einde van het boek besteed de schrijver nog kort aandacht aan zelfvertrouwen en omgaan met kritiek. Doel: laat ze maar lekker denken!

​Het boek laat zich lezen als een zelfhulpboek, maar is als basispsycholoog ook prima te gebruiken in de praktijk. Het staat bomvol leuke opdrachten en biedt genoeg inspiratie om vermijding bij cliënten aan te pakken. Ondanks dat het boek een inslag vanuit de cognitieve gedragstherapie lijkt te hebben, is het ook makkelijk te volgen voor mensen zonder ervaring met cognitieve gedragstherapie. De voorbeelden spreken voor zich! Klein minpunt van het boek is dat er gemotiveerd wordt om filmpjes van exposure opdrachten op internet te zetten (#lzmd). Ik kan mij voorstellen dat dit misschien niet passend is voor kwetsbare cliënten. Maar wellicht zijn mijn eigen gedachtes hierbij te veel gefocust op de (soms grenzeloze) mogelijke reacties van anderen op het wereld wijde web?

Foto
Deze recensie is geschreven door Eva de Haan.
Foto
Behandelprotocol Hypochondrie: angst voor ernstige ziekten
Geschreven door Theo Bouman en Sako Visser
 
Steekwoorden: protocol, hypochondrie, werkboek, cognitieve therapie, exposure en responspreventie, GZ-opleiding
 
Het behandelprotocol hypochondrie bestaat uit een therapeutenboek en een werkboek voor cliënten. Het therapeutenboek begint met een korte introductie over hypochondrie en de huidige status in de DSM. De diagnose hypochondrie is in de DSM-5 komen te vervallen. De behandelaanpak voor de nieuwe diagnoses, somatic symptom disorder en illness anxiety disorder zijn echter (nog) niet veranderd. Het protocol blijft daarom, ook in met de nieuwe DSM-5, toepasbaar.
 
Opvallend is dat het therapeutenboek na een korte introductie over de achtergrond van hypochondrie vervolgt als een soort werkboek, waarbij je als therapeut na iedere sessie zelf ook wat vragen moet beantwoorden en aantekeningen moet maken. Het therapeutenboek vraagt iedere keer om een kort verloop van de zitting, en stelt daarna andere vragen zoals: ‘Welke denkfouten komen voor bij de cliënt?’, ’Waarom zouden deze redeneringen als fout of ongewenst kunnen worden aangemerkt?’. In de drukke praktijk van de meeste GGZ-instellingen lijkt het niet realistisch om therapeuten te vragen om deze vragen steeds in hun werkboek te beantwoorden. Het therapeuten(werk)boek lijkt daarom meer geschikt om in te zetten tijdens intervisie met collega's, of tijdens een opleiding in de richting van cognitieve gedragstherapie. Dit is een logische opzet gezien de achtergrond van de schrijvers: zowel Theo Bouman als Sako Visser zijn hoofdopleiders voor de GZ-opleiding. 
 
Het protocol biedt praktische handvatten voor behandelaars die met hypochondrische cliënten te maken hebben. Het therapeuten(werk)boek lijkt uitermate geschikt voor een behandelaar die zelf in opleiding is. Het cliëntenwerkboek kan (na een aantal kopietjes gemaakt te hebben) heel goed gebruikt worden tijdens de behandeling. Het protocol is minder geschikt voor het verkrijgen van informatie over (de achtergrond van) hypochondrie. 
 
Eindoordeel: Schaf dit protocol aan wanneer je als (basis)psycholoog in opleiding bent en met hypochondrische cliënten te maken hebt. Neem het niet mee op vakantie om wat wijzer te worden over hypochondrie. 

Foto
Deze recensie is geschreven door Sam Rauch.
​
Foto
Zelfonthulling: openheid van professionals in de GGZ
Geschreven door Erwin van Meekeren et al.
 
Steekwoorden: verdiepende kennis, toepasbaar in de praktijk, do’s & don’ts
 
“Als ik jou vraag te laten zien wat je kan, zou je laten zien wat je kan. Maar dan weet ik meteen ook wat je niet kan, want dat laat je niet zien.” - Johan Cruijff
 
Tijdens je studie en in het werkveld krijg je als psycholoog mee dat het belangrijk is een professionele afstand tot de patiënt te behouden. Dus als je patiënt vraagt of je getrouwd bent of kinderen hebt, is het bijvoorbeeld vrij gebruikelijk om, in plaats van antwoord te geven, te vragen wat maakt dat de patiënt je die vraag stelt. Maar wat soms wordt vergeten is dat zelfonthulling al begint voor het eerste gesprek start en onvermijdelijk is. Patiënten googlen vooraf je naam en, zodra je elkaar voor het eerst ziet, wordt er een eerste indruk gevormd aan de hand van je uiterlijk, gedrag en interieur. Desondanks is er weinig te vinden in richtlijnen over dit onvermijdelijke onderwerp, vanuit dit gemis is Zelfonthulling geschreven.
 
Een verzameling professionals in de GGZ heeft zich samen gebogen over het onderwerp zelfonthulling, variërend van behandelaars die schrijven over wat zij ervaren in de praktijk tot onderzoekers die hun stuk baseren op eerdere publicaties. Een van de professionals, Menno Oosterhoff, schrijft over zijn eigen dwangstoornis en geeft daarmee gelijk een mooi voorbeeld van zelfonthulling.
 
Zelfonthulling is met zijn om en nabij 100 pagina’s snel uit te lezen en zit vol met nuttige informatie voor behandelaars die geïnteresseerd zijn in zelfonthulling of zich afvragen hoe hier mee om te gaan. De stof is geschreven met veel theoretische onderbouwing. Het is fijn dat er hiernaast ook praktisch toepasbare tips worden gegeven, zodat je zelf aan de slag kunt tijdens je werk. Hoewel er stukken zijn die lastiger lezen door bijvoorbeeld het gebruik van ingewikkelde schema’s, zorgt de toevoeging van voorbeelden uit de praktijk het boek tot een prettig leesbaar geheel. Al met al zeker een aanrader voor een ieder die zich meer wil verdiepen in zelfonthulling tijdens het werk in de GGZ.

Foto
Deze recensie is geschreven door Nina Verstand.
Foto
Welterusten! Over slaap en slaapstoornissen
Geschreven door Stefan Lucius
 
Steekwoorden: Slaapproblemen en slaapstoornis
 
"..Naast actuele, praktische en wetenschappelijk onderbouwde tips geeft dit boek inzicht in de oorzaken van slaapproblemen en handvatten voor behandelmogelijkheden".
Lucius is klinisch psycholoog en werkzaam bij Chronomed, een centrum voor slaapstoornissen. De tekst op de achterkant van het boek belooft veel en de schrijver mag trots zijn, want hij maakt die belofte zeker waar. 
 
Het boek beslaat een bespreking van slaapproblematiek en de relevante facetten van dit veel voorkomende probleem. Na pijnklachten vormen slaapproblemen de meest genoemde klacht binnen de huisartsenpraktijk. Daarnaast is er een verschuiving zichtbaar van het medische naar het psychologische vakgebied, omdat slaapproblemen voor het overgrote deel mentaal en gedragsmatig van aard lijken. Er worden dan ook meer dan 80 verschillende slaapstoornissen geïdentificeerd in de klinische praktijk. Lucius slaagt er met dit boek in zowel uitleg als informatie te bieden over wat slaap eigenlijk is, alsook de stoornissen en daarbij passende behandelingen te belichten. Hierbij komen de drie dimensies van slaapproblematiek aan bod, diagnostiek, (niet-)farmacologische behandelingen en is er een apart hoofdstuk dat dieper ingaat op speciale doelgroepen als kinderen, pubers en ouderen.
Het boek is zeer bruikbaar voor gebruik in de professionele praktijk, maar Lucius heeft daarnaast zijn boek leesbaar gemaakt voor de geïnteresseerde leek. De hoofdstukken zijn opgebouwd uit wetenschappelijk onderbouwde informatie, voorbeelden in aparte grijze tekstvakken en starten allen met een oneliner uit aanverwante literatuur. Er is een register aanwezig en een referentielijst om snel informatie te kunnen opzoeken. De schrijfstijl is een stuk wolliger dan in wetenschappelijke literatuur gangbaar is, maar de tekst wordt nooit omslachtig of onnodig uitgebreid. Het boek leest gemakkelijk weg, al zal de lezer zonder enige neurologische voorkennis soms Google moeten raadplegen om alles goed te begrijpen. Tot slot bevatten de bijlagen een slaap-waakdagboek en nuttige adressen van slaapcentra en patiëntenverenigingen.
 
Dus, zet die telefoon uit voor het slapengaan, neem een warm voetenbadje en duik onder de wol met dit boek. Welterusten!

Foto
Deze recensie is geschreven door Ingur Zimmermann.
Foto
Handboek emotionele ontwikkeling & verstandelijke beperking
Geschreven door Jac de Bruijn, Ad van den Broek, Jolanda Vonk en Brian Twint
 
Steekwoorden: verstandelijke beperking, zwakzinnigheid, emotionele ontwikkeling en emotieregulatie
​
"Dit handboek is het resultaat van een soms felle dialoog", aldus de auteurs. Een dialoog over zaken als titels, maar ook vakinhoudelijke onderwerpen. Dit handboek leest als een getuige van dit dialoog. En als een ode aan kinderpsychiater Anton Došen, omdat zijn werk als rode draad door het boek heenloopt. Lezers zullen zich daardoor soms verward voelen of afhaken vanwege de nauwe focus op Došen-gedachten en -instrumenten.
 
Het handboek bestaat grofweg uit een theoretisch en diagnostisch/praktisch deel. De enkele theoretische hoofdstukken zijn solide geschreven, zoals die over neurobiologische (hoofdstuk 2), sociale (hoofdstuk 4) en psychopathologische (hoofdstuk 9) aspecten van emotionele ontwikkeling. Ze zijn helder, inzichtelijk en bieden een goede opstap voor verder leeswerk, zij het dat de aandacht zich vaak beperkt tot het werk van Došen en geestverwanten.
Andere hoofdstukken uit dit boek lezen verwarrender. Zo frustreren de auteurs - allen zeer vertrouwde professionals uit het betreffende werkveld - de lezer in het openende hoofdstuk met een abstract verhaal over het 'construct' emotionele ontwikkeling. Als lezer verwacht je in een handboek een concretere uitleg, zelfs als die moeilijk te geven is. Samen met het afsluitende hoofdstuk voel je de worsteling waarmee dit boek tot stand heeft moeten komen. Sterker nog, de auteurs vertellen het je ronduit.
 
Het praktische gedeelte gaat veel over Došen's diagnostisch instrument SEO-R2, de ESSEON-R en enkele vaktherapeutische behandelingen. Deze hoofdstukken zijn gedegen en informeren afdoende. Toch blijft het verwonderlijk dat de auteurs ervoor hebben gekozen een selecte groep instrumenten uitgebreid toe te lichten, in plaats van de lezer handvatten te geven om zelfstandig passende diagnostische instrumenten te kiezen die verder reiken dan deze twee. Het had kunnen volstaan om voor het gebruik van de instrumenten te verwijzen naar hun handleidingen en daarvoor in de plaats lezers een breder pallet te beschrijven en om meer aandacht voor behandeling in te vlechten.
 
Samengevat, brengt het handboek basispsychologen soms houvast, soms verwarring en frustratie. De kwaliteit en insteek van hoofdstukken loopt soms sterk uiteen en de belofte dat de lezer een overzicht krijgt, houdt zich daardoor ten dele staande. Aan de inzet van de auteurs zal het niet hebben gelegen. Misschien is het daarom wel des te wranger dat zij er onvoldoende in zijn geslaagd de lezer werkelijk overzicht en inzicht te bieden bij een onderwerp waarbij dit – en daar hebben zij zeer gelijk in – broodnodig is.

Foto
Deze recensie is geschreven door Anne Heesakkers.
Foto
Jezelf de Baas; regisseer je eigen leven
Auteur: Marcel van Wiggen
 
Steekwoorden: op verandering gericht, inzicht gevend, interactief oefenen, aan te raden aan cliënten, leest makkelijk weg.
 
“Groei is een voorwaarde voor levensgeluk, maar ligt dus buiten de comfortzone.”
 
In een prestatiemaatschappij van ‘nooit genoeg’ is het gemakkelijk om in de valkuil te stappen van ‘door gaan’. Vaak, maar misschien ook juist, bij de jonge generatie van ambitieuze professionals.

'Jezelf de baas' betreft een doe-boek; een zelfhulpboek gestoken in een modern, interactief jasje. Van Wiggen is werkzaam als trainer en heeft met dit boek inmiddels een tweede titel op zijn naam staan. Zijn passie voor het coachen van mensen is te merken in zijn levendige manier van schrijven. Het boek is vooruitstrevend en gericht op verandering. Veel verschillende invalshoeken worden belicht, waarna deze uiteindelijk samen komen tot een logisch geheel.

Het boek is zeer goed leesbaar, maakt gebruik van verhelderende metaforen en zal een breed publiek aanspreken. Of je nu ver weg of juist dicht bij het psychologische werkveld staat, het boek is zeer inzicht gevend. Veel informatie zal reeds bekend zijn voor de (basis)psycholoog, maar geeft als werkboek een laagdrempelige ondersteuning om informatie begrijpelijk over te dragen binnen de hulpverlening. Door de afwisseling van goede voorbeelden, wetenschappelijke onderbouwing en ondersteunde verhalen en video’s spreekt het boek erg tot de verbeelding. Ook is het boek prettig opgebouwd. Er wordt gestart met het verkrijgen van inzicht in jezelf, waarna de focus gelegd wordt op hoe dit te begrijpen in een groter geheel van gevoel, betekenisverlening, omgeving en uiteindelijk je eigen gedrag.

Door de vele oefeningen daagt van Wiggen je uit om kritisch na te denken. Ieder hoofdstuk riep bij mij weer nieuwe vragen op, maar hij slaagde er telkens in om deze te beantwoorden. In het laatste deel wordt aangezet tot actie. De boodschap is helder: als je wilt veranderen, zal jij het zélf moeten doen. Het boek legt uit hoe je door dit veranderproces heen kan komen, maar is tegelijk ook heel eerlijk: verandering kost veel energie, is niet altijd leuk en ‘dat is exact wat de bedoeling is’. “Stel je eens voor dat deze problemen er eigenlijk zijn om jou als mens te vormen en om jou te helpen je te ontwikkelen.”

De enige vraag die mij blijft prikkelen is: moet je altijd de betere versie van jezelf worden? Hoe zit het met accepteren en aanwezige krachten vergroten? Ook daar komt een antwoord op. Het is namelijk de manier waarop je labelt. Je kiest er iedere ochtend zelf voor hoe jij je die dag gaat voelen en daarmee welk gedragspatroon je je eigen maakt. Een positieve attitude maakt het leven gewoonweg leuker en daar ben ik het helemaal mee eens!

Al met al geeft het boek bakken met energie en krijg je zin om hiermee aan de slag te gaan.

Foto
Deze recensie is geschreven door Marinka van Wingerden.
Foto
Eerst gehuwd, nu collega-ouders
Geschreven door Jocelyn Weimar
 
Kernwoorden: echtscheiding, collega-ouderschap, zorg voor kinderen na scheiding
 
‘Eindelijk is het zondag! Tommie (4) rent naar zijn slaapkamer om zijn tas op te halen en  is bijna beneden als Tommie mama en papa tegen elkaar hoort schreeuwen: ‘Je hebt de alimentatie nog steeds niet betaald, je krijgt Tommie niet mee als je niet eerst over de brug komt’. Mama smijt de deur dicht en Tommie staat daar met een wit weggetrokken gezichtje onderaan de trap.’
 
Inhoudelijk:
Dit boek brengt het ouderschap na een echtscheiding onder de aandacht met alle facetten (o.a. verwerking scheiding, zorg- en contactregeling, kinderen en loyaliteitsconflicten, communicatie, conflicten) die hierbij komen kijken. Het boek gaat in op de twee posities na scheiding, die van ex-partner en van mede-ouder. Het hele boek geeft aanbevelingen in de zoektocht naar een zo goed mogelijk collega-ouderschap waarbij respect, vertrouwen, gelijkwaardigheid en elkaar dingen gunnen voorop staan. Er wordt ook aandacht besteed aan verschillende methodieken die kunnen helpen in deze zoektocht; kernkwadranten, systeemtheorie, neuro linguïstisch programmeren (NLP), familieopstellingen en de APK-relatietest. De APK-relatietest is een schematische weergave van het verband tussen 1) eigen gevoelens, 2) verwachtingen richting de ander en 3) wat jij anders had kunnen doen om zo tot meer inzicht te komen. Tenslotte gaat het over het samengestelde gezin, ook wel patchworkgezin genoemd.
 
Dit boek is geschreven door Jocelyn Weimar die ruime ervaring heeft als scheidingsbemiddelaar, (rechtbank)mediator, trainer en coach. Zij heeft al meerdere boeken geschreven over de onderliggende problematieken binnen alle vormen van relaties. Voor het schrijven van dit boek heeft zij mensen vanuit allerlei perspectieven gesproken die te maken hebben met het mede-ouderschap na een scheiding zoals ouders, familieleden maar ook mensen die er beroepsmatig mee te maken hebben (o.a. advocaten, psychologen, maatschappelijk werksters).

Sterke punten:
  • Makkelijk leesbaar.
  • Veel gebruik van gespreksvoorbeelden tussen gescheiden ouders uit de dagelijkse praktijk.
  • Een bijlage met relevante websites.
Minder sterke kanten:
  • Boek meer geschreven vanuit het ouderperspectief en biedt minder directe handvatten voor (de al meer ervaren) beroepsmatig betrokkenen; uitwerking methodieken wat beperkt.
  • Visuele ondersteuning.

​Eindoordeel:
Een makkelijk leesbaar boek over het ouderschap na echtscheiding met alle verschillende facetten die hierbij komen kijken. Voor ouders, familieleden maar ook voor beroepsmatig betrokkenen, die nog niet veel ervaring hebben in het werken met gescheiden ouders, biedt het boek kennis van de posities van ex-partner en collega-ouders en bijkomende problemen en aangrijpingspunten aan de hand van praktijkvoorbeelden.

Foto
Deze recensie is geschreven door Lisanne van der Blom.
Foto
​Verder na seksverslaving
Geschreven door Gertjan van Zessen
 
Kernwoorden: seksuologie, relatietherapie, praktijkgericht
 
“Tjeerd behelpt zich met masturbatie en internet. Eva mist de aandacht maar niet de seks, tot zij drie jaar geleden wordt opgezocht door een jeugdvriend en begint af te spreken. Met list en bedrog zien zij elkaar regelmatig, ze zijn verliefd en hebben fantastische seks. Het wordt ingewikkeld als Eva zwanger is. Aangezien Tjeerd gesteriliseerd is na de bevalling waarbij Eva bijna het leven liet, komt het verhaal van de minnaar aan het licht.” (blz. 158). 
 
Dit boek focust zich op de impact van een seksverslaving op de (seksuele) relatie van stellen, nadat de concrete seksverslaving is behandeld. Hierbij ligt de nadruk op het verbeteren van de eigenwaarde (zelfwaardering) van de ex-seksverslaafde en de partner en het herstellen van de (beschadigde) seksualiteit binnen de relatie.
Dit boek is geschreven door Gertjan van Zessen, psycholoog en seksuoloog. Gespecialiseerd in de behandeling van seksverslaving en publiceerde meer titels, zoals als seks verslavend wordt (2012) en seksverslaving: begrijpen en behandelen (2016).
 
Sterke punten
  • Heldere opbouw: begint bij de achtergrond van seksverslaving, bouwt uit naar wat dit in de praktijk betekent en welke stappen er gezet kunnen worden.
  • Goede toepasbaarheid voor stellen: richt zich op het herstel van de intieme relatie en geeft tips aan partners van ex-seksverslaafden.
  • Gericht op de praktijk.
 
Minder sterkte punten
  • Meer gericht op stellen, minder op behandelaren.
  • Borduurt voort op een model besproken in eerdere publicaties.
 
Eindoordeel
  • Het boek bespreekt de ‘schade’ aan een (liefdes)relatie na behandeling van een seksverslaving en geeft adviezen om in kleine stappen positief te werken naar een betere eigenwaarde en het (opnieuw) opbouwen van een seksuele relatie.
  • Het boek richt zich op stellen die te kampen hebben met deze problematiek en biedt hen praktische handvatten, waardoor het boek zich minder richt op behandelaren. Het boek borduurt voort op eerder geschreven publicaties waarin het begrip zelfwaardering en de bijbehorende behandelmethode uitgebreid wordt omschreven (‘het vat van zelfwaardering’) waardoor het aan te bevelen is eerdere boeken ook te lezen om zo de informatie beter te kunnen plaatsen.
  • Een praktisch boek met handvatten en praktijkvoorbeelden dat stellen kan helpen om in kleine stappen weer toe te werken naar een gezonde (seksuele) relatie.

Foto
Deze recensie is geschreven door Janne Mannens.
Foto
Een beeld van een kind
Geschreven door Willem Koops

Steekwoorden: kindbeelden, cultuurhistorische context, ontwikkelingspsychologie, pedagogiek, verdiepende literatuur, aan te raden aan (ontwikkelings-)psychologie en pedagogiek studenten

In Een beeld van een kind bespreekt Willem Koops vanuit een historisch perspectief de veranderingen die het kindbeeld door de tijd heen heeft doorgemaakt. De begin- en eindperiode van de ontwikkeling van kinderen verschilt, in vergelijking met het verleden, enorm in de moderne tijd.

Uit al het beschikbare historische onderzoek wordt duidelijk dat de kindbeelden sterke impulsen kregen uit de verlichting van de 18e eeuw en de romantiek uit de 19e eeuw. Dit geldt evenzeer voor de ontwikkelingspsychologie en pedagogiek. Door deze invloeden werd vanaf de negentiende eeuw de afstand tussen de kinderwereld en die van volwassenen steeds groter. Deze infantilisering neemt na de Tweede Wereldoorlog vervolgens weer af. De ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog zorgen voor een terugkeer van het kind in de volwassenwereld. Deze de-infantilisering leidt tot kinderen die veel beter in staat zijn tot communicatie met volwassenen dan in de tijd van de infantilisering verondersteld werd.
​
Dit moderne kindbeeld lijkt de auteur buitengewoon bevorderlijk voor de dagelijkse omgang met kinderen, waarin ze als gesprekspartner serieus worden genomen. Hierbij streeft Koop een combinatie na van het respecteren van historische relativiteit en het behouden van de empirisch-analytische onderzoeksmethodologie. Hij hoopt van harte dat de lezers van dit boek deze combinatie ook zullen nastreven.
 
Wat kan de lezer van dit boek opsteken?
Naar mijn mening dient dit boek het beste als naslagwerk door de vele biografieën van geleerden en beschrijvingen van stromingen en instituties. Via het register kan antwoord worden gevonden op vragen zoals: ‘Wie waren Kohnstamm, Langeveld, Gunning ook alweer en wat deden zij eigenlijk? En wat hebben Haeckel en Preyer te maken met de hedendaagse ontwikkelingspsychologie? Is Piaget achterhaald, of nog steeds actueel?’ Het boek kan bestudeerd worden voor het verkrijgen van een bredere intellectuele context van het vakgebied (met name voor studenten in de pedagogiek en ontwikkelingspsychologie), zodat zij kunnen uitstijgen boven uitsluitend specialistisch disciplinair vakmanschap.
 
Over de auteur
Willem Koops studeerde aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Koops is sinds 1981 betrokken als hoogleraar Ontwikkelingspsychologie aan diverse universiteiten. Hij publiceerde ruim 60 boeken en bundels op het gebied van de ontwikkeling en opvoeding van kinderen en zo’n 300 artikelen in (inter-)nationale wetenschappelijke tijdschriften. Onder meer over: de ontwikkeling van cognitief, sociaal gedrag, agressie, jeugdcriminaliteit; over de adolescentie, opvoedingsproblemen en de geschiedenis van kindbeelden. 

Foto
Deze recensie is geschreven door Mathilde van Oudenaren.
Foto
Hoop doet leven - De 113Online Suicide Survival Guide
Geschreven door Jan Mokkenstorm

Steekwoorden: zelfmoord, zelfhulpboek, laagdrempelig voor cliënten, makkelijk leesbaar
 
“Hoe overleef je de weg naar zelfmoord? Hoe vind je de weg uit de wanhoop?”

De bovenstaande twee vragen komen uit de inleiding van het boek hoop doet leven. De auteur geeft in het boek antwoord op deze twee vragen.

Hoop doet leven is als zelfhulpboek geschreven voor mensen die denken aan het plegen van zelfmoord en voor hun naasten. Het boek bestaat uit zeven praktisch opgedeelde onderdelen waaronder: ‘zelfmoordgedachten’ (deel 1), ‘in vijf stappen weg uit de wanhoop’ (deel 3) en ‘gereedschapskist’ (deel 7). Het boek is een survival guide voor mensen die overwegen om zelfmoord te plegen.

Het boek geeft veel praktische tips, oplossingsstrategieën en handvatten voor veiligheid. Mensen die zelfmoordgedachten hebben, kunnen direct in de thuissituatie aan de slag met de tips die in het boek vermeld staan. Het boek is daardoor erg laagdrempelig. De boodschap aan de lezer is dat hij er niet alleen voor staat. Uitgelegd wordt hoe hij passende hulp kan vinden, onder meer door verschillende vormen van hulpverlening en behandelingen uit te leggen.

​In het boek wordt ook regelmatig verwezen naar 113Online en naar de (anonieme en laagdrempelige) hulp die zij aanbieden. De auteur, in het dagelijks leven psychiater en psychotherapeut, is ook één van de oprichters van 113Online.

Jan Mokkenstorm hanteert in het boek Hoop doet leven een prettige en begrijpelijke schrijfstijl. De omvang van het boek is ook prettig; het boekt telt maar 100 pagina’s. Het boek is verkrijgbaar in zowel paperback als e-book.
​
Conclusie: Voor basispsychologen die een idee willen krijgen hoe je iemand met zelfmoordgedachten kan behandelen, is dit een uitstekend boek. De basispsycholoog moet daarbij rekening houden dat dit boek echter primair bedoeld is als zelfhulpboek voor mensen die zelfmoordgedachten hebben.

Foto
Deze boekrecensie is geschreven door Sam Rauch.
Foto
Omgaan met 'moeilijke’ mensen
Redactie: Martin Appelo, Kees Hoogduin en Marc Verbraak
 
Steekwoorden: do's & don'ts, verdiepende kennis, praktisch toepasbaar, makkelijk leesbaar
 
“Je stelt de juiste vragen, maakt een goede analyse van het probleem en komt met heldere, vooral evidence-based, oplossingen, maar wat doe je als de geboden interventie niet aanslaat?” Dat is waar Omgaan met 'moeilijke’ mensen over gaat.
 
Deze verzameling van kennis, geschreven door gerenommeerde behandelaars zoals Kees Korrelboom en Mark van der Gaag, bestaat onder andere uit do's en don'ts bij interactieproblemen die het therapeutische proces kunnen verstoren. Zoals: wat doe je als je patiënt de opdrachten niet uitvoert, voortdurend klaagt of dreigt anderen iets aan te doen? Het boek biedt tevens uitleg over symptomen die vaak lastig worden gevonden, zoals agressie en somatisatie, met het idee dat meer begrip interactieproblemen die daaruit voortkomen kan verhelpen. Bovendien wordt geïllustreerd hoe de eerste stap bij complexe problematiek bij het verbeteren van de therapeutische relatie ligt.
 
Omgaan met 'moeilijke’ mensen is een aanvulling op protocollen en interventies, en biedt handvatten voor (beginnende) psychologen die merken dat de juiste behandeling niet altijd voldoende blijkt te zijn. Door het gebruik van do's & don'ts en casussen is dit boek vol informatie -over het algemeen- toch makkelijk leesbaar. De hoofdstukken gaan over diverse onderwerpen, van COMET tot zwijgzaamheid bij patiënten, en zijn geschreven door experts in dat gebied. Hoewel de losse hoofdstukken zeer waardevol zijn, zijn ze elk anders opgebouwd en geschreven en zit er in de onderwerpen geen logisch gevolg, waardoor het als geheel wat chaotisch en verwarrend leest. De hoofdstukken zijn daarom wellicht beter als losse papers te zien, die samen zijn gebundeld.
 
Concluderend biedt Omgaan met 'moeilijke’ mensen zeer veel handvatten over diverse onderwerpen, zij het wat verwarrend samengevoegd. Een aanrader voor (beginnende) psychologen die interesse hebben in interactieproblemen en andere redenen voor vastlopende behandelingen. 

​Archief boekrecensies

Oudere boekrecensies teruglezen? Kijk in ons archief.

Aan de teksten en afbeeldingen op deze website kunnen geen rechten worden ontleend, zie ook de disclaimer
Raadpleeg onze FAQ voor antwoord
op veel gestelde vragen

Over MidP
Contact
Sitemap